Gepubliceerd op vrijdag 14 oktober 2011
IEF 10339
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nabouwen van complete dorpen

Met dank aan Marieke Poulie, Hogan Lovells.

Auteursrecht op dorpen/ bouwstijlen. Creatieve keuze. Geografische herkomstaanduiding. Slaafse nabootsing.

Recent heeft u wat nieuwsberichten kunnen lezen over het nabouwen van complete dorpen. Vanuit cultuurbehoud wellicht interessant, echter als bepaalde cultuur elders wordt gepreserveerd, is dat wel een vreemde gewaarwording. Zo bouwen Chinezen een Oostenrijks dorp compleet na (nu.nl) en doen de Russen dit met het Britse Hyde Park (nu.nl). Ook Nederland laat zich inspireren door de Alpenlanden en zoekt de innovatie op door (midden in een polder) een Alp te willen plaatsen voor sport, entertainment en commercie (nu.nl).

Deze absurde vormen van culturele inspiratie is reden eens wat kritische juridische vraagtekens bij te zetten en door een argeloos nieuw lid van de redactie. Hoezo beroepsdeformatie (?) dat dit soort zaken inmiddels de juridische aandacht krijgt, boven een interessante uitspraak. Voor de vrijdagmiddag dient het echter luchtig te blijven, dus le voilà!

Hoezit het met:
1) Auteursrecht op het ontwerp van een dorp?
2) Kunnen geografische indicaties ook gelden voor type huizen/bouwstijlen?
3) Beroep op slaafse nabootsing, maar door wie? Gemeenteraad van betreffende dorpen?

De antwoorden zijn voor een gemiddelde IE-jurist natuurlijk inkoppers (of niet, althans niet op vrijdagmiddag?).

Het enkele ontwerp van een dorp kan naar mijn idee best auteursrechtelijk beschermbaar zijn. Of dat echter in het concrete geval van Hallstatt en Hyde Park zo is, stuit op een aantal praktische vragen. Bijvoorbeeld, wie is dan de auteursrechthebbende? De gemeente, de bewoners, de burgemeester? Over de Alp zullen we het verder maar niet hebben. De schepper daarvan heeft door de geschiedenis voor genoeg discussie en ophef gezorgd.

Vanuit een Nederlands auteursrechtelijk perspectief moet natuurlijk eerst worden beoordeeld of het voortbrengsels zijn en vervolgens of het een voortbrengsel is dat een auteursrechtelijk beschermd werk is. Uit onder andere het arrest van de Hoge Raad inzake de Endstra tapes (IEF 6731), is bekend dat voor het laatste beslissend is of het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.

Volgens de Hoge Raad moet er daarvoor 

“sprake zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes; het moet dus gaan om iets dat door de menselijke geest is voortgebracht. Daarbuiten valt in elk geval alles wat een vorm heeft die zo alledaags is, dat van creativiteit geen sprake is. Maar niet mag de eis worden gesteld dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen en bewust creatieve keuzes heeft gemaakt. Ook mag niet worden geëist dat de maker bewust voor de vorm heeft gekozen die het werk heeft gekregen of dat het werk een coherente creatie moet zijn.”

Scheppende menselijke arbeid? Is dat wat een gemeente doet op het moment dat het (planmatig) kiest een bepaalde woonwijk of park hier of daar te laten bouwen? Vroeger begon men bij het bouwen van een dorp toch meestal met de kerk en daarnaast het café. Ging dat bij het “ontwerpen” van Hallstatt ook zo? Het lijkt er wel op. Was dat destijds nieuw? En Hyde Park dan? Alvorens diep in te gaan op de besluitvormingsprocessen binnen de betreffende gemeentes in te gaan, is het misschien toch beter om praktisch te blijven.

Hoe oud zijn Hallstadt en Hyde Park eigenlijk? Leven de gemeente-ambtenaren nog die eventuele “creatieve keuzes” hebben gemaakt ten behoeve van de opbouw van Hallstadt? Is een eventueel auteursrecht niet al lang vervallen? Op de website van Hallstatt staat dat hun geschiedenis terug gaat naar de periode vóór Christus en dat hun kerkje er in 1284 in ieder geval al stond. Ook Hyde Park kan bogen op een geschiedenis die terug gaat naar de periode voor 1536. Kortom, was er al sprake van een auteursrecht dan is het in ieder geval inmiddels vervallen en geconcludeerd kan worden dat de huidige burgemeesters van Hyde Park en Hallstatt het niet van het auteursrecht zullen moeten hebben in een eventuele juridische strijd tegen de nabouwende Chinezen.

Ook het leerstuk van de bescherming van geografische herkomstaanduidingen gaat hen mijns inziens weinig hulp bieden. De namen Hallstatt en Hyde Park zijn plaatsnamen en zijn als zodanig niet te monopoliseren. Er bestaat ook geen bescherming voor de geografische herkomstaanduiding van huizen of type bouwstijlen. En er komen volgens mij ook geen specifieke landbouwproducten, wijnen of andere levensmiddelen uit die regionen.

Het leerstuk van de slaafse nabootsing, dat doorgaans een veilig vangnet vormt in allerhande IE-zaken, gaat naar mijn mening in dit geval ook niet helpen. Immers, welke partij heeft te gelden als rechthebbende. Wie dient de eiser te zijn? De gemeenteraadsleden? Was het dorp hun creatie?

Lastig, lastig…Tegen de nabouwende Chinezen lijkt weinig te beginnen, zolang ze het tenminste voorzien hebben op de oudere stadsgezichten. Aan een kopie van de veel recentere Erasmusbrug in Rotterdam hebben de Chinezen zich nog niet durven wagen, en dat is maar goed ook, want dan zouden ze vast in één klap te weten komen dat meer recente architectonische bouwwerken wél auteursrechtelijk zijn beschermd!