Gepubliceerd op woensdag 15 augustus 2012
IEF 11672
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Onverwacht bonus effect maakt werkwijze niet alsnog inventief

Hof 's-Gravenhage 31 juli 2012, LJN BX4367 (John Bean Technologies Corp. tegen Immo Afo h.o.d.n. Afoheat)

In navolging van Rb [IEF 9433]. Octrooirecht. EP1321044 gedaagde m.b.t. een werkwijze voor het ononderbroken koken van vleesvoedingsproducten. Bij de rechtbank vorderde eiser de vernietiging van het Nederlandse deel, maar ziet zijn vorderingen afgewezen worden. De conclusies van het octrooi waren niet nieuw en inventief. Het pas bij pleidooi opwerpen van nieuwe geldigheidsbezwaren werd i.c. in strijd met de goede procesorde geacht, in het bijzonder die van het versneld regime voor octrooizaken.

In beroep vernietigt het Hof het Nederlandse deel van het octrooi wegens het ontbreken van nieuwheid en inventiviteit geoctrooieerde inrichting en ontbreken inventiviteit van de werkwijze. Onverwacht bonus effect maakt niet inventieve werkwijze/gebruik niet (alsnog) inventief.

Onverwacht Bonusvoordeel
27. De stelling van Afoheat dat het gebruik van MF branders in een tunneloven voor het koken van vlees als voordeel heeft dat het vochtverlies wordt verminderd en de smaak van het vlees wordt verbeterd - welke stelling overigens gemotiveerd door JBT wordt betwist, stellende dat dit voordeel zich ook bij andere IR branders voordoet - en de op basis daarvan door Afoheat geformuleerde probleemstelling, kan aan het bovenstaande niet afdoen. Er is sprake van een onverwacht bonusvoordeel/effect, waardoor het geclaimde gebruik van de oven, dat naar het oordeel van het hof voor de gemiddelde vakman voor de hand lag, niet (alsnog) inventief wordt (vergelijk Board of Appeal T 936/96 en T 170/06). Dat sprake is van een onverwacht bonus voordeel stelt Afoheat overigens zelf in zijn conclusie van antwoord (punt 4.27): "In dit verband is van belang dat men bij Afoheat, zelfs nadat men tot het idee was gekomen om een oven uit te rusten met een MF brander, geen rekening had gehouden met een dergelijke substantiële reductie van gewichtsverlies" en in de pleitaantekeningen in eerste aanleg (pagina 3): " Bij de ontwikkeling van een nieuwe lijn ovens voor pre-cooking van vleesproducten heeft Afoheat met het oog op capaciteitsvergroting een keer een oven uitgerust met een aantal MF-branders. Dit bleek een aantal bijzondere niet verwachte bij-effecten te hebben ten aanzien van de kwaliteit van de vleesproducten, zoals in het octrooi helder beschreven (minder vochtverlies, betere smaak)"

30. Het bovenstaande brengt mee dat het hof van oordeel is dat het Nederlands deel van het octrooi alsnog dient te worden vernietigd.

31. Afoheat heeft (meer) subsidiair nog verzoeken gedaan om het octrooi slechts gedeeltelijk te vernietigen en voor het overige beperkt in stand te laten overeenkomstig een door haar geformuleerd hoofd- en hulpverzoek. Deze teksten heeft het hof geweigerd, omdat zij te laat voor het pleidooi waren toegezonden. Dat doet er niet aan af dat het hof ook los daarvan de octrooien slechts gedeeltelijk zou kunnen vernietigen. De door Afoheat tijdens het pleidooi in hoger beroep genoemde beperkingen - waarbij de inrichtingsconclusies worden vervangen door gebruiks-en/of werkwijzeconclusies en het opnemen van de definitie van vleesvoedingsproducten in de hoofdconclusie - leiden er echter niet toe dat het aldus beperkte octrooi geldig is. Zoals hiervoor is overwogen zijn ook de gebruiksconclusies niet inventief en geldt dat ook als de definitie van vleesvoedingsproducten in de hoofdconclusie wordt opgenomen.