Gepubliceerd op maandag 31 maart 2008
IEF 5922
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Mogelijk is eiser erover teleurgesteld

Rechtbank Leeuwarden, 12 maart 2008, LJN: BC8079, Eiser tegen Koga B.V. 

Even Haviltexen. Wellicht van nut voor wie wel eens een licentieoverereenkomst maakt of sluit. KOGA verwerft licentie om het ontwerp van een fietsframe (spanfiets) door industrieel ontwerper te verveelvoudigen. Uiteindelijk wordt het ontwerp niet in productie en verkoop genomen. Anders dan eiser stelt schiet Koga hiermee volgens de rechtbank niet tekort in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de licentieovereenkomst van partijen.

“4.3.  De rechtbank overweegt dat uit de tekst van de licentieovereenkomst, de diverse artikelen in onderling verband en samenhang beschouwd, niet zonder meer volgt dat Koga jegens eiser de verbintenis op zich heeft genomen om tot daadwerkelijke productie en verkoop van de spanfiets over te gaan, zoals in de stellingen van eiser besloten ligt. Blijkens de tekst van de licentieovereenkomst heeft eiser het recht om de spanfiets te produceren en te verkopen aan Koga overgedragen, waartegenover Koga een vergoeding per verkochte fiets aan [eiser] diende te betalen. Nu komt het bij de beantwoording van de vraag wat de inhoud is van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet alleen aan op de tekst van de licentieovereenkomst (hoewel daaraan het nodige gewicht mag worden toegekend) maar ook op wat partijen aangaande de inhoud van de overeenkomst over en weer uit elkaars verklaringen redelijkerwijs hebben mogen begrijpen, een en ander bezien tegen de achtergrond van de omstandigheden van het geval.

(…) 4.5.  De rechtbank stelt vast dat Koga - terecht - niet het uitgangspunt bestrijdt dat zij zich bij haar handelen diende te laten leiden door de jegens eiser in acht te nemen redelijkheid en billijkheid. Koga heeft weliswaar betwist dat zij zich ervoor diende in te spannen om de spanfiets in productie te nemen, maar de rechtbank volgt haar niet in dat standpunt. Eiser heeft als ontwerper van de spanfiets en de vergoeding die hem bij verkoop van spanfietsen in het vooruitzicht is gesteld er immers een gerechtvaardigd belang bij dat de spanfiets zou worden geproduceerd en op de markt zou worden gebracht. Daarvoor was hij afhankelijk van Koga als producent. Waar het derhalve om gaat is de beantwoording van de vraag of Koga zich, zoals eiser stelt, onvoldoende heeft ingespannen.

4.6.  De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende. De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling van de door Koga te verrichten inspanningen Koga als (mogelijke) producent van de spanfiets in redelijkheid (enige) beleidsvrijheid toekomt bij haar beoordeling of zij de spanfiets daadwerkelijk in productie zou nemen. Koga diende immers de kosten van ontwikkeling, productie en verkoop van de fiets te dragen. Uit de stellingen van eiser blijkt dat ook hij onderkent dat "haalbaarheid" van de spanfiets (daargelaten of dit alleen technische of ook commerciële haalbaarheid was) onderwerp van onderzoek vormde en van invloed was op de beslissingen van Koga. Die haalbaarheid was blijkens de correspondentie tussen partijen een belangrijk aspect voor de vraag of de spanfiets in productie moest worden genomen. (…) De rechtbank tekent daarbij aan dat het gezien de historie van het ontwerp ook geen uitgemaakte zaak was dat de spanfiets zonder meer in productie kon worden genomen.

(…) 4.11.  De rechtbank overweegt dat deze feiten - wat daarvan ook zij - in het licht van de aan Koga toekomende beleidsvrijheid, de feitelijke verrichte handelingen en de verdere gang van zaken tussen 12 april 2005 (de datum van de licentieovereenkomst) en 23 augustus 2006 (de beëindiging van het project door Koga) en tegen de achtergrond van het feit dat het ging om de ontwikkeling van een fiets op basis van een bijzonder, niet zonder meer haalbaar ontwerp, niet van dien aard zijn dat daaruit een gebrek aan inspanning van Koga kan worden afgeleid. Mogelijk is eiser erover teleurgesteld dat zijn ontwerp het (wederom) niet tot een op de markt te brengen fiets heeft gebracht, rechtens valt Koga daarvan geen verwijt te maken, aldus dat zij jegens eiser tekort zou zijn geschoten zijn in haar verplichtingen."

Lees het vonnis hier.