Gepubliceerd op maandag 21 maart 2016
IEF 15788
Rechtbank Amsterdam ||
18 mrt 2016
Rechtbank Amsterdam 18 mrt 2016, IEF 15788; ECLI:NL:RBAMS:2016:1482 (Fotograaf tegen InBev), https://ie-forum.nl/artikelen/montage-jupiler-bierfles-op-foto-is-manipulatie

Montage Jupiler bierfles op foto is manipulatie

Vzr. Rechtbank Amsterdam 18 maart 2016, IEF 15788; ECLI:NL:RBAMS:2016:1482 (Fotograaf tegen InBev )
Auteursrecht. Eiser is fotograaf en InBev Nederland krijgt toestemming om zijn foto eenmalig te gebruiken, maar InBev bewerkt en verspreidt de foto. In plaats van een flesje Oranjeboom wordt een Jupiler-fles getoond. Eiser vordert een schriftelijke opgave van alle relaties aan wie InBev de foto destijds heeft verspreid inclusief aanvullende informatie en een schadevergoeding van €45.000,-. Fotograaf stelt terecht dat het veranderen en vertonen van foto's zonder toestemming een schending is van artikel 25 lid 1 d Aw. InBev betoogt dat de foto's niet zijn gebruikt voor een specifieke marketingcampagne of onder een groot publiek zijn verspreid, waardoor de te betalen schadevergoeding verlaagd wordt tot €40.000,-.

4.10 Bij het bepalen van de hoogte van (het voorschot op) een schadevergoeding kan worden aangeknoopt bij het aanvankelijke tarief van de foto, € 825,-, waarop volgens de bij Hollandse Hoogte gebruikelijke algemene voorwaarden (aangehaald bij 2.4) voor een gebruik zonder toestemming en zonder naamsvermelding al (tenminste) een vermenigvuldigingsfactor 4 kan worden losgelaten. Dit zou al een vergoeding van €3.300,- per foto rechtvaardigen. Daar komt bij dat niet alleen sprake is geweest van het vertonen van de foto’s zonder toestemming, maar ook van het veranderen van de foto, hetgeen als een verminking of aantasting van de foto in de zin van artikel 25 lid 1 d van de Auteurswet kan worden aangemerkt. Anders dan InBev heeft betoogd is aannemelijk dat dit een aantasting betreft die nadeel zou kunnen toebrengen aan de naam van de maker, nu door het aanbrengen van de flesjes Jupiler de foto als een commerciële uiting kan worden gezien, terwijl dat geenszins de intentie was van [eiser] . Dat ook het merk Oranjeboom een (oud) merk is van InBev doet daar niet aan af. Dat zou mogelijk anders zijn, indien [eiser] indertijd toestemming zou hebben verleend om de foto te gebruiken als reclame voor het merk Oranjeboom, maar daarvan was geen sprake. 

4.14 Naast de vordering tot (een voorschot op) schadevergoeding heeft [eiser] een aantal nevenvorderingen ingesteld, weergegeven bij 3.1. De eerste vordering in dit verband is dat InBev kenbaar dient te maken onder wie van haar relaties zij de foto destijds heeft verspreid. InBev heeft daaromtrent tot op heden onvoldoende openheid van zaken gegeven. Uit de mededelingen van [naam 1] ter terechtzitting kan worden afgeleid dat de foto vermoedelijk naar alle (ongeveer 100) ‘klanten’ van InBev (per mail) is toegezonden of bij klantcontacten is getoond. [eiser] heeft er, gezien de gang van zaken tot dusver, waarbij InBev aanvankelijk niet met [eiser] heeft gedeeld waar de foto te zien was (terwijl haar dat, zoals onder meer blijkt uit de e-mail weergegeven bij 2.13, wel bekend moet zijn geweest, omdat wel actie werd ondernomen om foto’s te verwijderen) (een spoedeisend) belang bij om over deze informatie te beschikken.