Gepubliceerd op woensdag 29 oktober 2025
IEF 23039
Hof 's-Hertogenbosch ||
12 jun 2025
Hof 's-Hertogenbosch 12 jun 2025, IEF 23039; ECLI:NL:GHSHE:2025:1662 ([de man] tegen [de vrouw]), https://ie-forum.nl/artikelen/privacy-van-klein-kinderen-gaat-voor-bij-verdeling-digitale-foto-s-na-echtscheiding

Privacy van (klein)kinderen gaat voor bij verdeling digitale foto’s na echtscheiding

Hof 's-Hertogenbosch 12 juni 2025, IEF 23039; IT 4993; ECLI:NL:GHSHE:2025:1662 ([de man] tegen [de vrouw]). Het hof heeft in hoger beroep geoordeeld over de afwikkeling van de gemeenschap tussen twee ex-echtgenoten. Een groot deel van de verdeling is inmiddels geregeld: de inboedel is verdeeld, partijen zijn het eens over de waarde van de onderneming (waarbij rekening wordt gehouden met een latente belastingclaim), en ze hebben afspraken gemaakt over de verkoop van de voormalige echtelijke woning en de verdeling van de verkoopopbrengst. Twee onderwerpen bleven echter nog in geschil: (1) de digitale fotobestanden die op de gezamenlijke laptop staan en (2) de waarde van de auto die tot de gemeenschap behoort. Daarnaast speelde procedureel nog dat de vrouw een incidenteel hoger beroep had ingesteld.

Over de foto’s beslist het hof dat de vrouw de digitale fotobestanden aan de man moet afgeven, met één belangrijke uitzondering: foto’s waarop de (klein)dochter en/of kleindochter herkenbaar te zien zijn hoeft zij niet af te geven. Het hof vindt dat hun privacy en portretrecht zwaarder wegen, zeker omdat de man eerder zonder toestemming een foto van de kleindochter in de krant heeft laten plaatsen. Foto’s waarop alleen de vrouw staat moeten wél worden verstrekt; haar bezwaar daartegen was te laat aangevoerd en onvoldoende onderbouwd. Over de auto oordeelt het hof dat de door de rechtbank gehanteerde waarde (€ 5.000) te hoog was, maar dat de waarde die de man voorstelde (€ 500) te laag was. Het hof stelt de waarde vast op € 2.750 per 1 maart 2024, en die waarde is leidend voor de verdeling. De vrouw wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar incidenteel hoger beroep. Verder bepaalt het hof dat iedere partij de eigen proceskosten draagt en dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is, dus direct kan worden uitgevoerd.

5.6.

Het hof overweegt als volgt. De laptop waarop de digitale fotobestanden stonden, behoorde tot de (inmiddels ontbonden) huwelijksgemeenschap van partijen, zodat de man in beginsel recht heeft op afgifte van de digitale fotobestanden die zich op die laptop bevonden.

Het hof zal, nu daarover tussen partijen ook geen geschil bestaat, de vrouw bevelen de fotobestanden uitsluitend voor zover de zoon en/of de kleindochter niet op die fotobestanden staan, aan de man te geven. Het verzoek zal in zoverre dan ook worden toegewezen. De vrouw heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling nog aangevoerd dat zij ook niet wil dat foto’s van de vrouw zelf die zich op de laptop van de man bevinden aan de man moeten worden afgegeven. Het hof volgt de vrouw hierin niet. De vrouw heeft dit pas bij de mondelinge behandeling, en daarmee te laat, naar voren gebracht. Daarbij komt dat zij haar verzoek op dit punt onvoldoende heeft toegelicht.

Voor wat betreft de fotobestanden waarop de zoon en/of de kleindochter staan, is het hof van oordeel dat hun belang, dat is gelegen in de bescherming van hun recht op privacy, zwaarder weegt dan het belang van de man bij afgifte van die fotobestanden. Daarbij is speelt een rol dat de man eerder zonder voorafgaande toestemming een foto van (hem en) de kleindochter in [dagblad] heeft laten plaatsen zodat er niet van kan worden uitgegaan dat de man, zoals hij stelt, de fotobestanden uitsluitend voor eigen gebruik zal aanwenden. Het verzoek van de man zal daarom in zoverre worden afgewezen.