Gepubliceerd op maandag 26 juni 2023
IEF 21507
Rechtbank Rotterdam ||
21 jun 2023
Rechtbank Rotterdam 21 jun 2023, IEF 21507; ECLI:NL:RBROT:2023:5334 (Snurk/Faro c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/niemand-ligt-op-het-bed-van-procrustes

Niemand ligt op het bed van Procrustes

Rechtbank Rotterdam 21 juni 2023, IEF 21507; ECLI:NL:RBROT:2023:5334 (Snurk/Faro c.s.) In deze zaak kijkt de rechtbank Rotterdam naar de vermeende inbreuk op het auteursrecht van Snurk B.V. (hierna: Snurk) door Merchandise Fever c.s. Beide partijen houden zich bezig met het ontwerpen van dekbedovertrekken. Als Faro haar dekbedovertrek met een teddybeer op de markt brengt en veertig exemplaren verkocht heeft, sommeert Snurk direct staking van de verkoop. Faro c.s. ondertekent een onthoudingsverklaring, waarin zij aangeeft te zullen stoppen met de verkoop. Niet lang daarna begint Snurk een rechtszaak om de staking van de verkoop te verzekeren. Daarbij vordert Snurk ook de nettowinst die met de verkoop is gemaakt, een rectificatie aan de kopende partijen en een overzicht van de verkochte overtrekken. Faro c.s. verzoekt op haar beurt om afwijzing van deze vorderingen. 

De eerste vraag waar de rechtbank zich mee geconfronteerd ziet, is of het dekbedovertrek van Snurk überhaupt auteursrechtelijk beschermd is. Hiermee volgt het de standaardformule, namelijk of er sprake is van een 'eigen intellectuele schepping van de auteur'. Dat een werk binnen een vigerende stijl of trend valt, maakt niet dat het daardoor onbeschermd is. Snurks belangrijkste argument is dat het dekbedovertrek zó gemaakt is, dat het lijkt alsof iemand onder het dekbedovertrek in de armen van de teddybeer ligt. Hierop stelt Faro dat er helemaal geen sprake is van een originele vormgeving. Zij hebben zelf in 2008 een soortgelijke lijn dekbedovertrekken gemaakt. Nu Snurk in een bepaalde stijl werkt, die zelfs ten dele ontleend aan Faro lijkt te zijn, gaat de rechtbank na of er binnen deze stijl creatieve keuzes zijn gemaakt waaruit blijkt dat het dekbed een eigen oorspronkelijk karakter heeft en een eigen stempel draagt. De rechtbank komt tot de conclusie dat dit het geval is, maar dat de werktoets maar in beperkte mate wordt gehaald. Het dekbedovertrek komt slechts een beperkte beschermingsomvang toe. 

De rechtbank kijkt hierom naar de totaalindrukken van beide producten, om te kijken of er sprake is van inbreuk. De rechtbank meent dat hiervan geen sprake is. Daarbij wijst zij vooral op het feit dat de beren een verschillende gezichtstuitdrukking hebben, dat de beer van Snurk een strikje draagt en dat de verhoudingen van de snuiten van de beren anders zijn. Daar komt ook bij dat de achterzijdes van beide overtrekken verschillen. Het is om deze reden dat de totaalindrukken genoeg uit elkaar lopen dat er geen sprake is van een inbreukmakend werk. De rechtbank wijst de vorderingen van Snurk af. 

4.9 Naar het oordeel van de rechtbank zijn door de maker van het dekbedovertrek van Snurk binnen de bestaande stijl en de gebruikelijke kenmerken ontwerpkeuzes gemaakt die bij de concrete uitvoering hebben geleid tot een auteursrechtelijk beschermd werk. De combinatie van de hiervoor onder 4.5 door Snurk genoemde elementen voldoet aan de werktoets. De maker heeft op voldoende eigen wijze invulling gegeven aan de stijl en persoonlijke keuzes gemaakt, waar ook vele andere keuzes mogelijk waren geweest. Als voorbeelden noemt de rechtbank de keuzes voor deze specifieke teddybeer, voor het patroon van de strikjes, voor de grootte van het hoofd van de teddybeer op het hoofdkussen in relatie tot de omvang van de kussensloop en voor de specifieke wijze van interactie tussen enerzijds het dekbedovertrek en het hoofdkussen en anderzijds het dekbedovertrek en het kind. Het dekbedovertrek van Snurk komt dan ook voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.

4.17 Zoals hiervoor onder 4.11 is overwogen, moet bij de vergelijking van de totaalindrukken worden uitgegaan van een beperkte beschermingsomvang van het dekbedovertrek van Snurk. In dat licht bezien concludeert de rechtbank aan de hand van de hiervoor weergegeven verschillen dat het dekbedovertrek van Faro voldoende afstand neemt van het dekbedovertrek van Snurk. Anders dan door Snurk betoogd speelt de afwijkende achterkant van het dekbedovertrek van Faro bij dat oordeel wel degelijk een rol. Die afwijkende achterkant is zichtbaar in de verpakking, omdat er een hoek is omgeslagen, zoals zichtbaar op de hiervoor onder 4.13 weergegeven afbeelding. Partijen zijn het erover eens dat dit de wijze is waarop het overtrek aan het relevante publiek (al dan niet online) wordt aangeboden. Daarmee is direct duidelijk dat het dekbedovertrek van Faro – anders dan het dekbedovertrek van Snurk – op twee verschillende manieren te gebruiken is. Dat de achterkant volstrekt anders is is duidelijk en wordt ook niet betwist.