Gepubliceerd op donderdag 13 januari 2011
IEF 9333
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Naar elders gebracht

Rechtbank ’s-Gravenhage, 29 december 2010, HA ZA 08-397, Stichting de Thuiskopie tegen gedaagden.

Auteursrecht. Thuiskopiezaak. Eindvonnis. Gedaagden slagen er niet in te bewijzen dat alle blanco informatiedragers vanuit Nederland naar de opslag in Duitsland zijn vervoerd. Vorderingen toegewezen

2.2. Over de toelaatbaarheid van de zogenaamde Opus constructie die [X] zou hebben toegepast zijn bij arrest HR 20 november 2009, LJN BI6320, inmiddels vragen gesteld aan het HvJEG. Omdat, zoals hierna zal blijken, [X] er niet in is geslaagd het gevraagde bewijs te leveren, bestaat geen reden de onderhavige zaak in afwachting van de beantwoording van die vragen aan te houden.

(…) 2.9. Voor het overige is het verweer (daargelaten dat hierop in het tussenvonnis al bindend is beslist) ook nu onvoldoende gemotiveerd omdat het enerzijds de erkenning inhoudt dat de goederen in ieder geval deels eerst in Nederland zijn ingevoerd en anderzijds niet concreet wordt aangegeven voor welke goederen dat volgens [X] niet zou gelden. Zoals in het tussenvonnis is aangegeven kan van [X] worden verwacht dat hij zijn verweer concretiseert. Het verweer wordt om die reden verworpen. De stelling dat slechts in een minderheid van de gevallen aflevering in Nederland plaatsvond is overigens niet serieus te nemen gelet op wat door [X] overigens is aangevoerd en hierna wordt besproken.

2.10. Gezien het voorgaande is dus door [X] te bewijzen dat de dragers die zijn vermeld op de overige facturen van Nederland ([A]) naar Duitsland zijn vervoerd. (…)

(…) 2.12. Dit bewijs wordt beoordeeld als volgt. Voor zover informatiedragers door [X] zelf vanuit Duitsland zouden zijn geleverd aan klanten in Nederland (hiervoor weergegeven als A, B, D, F, in totaal 68.340 stuks) blijkt uit niets dat deze daadwerkelijk ooit in de opslag in Duitsland zijn geweest. Op grond van de verklaring van [P] en (de door Stichting de Thuiskopie niet bestreden) schriftelijke verklaring van [S] kan worden aangenomen dat een aantal gegevensdragers door [X] vanuit [A] naar elders zijn gebracht. Als bewijs voor de stelling dat deze naar de opslag in Duitsland zijn gebracht is niet meer voorhanden dan de eigen – niet onder ede – afgelegde verklaring van beide gedaagden. Dat is onvoldoende. Bovendien is niet vast te stellen om hoeveel gegevensdragers het gaat, laat staan de door [X] opgegeven aantallen.

(…) 2.15. De conclusie dient te zijn dat [X] niet geslaagd is het gevraagde bewijs zoals hiervoor onder 2.10 omschreven, te leveren. Nu [X] de berekening van de heffing door Stichting de Thuiskopie niet bestrijdt, is het gevorderde bedrag daarmee toewijsbaar (…)Aan Stichting de Thuiskopie is dus nog te vergoeden € 41.813,09 - € 6.519 = € 35.294,09.

Lees het vonnis hier.