Gepubliceerd op woensdag 6 november 2024
IEF 22337
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
23 okt 2024
Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 okt 2024, IEF 22337; ECLI:EU:T:2024:725 (Orgatex tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/nietigheidsverklaring-gemeenschapsmodel-van-orgatex-blijft-in-stand

Nietigheidsverklaring gemeenschapsmodel van Orgatex blijft in stand

Gerecht EU 23 oktober 2024, IEF 22337, ECLI:EU:T:2024:725 (Orgatex tegen EUIPO) In 2020 is een vordering ingesteld bij het EUIPO tot nietigverklaring van een gemeenschapsmodel voor een wegmarkering, waarvan Orgatex de houder is. De nietigheidsafdeling wees de vordering af, maar interveniënt L. Longton ging in beroep. De kamer van beroep vernietigde de beslissing en verklaarde het model nietig, omdat de perspectieven incoherenties vertoonden, zoals verschillen in diepte, vorm van de omtreklijnen en kleurverschillen, waardoor één enkel model niet kon worden vastgesteld. Orgatex betoogde dat de kamer van beroep geen rekening had gehouden met een uitleggingsbeginsel ten gunste van de aanvrager. Orgatex stelde dat de verschillen in nuances te wijten waren aan belichting en dat de zichtbaarheid van de omtreklijnen werd beïnvloed door transparante kleefstrips. Het Gerecht verwierp dit argument en concludeerde dat er in een nietigheidsprocedure geen beginsel van uitleg ten gunste van de houder bestaat. Dit is noodzakelijk om de strikte beoordeling van de geldigheid van een gemeenschapsmodel in een nietigheidsprocedure te waarborgen, gezien het vermoeden van geldigheid dat geldt in inbreukprocedures.

De kamer van beroep beoordeelde de afbeeldingen op basis van twee veronderstellingen: eerst dat de perspectieven 1.1 en 1.2 de voorkant tonen en 1.3 en 1.4 de achterkant, en vervolgens dat perspectief 1.1 de voorkant toont en de andere drie de achterkant. In beide gevallen constateerde zij onoplosbare incoherenties. De verschillen in nuances en kleurgebruik konden niet door belichting worden verklaard, aangezien er geen lichtbron was. Het Gerecht bevestigde het oordeel van de kamer van beroep en oordeelde dat Orgatex geen argumenten had aangevoerd die de rechtmatigheid van de beslissing aantastten.