Gepubliceerd op vrijdag 30 juni 2006
IEF 2279
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ontzorgen

Rechtbank Zutphen, 30 juni 2006, ZorgSaam tegen SZVK (Met dank aan Anne Voerman, De Brauw Blackstone Westbroek)

Interessant vonnis over normaal gebruik, beschrijvende merken en associatie.

ZorgSaam is rechthebbende - krachtens een internationaal depot - op respectievelijk het Benelux woordmerk Zorgzaam, Zorgsaam en ZorgSaam en op een beeldmerk met twee gestileerde poppetjes voor warenklasse 36 (bovenste afbeelding). Stichting Zorgzaam (verder te noemen SZVK c.s.)  is rechthebbende - krachtens een internationaal depot - op een beeldmerk voor de warenklasse 36 (onderste afbeelding).

Woordmerk. De rechtbank Zutphen stelt: "Er bestaat een redelijke kans dat de bodemrechter de door SZVK c.s. aangekondigde vordering tot vervallenverklaring van het woordmerk Zorgzaam zal toewijzen. SZVK c.s. kan als belanghebbende het verval inroepen van dit merkrecht [...] nu onweersproken is gesteld dat ZorgSaam gedurende een periode van méér dan vijf jaar na de datum van het merkdepot geen normaal gebruikt heeft gemaakt van het woordmerk Zorgzaam. Ook de aangekondigde vordering tot nietigverklaring van de merken wegens het louter beschrijvende karakter daarvan, kan een redelijke kans van slagen niet worden ontzegd. SZVK c.s. kan als belanghebbende de nietigheid inroepen van het woordmerk Zorgzaam. [...] Voldoende aannemelijk is dat zorgzaam een dergelijke aanduiding is. [...] Ook de woordmerken Zorgsaam en ZorgSaam lopen derhalve een redelijke kans om in een bodemprocedure nietig te worden verklaard vanwege het louter beschrijvende karakter ervan."

Nu onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de merken door inburgering wel onderscheidende kracht hebben verworven, wijst de rechtbank alle de op bescherming van de woordmerken van ZorgSaam gerichte vorderingen af.

Beeldmerk. Ten aanzien van de beeldmerken ZorgSaam en Zorgzaam stelt de rechtbank dat deze visueel duidelijk verschillen. "Derhalve is het niet aannemelijk geworden dat het publiek (de gemiddelde consument) merk en teken niet alleen met elkaar associeert, maar ook meent dat beide van dezelfde onderneming [...] afkomstig zijn." Ook het beroep op zowel artikel 13A lid 1 onder d BMW als artikel 5a Handelsnaamwet faalt. Aldus worden de op de merkenrechten van ZorgSaam gebaseerde vorderingen afgewezen "[...] vanwege de (redelijke kans op) verval dan wel nietigheid van de woordmerken van ZorgSaam en het ontbreken van verwarringsgevaar tussen de beeldmerken van partijen."

Handelsnaam. "Nu de oudste rechten van ZorgSaam op de handelsnaam (overeenstemmend met) ZorgSaam niet aannemelijk zijn geworden, worden de op het handelsnaamrecht gebaseerde vorderingen afgewezen en kan in het midden worden gelaten of de beschermingsomvang van deze beschrijvende handelsnaam zodanig is dat Zorgsaam zich kan verzetten tegen het gebruik van de handelsnaam zorgzaam door Stichting Zorgzaam, mede gezien het gebied waarin ZorgSaam actief is en de doelgroepen waarop partijen zich richten."

Lees het vonnis hier.