Gepubliceerd op maandag 17 maart 2008
IEF 5814
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Poison Pill

DME.bmpVzr. Rechtbank Haarlem, 6 maart 2008, LJN: BC6684. VNU Media tegen Eventex B.V.

Uitleg van een conceptovereenkomst. VNU als mede-eigenaar ingeschreven in het merkenregister.

VNU exploiteert Emerce, een platform voor digitale marketing, media en e-business en organiseert onder dezelfde noemer beurzen en evenementen. VNU heeft Eventex in de arm genomen om gezamenlijk een beurs voor online marketing te organiseren onder de naam Digital Marketing Event (DME). Eventex heeft de domeinnaam www.digitalmarketingevent.nl en het woordmerk en beeldmerk DME geregistreerd. Over de concept samenwerkingsovereenkomst is geen overeenstemming bereikt. Ondanks dat VNU Eventex heeft verzocht zich niet langer met VNU en/of Emerce te associëren, wordt op voornoemde website Eventex als initiator van DME 2008 gepresenteerd. VNU vordert in kort geding onder meer een verbod op het gebruik van concepten, merken, domeinnamen, websites en (andere) intellectuele eigendomsrechten samenhangende met DME, Eventex te veroordelen om per direct met VNU in onderhandeling te treden, en VNU als mede-eigenaar te laten inschrijven in het merkenregister.

Het door Eventex opgeworpen bevoegdheidsverweer wordt verworpen. De conceptovereenkomst is te beschouwen als een geschrift in de zin van 108 lid 3 Rv. Ook staat vast dat de opgenomen forumkeuze nimmer een punt van discussie is geweest.

Vervolgens betwist Eventex dat partijen in de onderhandelingen over de samenwerkingsovereenkomst op hoofdlijnen overeenstemming hebben bereikt. De rechtbank oordeelt dat in beide concepten van de samenwerkingsovereenkomst als uitgangspunt geldt dat na beëindiging van de samenwerking geen van partijen aanspraak heeft op de met DME verbonden rechten, waardoor partijen feitelijk tot elkaar zijn veroordeeld, want geen van partijen mag zonder toestemming van de ander alleen doorgaan. Op grond daarvan wordt geoordeeld dat partijen in ieder geval wilsovereenstemming hebben bereikt over de gezamenlijke organisatie en presentatie van DME en over de gezamenlijke registratie van de woord- en beeldmerken en de domeinnaam. De drie onderwerpen waarover partijen volgens Eventex geen volledige overeenstemming hebben bereikt zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet als essentialia te beschouwen. De handelswijze van Eventex is in strijd met de wilsovereenstemming. "Als dat betekent dat Eventex (op die voorwaarden, dus samen met VNU) de DME niet verder wil laten doorgaan, dan is dat de 'poison pill' die partijen overeengekomen zijn."

Het gevorderde verbod, de vordering tot dooronderhandelen en de vordering tot het inschrijven van VNU als mede-eigenaar worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.