Gepubliceerd op maandag 24 februari 2025
IEF 22555
Rechtbank Oost-Brabant ||
19 feb 2025
Rechtbank Oost-Brabant 19 feb 2025, IEF 22555; ECLI:NL:RBOBR:2025:1017 (Eisers tegen Eindhoven Airport), https://ie-forum.nl/artikelen/persoonlijkheidsrechten-architect-niet-geschonden-door-het-ontwerp-van-nieuwe-entreehal-eindhoven-airport

Uitspraak ingezonden door Nanda Ruyters en Lotte Sliedregt, BRIGHT ip lawyers.

Persoonlijkheidsrechten architect niet geschonden door het ontwerp van nieuwe entreehal Eindhoven Airport

Rb. Oost-Brabant 19 februari 2025, IEF 22555; ECLI:NL:RBOBR:2025:1017 (Eisers tegen Eindhoven Airport). In dit kort geding vorderen een architect en zijn vennootschap een bouwverbod voor de nieuwe entreehal van Eindhoven Airport, stellende dat dit inbreuk maakt op zijn persoonlijkheidsrechten (art. 25 lid 1 sub c en d Auteurswet). Hij betoogt dat het ontwerp van EGM een aantasting of verminking is van het mede door eisers gecreëerde terminalontwerp. De architect was betrokken bij de gefaseerde uitbreiding van de luchthaven binnen het consortium Constellation, dat sinds 2000 uitbreidingsplannen ontwikkelde. Na een eerdere auteursrechtelijke veroordeling van Eindhoven Airport werd zonder eisers een nieuwe aanbesteding gestart, resulterend in het ontwerp van EGM. Centraal staat de vraag of Eindhoven Airport met het ontwerp van EGM de persoonlijkheidsrechten van eisers als architect schendt. Eindhoven Airport voert verweer tegen de vorderingen van eisers en betwist dat aan eisers persoonlijkheidsrechten toekomt. Subsidiair stelt Eindhoven Airport dat eisers afstand heeft gedaan van zijn persoonlijkheidsrechten. Voor zover eisers al een beroep kan doen op persoonlijkheidsrechten, dan is volgens Eindhoven Airport geen sprake van een aantasting of verminking van het werk in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Aw. Het bestaande gebouw wordt met het ontwerp van EGM namelijk niet aangetast. Er wordt enkel een nieuwe gebouw naast geplaatst. Aan het bestaande gebouw worden slechts minimale en enkel noodzakelijke aanpassingen aangebracht om de entreehal met de terminal te verbinden.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Het is voldoende aannemelijk dat de huidige terminal kwalificeert als een bouwwerk in de zin van artikel 10 lid 1 aanhef en onder 6 Aw waarop auteursrechten rusten. Ook is voldoende aannemelijk dat eisers kwalificeert als een van de makers van de terminal. Het uitgangspunt is dan dat eisers als mede-auteursrechthebbende in beginsel een beroep kan doen op de persoonlijkheidsrechten van artikel 25 lid 1 Aw. Eisers doet primair een beroep op sub d. Om een geslaagd beroep te kunnen doen op die bepaling moet sprake zijn van een misvorming, verminking of andere aantasting van het werk en moet die aantasting tot reputatieschade van de maker kunnen leiden. Uit het 4-jaargetijdenarrest volgt dat van een aantasting in de zin van sub d pas sprake kan zijn indien de betreffende wijziging afbreuk doet aan de auteursrechtelijk beschermde trekken van het werk. Volgens eisers is daarvan sprake omdat in het ontwerp van EGM de kenmerkende onderdelen van de bestaande terminal niet terugkomen. Dat het ontwerp van EGM op deze punten afwijkt van de bestaande vormgeving is op basis van de overgelegde afbeeldingen duidelijk zichtbaar en wordt door Eindhoven Airport ook niet betwist. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is echter onvoldoende aannemelijk geworden dat daarmee afbreuk wordt gedaan aan de auteursrechtelijk beschermde elementen van het bestaande gebouw. De kenmerkende onderdelen gaan door het plaatsen van de nieuwe entreehal niet verloren. Dat de harmonie en het lijnenspel veranderd zijn door de nieuwe hal is inderdaad zo, maar dit is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende om te kwalificeren als een aantasting.

Eisers doet subsidiair een beroep op artikel 25 lid 1 sub c Aw. Het verweer van Eindhoven Airport dat eisers afstand zou hebben gedaan door niet in te schrijven op de aanbestedingsprocedure en niet deel te nemen aan het collegiaal overleg met EGM, faalt. Het recht waar eisers eventueel afstand van zou hebben gedaan moet niet zo ruim worden uitgelegd dat hieronder ook de persoonlijkheidsrechten vallen. Van rechtsverwerking is ook geen sprake en ook het verweer van Eindhoven Airport dat eisers misbruik maakt van zijn bevoegdheid slaagt niet. Uitgangspunt is dan dat eisers een beroep kan doen op zijn persoonlijkheidsrecht op grond van artikel 25 lid 1 sub c Aw. De vraag is dan of dit beroep slaagt. Dit komt neer op een belangenafweging. Daarbij dienen alle relevante omstandigheden te worden betrokken waarbij de reden voor de wijziging een belangrijke rol speelt. Zoals Eindhoven Airport terecht stelt komt in het geval van bouwwerken aan die reden bijzonder gewicht toe, waarbij het veelal zal gaan om een wijziging van de bestemming of de gebruiksfunctie van een bouwwerk. Daarvan is hier geen sprake, aangezien het huidige gebouw gewoon in gebruik blijft. Ook heeft eisers inspraak gehad in het ontwerpproces, maar hier zelf niks mee gedaan. Slotsom is dan dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk is dat een beroep van eisers op artikel 25 lid 1 sub c Aw in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Alle vorderingen van eisers worden afgewezen.

4.6. Uitganspunt is dan dat [eisers] als mede-auteursrechthebbende in beginsel een beroep kan doen op de persoonlijkheidsrechten van artikel 25 lid 1 Aw. [eisers] doet primair een beroep op sub d. Om een geslaagd beroep te kunnen doen op die bepaling moet sprake zijn van een misvorming, verminking of andere aantasting van het werk en moet die aantasting tot reputatieschade van de maker kunnen leiden. Dat gevaar moet ook bestaan in geval van een misvorming or verminking zo volgt uit het 4-jaargetijdenarrest van de Hoge Raad 2. Daarbij gaat het er om hoe het relevante publiek daarover naar verwachting zal denken. Het gaat om een geobjectiveerde toets. Bij de beoordeling van het effect dat een aantasting van een werk in de ogen van het relevante publiek heeft op de reputatie van de maker van dat werk kunnen alle omstandigheden die daarbij van belang zijn in aanmerking worden genomen. Daarbij spelen onder meer de aard en ernst van de aantasting, de reden voor de wijziging waarin de aantasting is gelegen, de mate van bekendheid van het werk en van de maker bij het relevante publiek, de waarneembaarheid daarvan voor het relevante publiek, en de tijd die al is verstreken tussen de voltooiing van het werk en de aantasting een rol.

Uit het 4-jaargetijdenarrest volgt verder dat van een aantasting in de zin van sub d pas sprake kan zijn indien de betreffende wijziging afbreuk doet aan de auteursrechtelijk beschermde trekken van het werk. Volgens [eisers] is daarvan sprake omdat in het ontwerp van EGM de kenmerkende onderdelen van de bestaande terminal niet terugkomen. Daarbij gaat het met name om een daklijn die afwijkt (plat in plaats van gebogen) het ontbreken van de V-kolommen binnen in de entreehal en de afwijkende verhoudingen van het ontwerp in vergelijking met het bestaande gebouw.

Dat het ontwerp van EGM op deze punten afwijkt van de bestaande vormgeving is op basis van de overgelegde afbeeldingen duidelijk zichtbaar en wordt door Eindhoven Airport ook niet betwist. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is echter onvoldoende aannemelijk geworden dat daarmee afbreuk wordt gedaan aan de auteursrechtelijk beschermde elementen van het bestaande gebouw. De kenmerkende onderdelen gaan door het plaatsen van de nieuwe entreehal niet verloren. De Dakota-vleugels, de V-vormige pilaren in de bestaande hal en de gebogen dakrand blijven intact. De entreehal wordt geplaatst vóór de bestaande terminal met de huidige entreehal. De enige aanpassing aan de huidige terminal is daar waar de nieuwe entreehal door middel van een membraan met de terminal wordt verbonden. Die aanpassing is minimaal. [eisers] stelt op zich terecht dat het plaatsen van de nieuwe entreehal invloed heeft op de harmonie en het lijnenspel van het bestaande gebouw. Die invloed is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter echter onvoldoende om te kwalificeren als een aantasting in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Aw. Daarbij is verder van belang dat de nieuwe entreehal grotendeels wordt uitgevoerd in doorzichtig glas zodat deze ook slechts in beperkte mate het zicht verhinderd op het achterliggende gedeelte van de terminal.

Van een wezenlijk andere vormentaal is naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook geen sprake. Ook de nieuwe entreehal heeft de kenmerkende schuine gevels van het huidige gebouw. Daarnaast wordt net als in het huidige ontwerp gebruik gemaakt van V-vormige pilaren.

De voorzieningenrechter acht verder van belang dat [A] , waarvan in het kader van dit kort geding moet worden aangenomen dat zij samen met [eisers] auteursrechthebbende is van het huidige ontwerp, wel kan instemmen met het ontwerp van EGM. [A] heeft naar aanleiding van het voorlopige ontwerp van [A] ook suggesties gedaan om het ontwerp beter te laten aansluiten op de vormentaal van het huidige gebouw. Die suggesties zijn kennelijk door EGM naar tevredenheid van [A] verwerkt.

Verder stelt Eindhoven Airport terecht dat EGM in haar ontwerp wel voldoende afstand moet nemen van het huidige ontwerp om te voorkomen dat zij inbreuk maakt op de daarop rustende auteursrechten.