12 feb 2025
Merkregistratie terecht geweigerd: bladsymbool mist onderscheidend vermogen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22550; IEFbe 3872; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO). Het Gerecht behandelt het beroep van Essity Hygiene and Health AB tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. De zaak draait om de vraag of het aangevraagde merk, een afbeelding van een blad, voldoet aan de vereisten van artikel 7, lid 1, onder b), van Verordening nr. 207/2009. De Kamer van Beroep had geoordeeld dat het bladsymbool geen onderscheidend vermogen heeft. Het merk werd door de Kamer opgevat als een decoratief of ornamenteel element dat geen herkomst aanduidt. De Kamer merkte op dat bladsymbolen veelvuldig voorkomen in de sector, waar ze doorgaans worden gebruikt om milieuvriendelijke eigenschappen aan te duiden, zoals recycleerbaarheid of duurzame productie. Het publiek zou het aangevraagde merk eerder associëren met dergelijke kenmerken dan met de herkomst van de producten. Het Gerecht bevestigt deze vaststellingen en oordeelt dat het aangevraagde merk geen kenmerken heeft die het relevante publiek in staat stellen het symbool te herkennen als een onderscheidend teken. Het merk vertoont een gestandaardiseerde en realistische weergave van een blad en bevat geen opvallende of complexe elementen die het onderscheiden van andere decoratieve bladsymbolen. Volgens het Gerecht heeft de Kamer van Beroep terecht vastgesteld dat het bladsymbool geen eigenschappen heeft die het publiek als onderscheidend zou ervaren.
Het Gerecht benadrukt dat artikel 7, lid 1, onder b), niet vereist dat een merk onmiddellijk en zonder nadere overweging door het publiek als onderscheidend wordt herkend. Dit artikel vraagt enkel dat een merk in staat is om producten of diensten als afkomstig van een bepaald bedrijf te identificeren. De conclusie dat het bladsymbool geen onderscheidend vermogen heeft, blijft staan, ongeacht de afwezigheid van een vereiste voor directe herkenbaarheid. Voorts wijst het Gerecht erop dat verzoekster geen overtuigende argumenten heeft aangedragen om de vaststellingen van de kamer van beroep te weerleggen. Verzoekster stelde bijvoorbeeld dat het symbool een algemeen bekend natuurelement was dat het publiek zou associëren met herkomst. Het Gerecht is echter van oordeel dat deze stelling onvoldoende is onderbouwd. Daarnaast oordeelt het Gerecht dat bladsymbolen in zwart-wit of zonder woorden zoals “eco” of “bio” evenzeer worden waargenomen als verwijzingen naar milieukenmerken. Dit ondersteunt de conclusie dat het bladsymbool door het publiek niet als een onderscheidend teken wordt herkend. Aangezien het aangevraagde merk geen onderscheidend vermogen heeft en verzoekster de conclusie van de Kamer van Beroep niet overtuigend weerlegt, verwerpt het Gerecht het Beroep in zijn geheel.
27 À cet égard, il convient de constater que les arguments de la requérante résumés au point 26 ci-dessus reposent sur une lecture erronée de la décision attaquée. En effet, la chambre de recours n’a pas considéré, aux points 65 et 96 de la décision attaquée, que la marque demandée ne possédait pas de caractère distinctif en raison du seul fait qu’elle serait perçue comme « naturelle et réaliste », mais a estimé que, en raison de l’impression naturelle et réaliste qu’elle produit, cette marque présentait des caractéristiques communes avec d’autres éléments figuratifs en forme de feuilles couramment utilisés sur le marché uniquement à des fins ornementales ou dont le but était de transmettre un message non distinctif.
41 D’autre part, s’agissant de l’affirmation de la requérante selon laquelle les exemples cités par la chambre de recours, ainsi que les décisions antérieures des chambres des recours montrent que c’est principalement la couleur verte, le plus souvent combinée à des éléments tels que « bio », « eco », « öko », « øko » ou « organic », transmettant un message lié à l’environnement ou à la nature, qui permet l’association avec le caractère écologique et respectueux de l’environnement, et qu’aucun des exemples utilisés par la chambre de recours ne renverrait à une feuille isolée non verte, il convient de rappeler que le Tribunal a eu l’occasion de préciser que la représentation de la feuille, en tant que telle et même en noir et blanc, illustrait le caractère écologique des produits en cause dans l’affaire concernée [voir, en ce sens, arrêt du 21 décembre 2022, Trend Glass/EUIPO (ECO STORAGE), T‑777/21, non publié, EU:T:2022:846, point 63]. En tout état de cause, parmi les exemples figurant aux points 76 à 79 de la décision attaquée, se trouvent également les représentations d’une feuille transmettant un message lié à l’écologie sans être accompagnées d’un quelconque terme exprimant directement ce message, ainsi que plusieurs exemples de feuilles représentées dans d’autres couleurs que le vert.