Gepubliceerd op maandag 24 februari 2025
IEF 22556
Rechtbank Amsterdam ||
11 feb 2025
Rechtbank Amsterdam 11 feb 2025, IEF 22556; ECLI:NL:RBAMS:2025:962 (Eiseres sub 1 c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatige-facebook-uitlatingen-rechter-stelt-grenzen-aan-online-beschuldigingen

Onrechtmatige Facebook-uitlatingen: rechter stelt grenzen aan online beschuldigingen

Rb. Amsterdam 11 februari 2025, IEF 22556, IT 4788; ECLI:NL:RBAMS:2025:962 (Eiseres sub 1 c.s. tegen gedaagde). Eiseres sub 1 is een handelsonderneming die onder verschillende handelsnamen diverse diensten aanbiedt en producten verkoopt. Een deel van haar handelswaar koopt zij in Thailand in. Om haar diensten te promoten, adverteert eiseres sub 1 onder meer op Facebook. Eiser sub 2 en zijn broer zijn vennoten van eiseres sub 1. Gedaagde heeft op Facebook gereageerd op berichten die door eiser sub 2 zijn geplaatst. Deze berichten hebben alle als strekking dat eiser sub 2 een oplichter is. Eiseres sub 1 c.s. hebben gedaagde meerdere keren gesommeerd de berichten te verwijderen, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid. In deze zaak vorderen eiseres sub 1 c.s. een verklaring voor recht dat een aantal uitlatingen onrechtmatig is, dat gedaagde een schadevergoeding van € 5.000 moet betalen, dat hij de berichten moet verwijderen en verwijderd moet houden, en tot slot dat gedaagde wordt verboden zich op Facebook over eiseres sub 1 uit te laten. In reconventie vordert gedaagde dat eiseres sub 1 c.s. worden veroordeeld tot het betalen van een immateriële schadevergoeding. De reden hiervoor is dat gedaagde gehuwd is met een Thaise vrouw en met haar in Thailand wil gaan wonen. Volgens gedaagde kan hij schade ondervinden, omdat eiseres sub 1 c.s. een melding over hem hebben gedaan bij de Thaise autoriteiten. 

Volgens gedaagde zijn zijn uitlatingen op Facebook niet onrechtmatig, maar de kantonrechter denkt daar anders over. De rechter oordeelt namelijk dat gedaagde de grenzen van betamelijkheid heeft overschreden. Dit is het geval omdat gedaagde eiseres sub 1 c.s. publiekelijk en herhaaldelijk heeft beschuldigd van oplichting. Oplichting is een strafbaar feit. Er zijn echter geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit dit blijkt, noch is er een rechter geweest die dit heeft vastgesteld. Daar komt bij dat gedaagde zelf geen zaken heeft gedaan met eiseres sub 1 c.s., waardoor hij niet persoonlijk is opgelicht en deze misstand dus niet aan de kaak stelt. De geplaatste berichten op Facebook zijn daarom onrechtmatig. De genoemde berichten moeten worden verwijderd, op verbeurte van een dwangsom. Niet alle vorderingen worden echter toegewezen. Het gevorderde verbod om zich op welke manier dan ook uit te laten over eiseres sub 1 c.s. is te breed. Toewijzing hiervan zou een te grote beperking van de vrijheid van meningsuiting opleveren en wordt daarom afgewezen. Ook de over en weer gevorderde immateriële schadevergoedingen zijn onvoldoende onderbouwd en worden afgewezen.

13. Het staat [gedaagde] in beginsel vrij om zijn persoonlijke mening en zorgen publiekelijk te uiten, maar hij is daarbij wel aan zekere grenzen van betamelijkheid gebonden. [gedaagde] heeft die grenzen in dit geval overtreden. [gedaagde] heeft [eiseres sub 1] c.s. publiekelijk en herhaaldelijk beschuldigd van (het strafbare feit van) oplichting, zonder dat een onafhankelijke rechter heeft geoordeeld dat daarvan sprake is en zonder dat [gedaagde] concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd, waaruit objectief kan worden vastgesteld dat [eiseres sub 1] c.s. zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting.