Gepubliceerd op maandag 23 augustus 2021
IEF 20147
Rechtbank Rotterdam ||
31 mei 2021
Rechtbank Rotterdam 31 mei 2021, IEF 20147; ECLI:NL:RBROT:2021:7869 (Dmarcian Europe tegen A), https://ie-forum.nl/artikelen/ordemaatregel-gezamenlijk-auteursrecht-op-software

Ordemaatregel gezamenlijk auteursrecht op software

Vzr. Rechtbank Rotterdam 31 mei 2021, IEF 20147, IT 3632; ECLI:NL:RBROT:2021:7869 (Dmarcian Europe tegen A) Kort geding. Verzet. De kern van het geschil tussen partijen is gelegen in de vraag wie de rechthebbende is van de intellectuele eigendomsrechten op de door gedaagde in het verzet ontwikkelde software. Met betrekking tot de samenwerking tussen partijen en ter zake van de intellectuele eigendomsrechten op ontwikkelde en te ontwikkelen software en de reikwijdte van de in verband daarmee verleende/te verlenen licenties zijn geen eenduidig vastgelegde afspraken voorhanden. Wat de juridische situatie is met betrekking tot het eigendom van het intellectueel eigendomsrechten op de huidige versie van de software is gelet op het voorgaande onduidelijk. Op voorhand kan evenwel niet worden uitgesloten dat er sprake is van een gezamenlijk auteursrecht. De onderhavige zaak leent onderhavige zich bij uitstek tot het treffen van een ordemaatregel. Eiser in verzet moet daarom binnen 24 uur de blokkade van (de medewerkers van) gedaagde in verzet tot de voor de uitoefening van haar bedrijfsactiviteiten vereiste (computer)systemen opheffen en opgeheven te houden totdat het onderzoek van de Ondernemingskamer is afgerond, of tot dat een gerechtelijk bodemvonnis is gewezen en in kracht van gewijsde is gegaan. De voorzieningenrechter verbindt hieraan de voorwaarde dat gedaagde in verzet in ruil hiervoor vanaf heden een vergoeding van 20% van de inkomsten uit de verkoop van de software aan eiser in verzet dient af te dragen.

4.11.

In dit kort geding is echter wel duidelijk dat er sprake is van een onhoudbare situatie die onmiddellijk ingrijpen vereist en die in het belang van beide partijen dient te worden opgelost. Om die reden, en gelet op de grote hoeveelheden onzekerheden, alsmede de op handen zijnde resultaten van het onderzoek van de Ondernemingskamer die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het geschil tussen partijen leent onderhavige zich bij uitstek tot het treffen van een ordemaatregel. Bij het bepalen van de reikwijdte en voorwaarden daarvan wordt rekening gehouden met het volgende. dmarcian Europe heeft onbetwist gesteld dat [bedrijf A] en [persoon A] de overeenkomst met dmarcian Europe niet langer nakomen. In de praktijk brengt dit mee dat (de werknemers van) dmarcian Europe geen (volledige) toegang meer hebben tot de klantsystemen en daardoor in sterke mate worden gehinderd in de wijze waarop zij Europese, Afrikaanse en Russische klanten kunnen bedienen. Dat dmarcian Europe de bestanden (inclusief de gezamenlijk ontwikkelde software) die zij nodig heeft om haar bedrijf te blijven voeren op een aparte instance heeft geplaatst doet niets af aan het belang dat dmarcian Europe heeft bij het gevorderde. Het ontwikkelen en verkopen van software is de core business van dmarcian Europe en de samenwerking met [bedrijf A] is daarvoor een noodzakelijke voorwaarden. Daartegenover staat het belang van [bedrijf A] om voor de toegang tot de systemen een redelijke vergoeding van dmarcian Europe te ontvangen. Partijen hebben ter zitting verklaard dat zij een vergoeding van 20% van de inkomsten uit de verkoop van de software af te dragen door dmarcian Europe aan [bedrijf A] redelijk achten. De voorzieningenrechter zal [bedrijf A] daarom gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de blokkade van (de medewerkers van) dmarcian Europe tot het SaaS-platform en de voor de uitoefening van haar bedrijfsactiviteiten vereiste (computer)systemen op te heffen en opgeheven te houden totdat het onderzoek van de Ondernemingskamer is afgerond, of tot dat een gerechtelijk bodemvonnis is gewezen en in kracht van gewijsde is gegaan. De voorzieningenrechter verbindt hieraan de voorwaarde dat dmarcian Europe in ruil hiervoor vanaf heden een vergoeding van 20% van de inkomsten uit de verkoop van de software aan [bedrijf A] dient af te dragen.