Gepubliceerd op donderdag 13 oktober 2005
IEF 1045
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nog een amendement

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 874 (R 1777), nr. 17. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van  het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van  artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van  Europese octrooien. Amendement van het lid Blom ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 121 Ontvangen 11 oktober 2005.

"Dit amendement voorziet erin dat Nederland het Vertalingenprotocol niet eerder bekrachtigt dan nadat de andere staten dat protocol hebben bekrachtigd. Vanwege de geringe reciprociteit die ondertekening van het protocol met zich meebrengt zal de concurrentiepositie van het octrooihoudende Nederlandse bedrijfsleven bij ondertekening verslechteren. Aangezien ondertekening van het Vertalingenprotocol ook onaantrekkelijk is voor het eigen octrooihoudende bedrijfsleven in potentiële protocollanden neemt de kans af dat deze landen het protocol zullen aannemen en aanwenden om hun taalpolitieke standpunt in het kader van het Gemeenschapsoctrooi te wijzigen."

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, eerste lid, wordt toegevoegd: met dien verstande dat het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, niet eerder wordt bekrachtigd voor Nederland dan nadat alle staten buiten Nederland die partij zijn bij het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), tevens partij zijn geworden bij het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien.