Gepubliceerd op zondag 30 oktober 2005
IEF 1125
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nog een bureauzaak

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20 september 2005, LJN: AU5193. Geanonimiseerde partijen.

Het gaat in deze zaak, kort samengevat en voor zover in hoger beroep van belang, om het volgende: geïntimeerde heeft in opdracht van appellante een ontwerp voor kantoormeubilair gemaakt. Over de verdere gang van zaken is tussen partijen onenigheid ontstaan. Op 11 oktober 2001 heeft geïntimeerde onder appellante conservatoir beslag tot afgifte doen leggen op twee prototypes van door hem ontworpen bureaus. Bij dagvaarding van 7 februari 2002 heeft geïntimeerde op grond van zijn auteursrecht ten aanzien van het kantoormeubilair voor de rechtbank te Breda een procedure aanhangig gemaakt tegen appellante.

Bij vonnis van 17 maart 2004 is appellante onder meer veroordeeld om, kort samengevat, binnen veertien dagen na betekening van het vonnis alle inbreukmakende meubelen of componenten daarvan af te geven aan geïntimeerde.  In dit kort geding vordert appellante, kort gezegd, opheffing van beide executoriale beslagen op verbeurte van een dwangsom, op de grond dat deze onrechtmatig zijn gelegd aangezien appellante geen dwangsommen heeft verbeurd (…)Wanneer onder deze omstandigheden appellante de bureaus laat vernietigen, kan zij niet verwachten dat geïntimeerde daarmee genoegen neemt. Wanneer zij nu tot afgifte niet in staat zegt te zijn, is dat een omstandigheid die uitsluitend haarzelf aangaat nu uitsluitend zijzelf daarvoor verantwoordelijk te houden is en van een overmachtsituatie geen sprake is. Wat dan resteert is het voldoen van de dwangsommen. Of het vernietigen al dan niet daadwerkelijk en/of abusievelijk heeft plaatsgevonden komt bij deze stand van zaken niet aan de orde. Lees arrest hier.