Gepubliceerd op maandag 26 juli 2010
IEF 9002
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Met betrekking tot een schaatsframe

Hoge Raad, 9 juli 2010, LJN: BL9293 (Beroepsfout octrooigemachtigde)

Octrooirecht. Art. 43 lid 3 en art. 44 Rijksoctrooiwet (1910). Beroepsfout octrooigemachtigde door geen desbewustzijnsexploot aan inbreukmaker uit te brengen als gevolg waarvan vordering licentienemer op inbreukmaker is afgewezen. Geen beroepsfout jegens licentienemer nu contract niet met hem is gesloten. De octrooihouder heeft in zijn eigen vermogen geen schade geleden gelijk aan gevorderde, doch afgewezen, vergoeding van de schade die de inbreukmaker zonder de beroepsfout aan de licentienemer verschuldigd zou zijn geweest en is dus niet gerechtigd het desbetreffende bedrag in een op die beroepsfout gebaseerde procedure van octrooigemachtigde te vorderen. Afwijzing vordering licentienemer op octrooigemachtigde levert geen schade op voor de octrooihouder. (Met conclusie A-G Verkade).

Lees het arrest hier.