Gepubliceerd op woensdag 7 februari 2024
IEF 21877
Rechtbanken ||
23 feb 2024
Rechtbanken 23 feb 2024, IEF 21877; C/13/744980/KG ZA 24-25 EAM/LO (Eiser tegen Noordkaap en Talpa), https://ie-forum.nl/artikelen/noordkaap-mag-beelden-van-eiser-uitzenden-1

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law. 

Noordkaap mag beelden van eiser uitzenden

Vzr. Rb. Amsterdam 23 januari 2024, IEF 21877;C/13/744980/KG ZA 24-25 EAM/LO (Eiser tegen Noordkaap en Talpa) Eiser was eigenaar van een bouwbedrijf genaamd LVL Industry Holding B.V. (hierna: LVL). Noordkaap produceert het programma "Stegeman op de Bres", waarin presentator Alberto Stegeman zich inzet voor mensen met een conflict. Nadat Noordkaap meldingen ontving van mensen die aangaven opgelicht te zijn door LVL, hebben zij een onderzoek ingesteld naar het bedrijf. Hierbij heeft Noordkaap onder andere eiser geconfronteerd met de beschuldigingen middels een telefoongesprek, dat is opgenomen. Een deel van dit gesprek zou in de voorgenomen uitzending van 28 januari 2024 te horen zijn. Eiser vordert dat gedaagden (Noordkaap en Talpa) verboden wordt om deze beeld- en/of geluidsopnames openbaar te maken, en een verbod op het via de televisie openbaar maken van beschuldigingen van onrechtmatig handelen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vorderingen jegens Talpa, nu deze vennootschap niet de zender noch houder van de uitzendlicentie is. Het spoedeisende belang van zijn vordering jegens Noordkaap wordt aangenomen, gezien de datum waarop Noordkaap de aflevering wil uitzenden. De voorzieningenrechter stelt dat toewijzing van de vordering neer zou komen op preventieve censuur, aangezien er slechts een klein fragment en niet de hele uitzending is voorgelegd aan de voorzieningenrechter. Dit wordt enkel in uitzonderlijke omstandigheden toegewezen. Hiervoor is de eis dat de publicatie tot onherstelbare schade zal leiden die niet meer hersteld kan worden na de openbaarmaking. In de stukken en in de pleitnota heeft Noordkaap uiteengezet wat er in de voorgenomen uitzending te zien zal zijn, namelijk het verhaal van de gedupeerden. Noordkaap beschikt over interviews met de gedupeerden, aannemingsovereenkomsten, facturen, betaalbewijzen, processen-verbaal van aangifte en e-mail- en Whatsapp-conversaties die dit verhaal ondersteunen. Hiermee vinden de beschuldigingen van Noordkaap voldoende steun in de feiten. De stukken die eiser aanlevert zijn volgens de voorzieningenrechter niet voldoende om het tegendeel te bewijzen. Noordkaap geeft aan maatregelen te nemen om de privacy van eiser te beschermen, waardoor het aannemlijk is dat eiser niet herkenbaar zal zijn voor het grote publiek. Gelet op al het voorafgaande worden de vorderingen jegens Noordkaap afgewezen.

4.14. De stukken die [X] heeft overgelegd zijn bouwtekeningen, constructieberekehingen en excel-bestanden met planningen. Ook heeft [X] een offerte overgelegd van een onderaannemer voor het fabriceren en plaatsen van heipalen voor [X]. [X] heeft geen enkel betalingsbewijs overgelegd, van bijvoorbeeld de heipalen of andere bestelde materialen, of van de kosten voor het maken van tekeningen en constructieberekeningen. Op vragen van de opdrachtgevers om specificatie en bewijzen van betaling heeft LVL ontwijkend gereageerd en heeft zij geantwoord dat zij dat niet gaat doen en dat als er zo weinig vertrouwen is dat LVL dan liever de opdracht annuleert (zie 2.12). Op uitnodiging van Noordkaap om met stukken te komen die zijn verklaring ondersteunen heeft [X] gesteld dat hij die stukken niet met Noordkaap mag delen omdat zij geen volmacht heeft van de opdrachtnemers. Dit is geen sterk argument, nu de opdrachtnemers juist degenen zijn die Noordkaap hebben ingeschakeld. Al met al heeft [X] dus niet kunnen verklaren waaraan de ruim € 300.000,- van de families [X] en [X] zijn uitgegeven. Gelet op de beschuldigingen die Noordkaap heeft geuit, en die zij heeft onderbouwd met bewijsstukken. had het op de weg van [X] gelegen om daar voldoende tegenover te stellen. Daarin is hij niet geslaagd. De conclusie is dan ook dat de beschuldigingen voldoende steun vinden in de feiten.