Gepubliceerd op maandag 19 november 2012
IEF 12018
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Om als stoel te kunnen fungeren

Rechtbank 's-Hertogenbosch 14 november 2012, LJN BY3465 (eisers tegen Maxfurn c.s.)

Afwijzing vorderingen op basis van auteursrecht. Slaafse nabootsing.

Eiser is van 1 oktober 1986 tot 1 juni 2007 in dienst geweest van Maxfurn c.s., eerst als marketingmanager en later als Directeur Verkoop. Maxfurn is sinds 1986 actief in de meubelbranche. Oud-werknemer (eisers) vordert van oud-werkgeefster (gedaagden) nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Maxfurn c.s. stellen in reconventie dat eisers inbreuk maken op haar auteursrecht op de stoelen Elvis, Elise, Kappa, Paddy, Cordo en Bari c.q. haar slaafs navolgt alsmede dat hij haar onrechtmatig beconcurreert en handelt in strijd met post-contractuele verplichtingen.

Per stoel noemen Maxfurn c.s. om welke auteursrechtelijk beschermde trekken het met name gaat en met welke stoel eisers inbreuk maken op het auteursrecht.

Naar het oordeel van de rechtbank komt aan geen van de litigieuze stoelen van Maxfurn (...) auteursrechtelijke bescherming toe. Maxfurn (...)  hebben op geen enkele wijze onderbouwd wat er nieuw en origineel zou zijn aan de ontwerpen en de daaraan ten grondslag liggende filosofie. Het mag zo zijn dat stoelen in het algemeen een aantal functionele kenmerken (vier poten, een zitting, een rugleuning (en armleuningen)) hebben om als stoel te kunnen fungeren, dat neemt niet weg dat de vrijheid om die functionele kenmerken op originele wijze vorm te geven zeer ruim is.

Vast staat dat de stoelen van eiser, behalve de Rosa en de Oris, op meerdere onderdelen verschillen vertonen met de stoelen van Maxfurn c.s.. Nu de vormgeving van de volgens Maxfurn met de Rosa en de Oris nagebootste stoelen Cordo en Bari banaal te noemen is, zoals hiervoor overwogen, kan niet gezegd worden dat de Cordo en de Bari onderscheidend vermogen hebben. De reconventionele vorderingen van Maxfurn c.s. hebben onvoldoende aangevoerd om verwarringsgevaar aan te nemen.

4.3.  De rechtbank stelt het volgende voorop. Wil een voortbrengsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, dan is vereist dat het een eigen intellectuele schepping van de maker betreft die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzen bij de totstandkoming van dat voortbrengsel. Daartoe behoort in elk geval niet al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Ook is van bescherming uitgesloten datgene wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect.

Naar het oordeel van de rechtbank komt aan geen van de litigieuze stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2] auteursrechtelijke bescherming toe. Maxfurn en [gedaagde 2] hebben op geen enkele wijze onderbouwd wat er nieuw en origineel zou zijn aan de ontwerpen en de daaraan ten grondslag liggende filosofie. Het mag zo zijn dat stoelen in het algemeen een aantal functionele kenmerken (vier poten, een zitting, een rugleuning (en armleuningen)) hebben om als stoel te kunnen fungeren, dat neemt niet weg dat de vrijheid om die functionele kenmerken op originele wijze vorm te geven zeer ruim is, zoals uit de vormgevingsgeschiedenis (maar niet uit de ontwerpen van (Maxfurn en) [gedaagde 2]) blijkt.
Blijkens door [eisers] in het geding gebrachte foto’s zijn alle door [gedaagde 2] toegepaste vormgevingselementen al ooit eerder door anderen toegepast. Het enkele feit dat de ontwerpen van [gedaagde 2] ontstaan door het combineren van verschillende vormgevingselementen en dat daarbij keuzes worden gemaakt, maakt nog niet dat sprake is van oorspronkelijkheid en/of een intellectuele schepping van de maker. Van geen van de stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2] kan gezegd worden dat zij ten opzichte van oudere modellen opvallen door originaliteit of een eigen karakter. De vormgeving van de stoelen Cordo en Bari, waarvan Maxfurn stelt dat zij de auteursrechten heeft verworven van IBG Nederland BV, is zelfs banaal te noemen. Voorts hebben Maxfurn en [gedaagde 2], gelet op de betwisting van de zijde van [eisers] onvoldoende onderbouwd dat sprake is van “makerschap” in de zin van het auteursrecht.
Dit betekent dat alle vorderingen van Maxfurn en [gedaagde 2] die zijn gebaseerd op de gestelde inbreuk op hun auteursrechten zullen worden afgewezen.

Slaafse nabootsing
4.5.  De rechtbank overweegt het volgende. Ten aanzien van nabootsing van een product dat niet wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat. Dit beginsel lijdt uitzondering wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van zijn product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat (HR 20 november 2009, NJ 2011, 302, Lego-arrest, r.o. 3.3.2).

Vast staat dat de stoelen van [eiser 1], behalve de Rosa en de Oris, op meerdere onderdelen verschillen vertonen met de stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2]. Aldus hebben [eisers] voldoende afstand genomen van de niet door originaliteit of een eigen karakter opvallende stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2]. Nu de vormgeving van de volgens Maxfurn en [gedaagde 2] met de Rosa en de Oris nagebootste stoelen Cordo en Bari banaal te noemen is, zoals hiervoor overwogen, kan niet gezegd worden dat de Cordo en de Bari onderscheidend vermogen hebben. Maxfurn en [gedaagde 2] hebben onvoldoende aangevoerd om verwarringsgevaar aan te nemen.

Dit betekent dat alle vorderingen van Maxfurn en [gedaagde 2] die zijn gebaseerd op de gestelde slaafse nabootsing zullen worden afgewezen.