Prins Albert van Monaco verliest privacy zaak tegen publicaties over buitenechtelijke kind in Paris Match
EHRM 12 juni 2014, IEF 13948, eerder (Couderc en hachette Filipacchi Associés tegen Frankrijk)
 Met samenvatting (eerder op MediaReport) van Fabian Streefland en Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan. De koninklijke familie van Monaco blijft de burelen bezig houden. Na prinses Caroline, die meerdere rechtszaken voerde tegen de Duitse staat om haar te beschermen tegen opdringerige paparazzi, is nu prins Albert aan de beurt.
 Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan. De koninklijke familie van Monaco blijft de burelen bezig houden. Na prinses Caroline, die meerdere rechtszaken voerde tegen de Duitse staat om haar te beschermen tegen opdringerige paparazzi, is nu prins Albert aan de beurt.
Het Franse Paris Match plaatste in 2005 een uitgebreid artikel waarin stewardess Nicole Coste beweerde een zoon te hebben met prins Albert. Het artikel ging vergezeld van meerdere foto’s waarop Coste, het kind, maar ook de prins (onder meer met zijn zoon) te zien waren. De prins klaagde vervolgens het tijdschrift in Frankrijk aan wegens het schenden van zijn privacy. Met succes, hij kreeg een schadevergoeding van 50.000 euro en het tijdschrift moest een bericht over het vonnis over een derde van de cover afdrukken. Ook in hoger beroep bleef de veroordeling staan.
Paris Match besloot naar het EHRM te stappen om de veroordeling aan te  vechten. Niet onbelangrijk, prins Albert had ondertussen het kind al  erkend. Het tijdschrift was van mening dat de veroordeling in strijd was  met de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM).
 
 Het Hof  oordeelde (uitspraak alleen in het Frans gepubliceerd) dat de gewraakte  uitspraak in strijd was met artikel 10 EVRM. De Franse rechtbank had  gefaald een juiste afweging te maken tussen de informatie die onderdeel  uitmaakte van het publieke debat en het recht op respect voor het  privéleven (artikel 8 EVRM) van de prins. Gelet op de toetsingsmarge van  de Nationale rechtbanken heeft het hof de criteria uit Von Hannover II  en Axel Springer t Duitsland toegepast om tot een gebalanceerde afweging  van de grondrechten te komen.
 
 Publiek debat
 Het hof oordeelt  dat de publicatie bijdroeg aan het publieke debat omdat kennis over het  bestaan van het kind, ook al kon hij nooit op de troon komen, in het  belang zou zijn van het publiek en in het bijzonder de inwoners van  Monaco. Het enkele feit dat de titel in Monaco door erfopvolging wordt  doorgegeven maakte dit nieuws relevant. Bovendien zei de houding van  Albert in deze zaak iets over zijn capaciteiten om zijn functies  adequaat uit te voeren, aldus het EHRM.
 
 Publieke functie en doel van de reportage
 Dat  Albert een publiek figuur is, is evident. Het Hof overweegt dat het  artikel inging op de relatie tussen hem en Coste, op de geboorte van hun  zoon, de zgevoelens van de prins, zijn reactie op de geboort en zijn  relatie met het kind. Dan stelt het hof vast dat het lastig is voor te  stellen hoe iemands privéleven, in dit geval dat van de prins, een  obstakel zou kunnen vormen voor het recht van een ander, in dit geval  zijn zoon, om zijn bestaan te bevstigen en zijn identiteit te erkennen:  “Or, il est difficile de concevoir comment la vie privée d’une personne,  en l’occurrence celle du Prince, pourrait faire obstacle à la  revendication d’une autre personne, en l’occurrence son fils, à affirmer  son existence et à faire reconnaître son identité.” Daarbij was van  belang dat Coste niet alleen zelf, maar ook namens haar zoon had  ingestemd met de publicatie.
 
 Wijze van verkrijging van de informatie en het waarheidsgehalte
 Het  betrof een interview dat was geïnitieerd door Coste en de foto’s waren  door haar of met haar instemming genomen en gepubliceerd in Paris Match.
 
 De vorm en gevolgen van het artikel
 Naast  de hoofdinformatie, bevatte het artikel ook veel intieme details over  de relatie tussen albert en Coste. De Paris Match met dit artikel had  een oplage van meer dan 1 miljoen exemplaren. Maar een aantal foto’s, en  een interview met Coste, was 2 dagen voor de publicatie in Paris Match,  al gepubliceerd in de Engelse Daily Mail, en een dag later in het  Duitse Bunte. Dus hoewel de publicatie in Paris Match wel degelijk  belangrijke repercussies had, betrof het al geen vertrouwelijke  informatie meer. Ook werd de waarheid van het artikel niet bestreden.
 
 De zwaarte van de opgelegde sancties
 De  schadevergoeding van Eur 50.000 en de veroordeling om over een derde  van de cover een bericht over het vonnis te plaatsen, waren  substantieel.
 
 De effecten van de publicatie voor de betrokken personen
 De  moeder en haar kind waren duidelijk op zoek naar publieke erkenning van  de status van het kind en van Albert als vader, “éléments primordiaux  pour elle pour que son fils sorte de la clandestinité“. Om dat te  bereiken maakte ze feiten publiek die niet alleen daarover gingen, maar  ook informatie die niet noodzakelijk was en die intiem van aard waren.
 
 Concluderend  oordeelt het EHRM dat de veroordeling van Paris Match en haar  hoofdredactrice Anne-Marie Couderc disproportioneel was. De Franse  rechter had in strijd gehandeld met de door artikel 10 EVRM beschermde  persvrijheid door in dit geval het belang bij publieke debat over de  toekomst van de monarchie niet zwaarder te laten wegen dan de  bescherming van de persoonlijke levenssfeer van prins Albert.
 
 Drie  van de zeven rechters hadden een dissenting opinion. Ze vonden onder  meer dat de belangen van Coste en haar kind niet mee zouden moeten wegen  in de afweging tussen persvrijheid en het privéleven van prins Albert.  Bovendien werd ingegaan op de vraag in hoeverre het artikel had  bijgedragen aan het publieke debat nu een groot deel van het interview  geen goed beeld zou geven van de realiteit. Zo was Coste niets gevraagd  over de mogelijke troonopvolging van het kind en was het op grond van de  Monegaskse wet sowieso onmogelijk voor het kind om op de troon te  komen, omdat zijn moeder niet was getrouwd met prins Albert. Het doel  van de publicatie, zo concludeerde de minderheid, zou slechts de  bevrediging van publieke nieuwsgierigheid naar het privéleven van prins  Albert zijn.
 
 Dit arrest illustreert wederom dat de vraag of een  artikel bijdraagt aan een publiek debat (of liever: aan een debat dat in  de algemene belangstelling staat) niet streng moet worden beoordeeld.  Die lijn was al ingezet in de arresten Von Hannover II en doorgezet in  Von Hannover III. Gezien hun frequente komst naar het Straatsburgse Hof,  zal de koninklijke familie uit Monaco er waarschijnlijk alles aan doen  om die trend weer een halt toe te roepen.
 
 Dit artikel is geschreven door Fabian Streefland (student stagiair) en Jens van den Brink.
 
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
 
         
 
         
 
         
 
         
 
         
 
         
 
         
 
        