Gepubliceerd op woensdag 7 november 2012
IEF 11975
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Op Marktplaats aangeboden 'namens een vriend'

Rechtbank 's-Gravenhage 7 november 2012, zaaknr. 421152 / HA ZA 12-725 (Björn Borg Brands tegen Y)

Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, Deterink.

Björn Borg is houdster van de volgende merken woordmerk BJÖRN BORG, woord-/beeldmerk BJÖRN BORG, Beneluxwoord-/beeldmerk BJÖRN BORG.

Y handelt op de Koninginnenmarkt / Braderie in Tilburg in ondergoed (boxers) met het merkteken BJÖRN BORG. BJÖRN BORG stuurt Y een onthoudingsverklaring, deze is Y doorgenomen en heeft deze vervolgens ondertekend. Op Marktplaats.nl gaat Y vervolgens onder gebruikmaking van diverse aliassen door met het aanbieden van de inbreukmakende boxers. Dat Y de boxers zou hebben aangeboden 'namens een vriend', dat hij zelf geen voorraad boxers zou hebben gehad en niets zou hebben verkocht, kan Y niet baten. De Rechtbank acht dat niet geloofwaardig, Y stelt immers ook van zijn toeleverancier geen contactgegevens te hebben, wat niet aannemelijk voorkomt als hij voor 'een vriend' aanbiedt.

Het verweer dat - vanwege de lage prijs en het feit dat de prints van de aangeboden boxers niet dezelfde zouden zijn als die van de orignele Björn Borg boxers- 'iedereen weet dat het namaak is zodat er geen verwarring zou zijn, wordt als niet ter zake dienend gepasseerd.

BJÖRN BORG vordert en krijgt een merkinbreukverbod en schadevergoeding. De Rechtbank wijst de vorderingen toe en acht Y. gebonden aan de getekend onthoudingsverklaring (van een wilsgebrek is geen sprake). Y wordt veroordeeld tot betaling van een aan BJÖRN BORG te betalen dwangsom van € 500,- per inbreukmakend product, een schadevergoeding en wordt bevolen de volledige voorraad van inbreukmakende producten te (laten) vernietigen.

4.2. Y. erkent dat hij - onder de namen [A], [B] en [C], via advertenties op Marktplaats, alsmede op de Koninginnemarkt in Tilburg- boxers heeft aangeboden voorzien van het teken BJORN BORG die niet van Bjorn Borg afkomstig zijn. Daarmee staat vast dat hij inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Bjorn Borg. Het verweer dat - vanwege de lage prijs en het feit dat de prints van de aangeboden boxers niet dezelfde zouden zijn als die van de orignele Björn Borg boxers- 'iedereen weet dat het namaak is zodat er geen verwarring zou zijn, wordt als niet ter zake dienend gepasseerd. Nu de door Y. aangeboden boxers (en de verpakking) zijn voorzien van een met het woordmerk van Bjorn Borg identiek teken, is sprake van merkinbreuk in de zin van artikel 9 lid 1 onder a van de Gemeenschapsmerkverordening, waarvoor geen verwarring is vereist. Dat Y. heeft geadverteerd onder het volgens hem niet-identieke teken 'bjorn borg'staat aan het aannemen van merkinbreuk in de zin van genoemde bepaling niet in de weg, reeds omdat de aangeboden boxers en de verpakking wel van het identieke teken BJORN BORG zijn voorzien.

4.5. De rechtbank volgt de lezing van Bjorn Borg en achte Y. gebonden aan de onthoudingsverklaring. Dat sprake zou zijn van een wilsgebrek bij het aangaan van de overeenkomst heeft Y. onvoldoende gemotiveerd gesteld en de rechtbank acht dat ook niet aannemelijk. Y. stelt immers dat hij wel begrepen had dat hij een boete (schadevergoeding) aan Bjorn Borg diende te betalen. Nadat hij per aangetekende post (alsnog of opnieuw) een kopie van de door hem ondertekende onthoudingsverklaring had ontvangen, heeft Y. zich niet op het standpunt gesteld dat betaling van een bedrag te hoogte van 3.000,- niet was overeengekomen. Integendeel, hij heeft op 19 juni 2012 aan de raadsman van Björn Borg laten weten dat bedrag (in termijnen) te willen betalen. De rechtbank acht Y. derhalve gehouden tot betaling van het overeengekomen bedrag van € 3.000,- als vergoeding voor de tot 30 april 2012 door hem gepleegde merkinbreuken en de daardoor veroorzaakte schade.

De rechtbank

5.1. beveelt Y. om met onmiddelijk ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op het in paragraaf 2.1. van dit vonnis genoemde merken van Björn Borg in de Gemeenschat te staken en gestaakt te houden;