Gepubliceerd op vrijdag 2 augustus 2024
IEF 22174
EUIPO - OHIM ||
20 jun 2024
EUIPO - OHIM 20 jun 2024, IEF 22174; (Porsche), https://ie-forum.nl/artikelen/optrekkend-geluid-van-een-auto-heeft-geen-onderscheidend-vermogen

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

Kamer van Beroep EUIPO 20 juni 2024, IEF 22174 (Porsche). Op 18 november 2022 heeft Porsche gepoogd een geluidsmerk te laten registreren bij het EUIPO, maar zonder succes. Op 25 augustus 2023 heeft het EUIPO te kennen gegeven dat het door Porsche ingediende geluid onvoldoende onderscheidend vermogen heeft. Specifiek gaat het om het kunstmatig nagebootste geluid van een versnellende auto in de verte. Porsche is tegen de beslissing van het EUIPO in beroep gegaan, waarop de Kamer van Beroep (hierna: KvB) van het EUIPO nu uitspraak doet. In tegenstelling tot het EUIPO, vindt Porsche dat het ingediende geluid voldoende herkenbaar is en als herkomstaanduiding kan dienen voor een commercieel merk. Dit zou onder meer blijken uit het feit dat het gangbaar is onder autofabrikanten om geluiden als middel te gebruiken om auto´s een onderscheidend karakter te geven.

De KvB stelt voorop dat een merk onderscheidend vermogen heeft als het in staat is om een product of dienst aan te duiden, met name in vergelijking tot de producten en diensten van andere ondernemingen. De perceptie van het relevante publiek speelt in dat kader een belangrijke rol, waarbij de KvB benadrukt dat het publiek en daarmee de perceptie kan verschillen naargelang het type product of dienst waarvoor het merk wordt ingeschreven. Over het algemeen is men niet zozeer gewend aan simpele geluiden als merken, aldus de KvB. Dat is niet anders voor het geluid in kwestie. Sterker nog, dit ´banale´ geluid zal door het relevante publiek naar verwachting als beschrijvend worden geïnterpreteerd: deze ziet op de functionaliteit van de producten waarvoor het merk is ingeschreven. De intentie van Porsche om zich te onderscheiden en het feit dat autofabrikanten in de praktijk geluiden gebruiken ter onderscheiding, doet daar niet aan af. Het onderhavige geluid is onvoldoende memorabel en staat niet onafhankelijk van de betrokken waren en diensten. Ook het feit dat er al bestaande merkinschrijvingen zijn die veel gemeen hebben met het geluid van Porsche, snijdt geen hout. Voor zover Porsche doelt op het door haar zelf geregistreerde identieke geluid onder Duits recht, geeft de KvB aan zich niet gebonden te achten aan de beslissingen van lidstaten.

25 Overall, the sign applied for is simple and banal and will be perceived by the relevant public as a mere function of the goods and services claimed, specifically with regard to the angular character or ability of the vehicles or cars. Therefore, in the light of the case-law cited in paragraph 16, it has no resonance or recognition value that would enable the targeted consumers to regard it as an indication of origin and not merely as a functional element or as a reference without a statement.

43 Even if European Union trade mark No 18 424 124 were comparable, it was accepted by a decision at first instance and the Boards did not have the opportunity to assess their eligibility for registration (27/03/2014, T-554/12, Aava Mobile, EU:T:2014:158, § 65, second sentence). The Boards are not bound by decisions of the Examination Division that were not contested. It would be contrary to the competence of the Boards of Appeal laid down in Article 66 to 71 EUTMR for its jurisdiction to be restricted by the requirement to respect the decisions of the first instance adjudicating bodies of the EUIPO (14/09/2022,-498/21, Black Irish, EU:T:2022:543, § 73; 09/11/2016, 290/15-, SMARTER Travel, EU:T:2016:651, § 73).

45 With regard to the identical German trade mark registration, it must also be added that the European Union trade mark regime is an autonomous system with its own set of rules and pursuing objectives that are reasonable to it, as its application is independent of any national system. Consequently, the possibility of registering a sign as a European Union trade mark must be assessed solely on the basis of the relevant Union rules (06/06/2018, C-32/17 P, PARKWAY (fig.), EU:C:2018:396, § 31; 17/01/2019, T-40/18, SOLIDPOWER, EU:T:2019:18, § 47; 408/15-, SON D’UN Jeds sonore PLIM marque sonore), EU:T:2016:468, § 71). Therefore, the Office and, where appropriate, the Union courts are not bound by a decision of a Member State, and in particular a third country, according to which the same sign may be registered as a national trade mark.