Gepubliceerd op woensdag 11 januari 2006
IEF 1475
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ondertussen in Gramsbergen (2)

Rechtbank Zwolle, 20 juli 2005. LJN: AU6956. Stichting Beeldrecht tegen Gemeente Hardenberg. Vonnis in aansluiting op dit eerdere bericht.

In het centrum van Gramsbergen staat de Nederlands Hervormde Kerk met daarbij de beeldengroep "Pieterpad" van Allersma, een beeldhouwwerk. De beeldengroep is conform wens van Allersma geplaatst in een plantsoentje aan de Stationsstraat (hoek Kerkstraat), zichtbaar vanuit de openbare weg.

Per 1 januari 2001 zijn de gemeenten Avereest, Gramsbergen en Hardenberg samengevoegd tot de gemeente Hardenberg. In verband daarmee heeft de gemeente een nieuwe "huisstijl" laten maken ten behoeve van de publicatie van gemeentenieuws. In een uitvergroot logo van de gemeente zijn drie afbeeldingen verwerkt van representatieve objecten die zich bevinden in de hoofdplaatsen van de drie voormalige gemeenten Avereest, Gramsbergen en Hardenberg.  Een van die afbeeldingen betreft een deel van de beeldengroep van Allersma. Van de beeldengroep van drie figuren is een deel van twee figuren zichtbaar. Op de achtergrond is (een deel van) de Nederlands Hervormde Kerk te zien.

Aan de orde is de vraag of de gemeente inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Allersma. Meer in het bijzonder dient eerst de vraag te worden beantwoord of de gemeente zich terecht beroept op de beperking op het auteursrecht als neergelegd in artikel 18 van de Auteurswet (oud).

De rechtbank stelt vast dat in het katern van 25 april 2001 dat de gemeente heeft gedeponeerd, valt te zien dat de huisstijl van de gemeente een driehoekige collage is van het vergrote logo van de gemeente, dat bijna de helft van de afbeelding inneemt, en drie deels in elkaar overlopende foto's van (delen van) de objecten. De afbeelding die als kenmerkend voor de voormalige gemeente Gramsbergen is gebruikt betreft een afbeelding van een deel van de beeldengroep in de omgeving waar het is geplaatst met op de achtergrond de Nederlands Hervormde Kerk. Het werk is dus (gedeeltelijk) afgebeeld met daarachter een ander - onbetwist kenmerkend - object.

Het betreft derhalve niet een afbeelding van de (gehele) beeldengroep op zichzelf, dat uit haar context is gehaald, of, zoals Beeldrecht stelt, "uit zijn omgeving gelicht en afzonderlijk door de Gemeente geëxploiteerd". Van een 'kale' reproductie van het kunstwerk is dan ook geen sprake. Het gaat hier veeleer om een straatbeeld, waarin weliswaar een deel van de beeldengroep prominent aanwezig is, maar dat is verwerkt in een groter geheel. Op grond hiervan, mede gezien het hierboven omschreven gehele beeld van de collage, is de rechtbank van oordeel dat het werk van Allersma niet (mede) als een hoofdvoorstelling wordt gebezigd.

De gemeente heeft zich derhalve terecht op het bepaalde in artikel 18 van de Auteurswet beroepen. Gelet hierop hoeven de overige stellingen en weren geen bespreking meer. Lees het vonnis hier.