Gepubliceerd op maandag 23 oktober 2006
IEF 2786
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Naar onze indruk

In aansluiting op het onderstaande bericht met verwijzing naar eerdere kamervragen van het lid Aptroot over auteursrechtenorganisaties: De Staatssecretaries blijkt inmiddels te hebben geantwoord en kan het lid Aptroot o.a. meedelen dat Videma juridisch gezien niets te verwijten valt, een citaat: 

“Het is in de context van het vrijwillig collectief beheer niet ongebruikelijk dat een private organisatie, zoals Videma, een tegemoetkoming krijgt voor de incasso- en/of verdeelactiviteiten die zij voor derden verricht. In casu heeft de Stichting Groeptelevisie (STG), waarin onder meer Nederlandse publieke en commerciële omroepen zijn verenigd, bij het aangaan van de uitvoeringsovereenkomst met Videma bedongen dat geïncasseerde royalty’s werden uitgekeerd zonder dat men enig risico wilde dragen voor de door Videma gemaakte investerings- en aanloopkosten. Deze kosten zijn verdisconteerd in een incassogerelateerde fee (26,9 % van de totale incasso). Hoewel deze naar onze indruk hoog is, betekent dit niet dat gebruikers die televisieprogramma’s openbaar maken daardoor te veel betalen. Omdat de betrokken fee wordt ingehouden op de te verdelen gelden, zijn het de rechthebbenden te wier laste de fee komt. Zij betalen deze immers, en zien daarmee af van verdeling van deze gelden. In de vraag ligt besloten dat eindgebruikers uiteindelijk opdraaien voor de door Videma ingehouden fee, omdat deze wordt doorvertaald in de eindtarieven. Toch zijn het vooral de rechthebbenden die uiteindelijk de fee betalen. Immers, het staat hun vrij om geen gebruik te maken van de diensten van Videma en in eigen beheer hetzelfde eindtarief aan eindgebruikers in rekening te brengen. Indien zij kiezen voor inning en verdeling via Videma, zijn zij het daarmee die de Videma-fee opbrengen.”

Lees alle vragen en antwoorden hier.