Gepubliceerd op woensdag 29 november 2006
IEF 2982
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Proefschriftproces (3)

hm.bmpRechtbank Rotterdam, 21 november 2006,  Zaaknummer: 686369. Stichting Nederlands Fotomuseum tegen Uitgeverij 010. (Met dank aan Michel Frequin, NUV)

Vonnis in de hier voorbesproken citaatrechtzaak. Promovenda Provoost heeft in het voorjaar van 2003 ten behoeve van haar proefschrift getiteld "Hugh Maaskant, architect van de vooruitgang" een aantal foto's bij het Nederlands Fotomuseum (NFM) besteld en ter beschikking gekregen. Aan NFM heeft zij meegedeeld dat Uitgeverij 010 de financiële  administratie van de publicatie van haar proefschrift beheerde. In het proefschrift is een groot aantal foto's opgenomen van door de architect Maaskant ontworpen gebouwen. NFM vordert van Uitgeverij 010 betaling van de door haar verstuurde factuur en legt beslag ten laste van Uitgeverij 010. Het beroep van Uitgevrij 010 op het citaatrecht wordt door de rechter toegewezen.

NFM claimt auteursrecht inbreuk en beroept zich op de mededeling van Provoost, die de foto's kwam bestellen, en later ook van 010 zelf, dat 010 de financiële administratie van de publicatie van haar proefschrift beheerde, op de toezending aan 010 van de opdrachtbevestiging alsmede op een eerdere soortgelijke situatie waarbij NFM foto's ter beschikking stelde van een auteur van een door 010 uit te geven proefschrift en 010 wel de factuur betaalde.

Uitgeverij 010 beroept zich op het citaatrecht en stelt onder meer dat zij de namen van de fotografen steeds heeft vermeld en dat zij NFM niet als bron behoefde te vermelden omdat ze de gepubliceerde foto's heeft betrokken van de Stichting Rotterdam Maaskant, die het erfgoed van maaskant beheert, zodat zij heeft voldaan aan het vereiste bestaande uit het in acht nemen van de persoonlijkheidsrechten.

 

De rechter oordeelt dat er geen contractuele relatie tussen NFM en Uitgeverij 010 is ontstaan omdat Provoost niet bevoegd was Uitgeverij 010 te vertegenwoordigen. Met betrekking tot de toepasselijkheid van het citaatrecht gaat de rechter achtereenvolgens in op 1) de vraag of het citeren in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is in combinatie met aantal en omvang en 2) de vraag of voldaan is aan het vereiste van bronvermelding.

De rechter oordeelt dat aan beide voorwaarden is voldaan:
1)  (…) de foto's hebben niet uitsluitend of in overwegende mate een versierende functie en houden wel degelijk nauw verband met de tekst en vormen daarmee een geheel. Daarvoor is niet vereist dat de foto's en de erbij behorende tekst op dezelfde bladzijde of klein zijn afgedrukt. In de genoemde voorbeelden, maar ook bij de andere foto’s, verwijzen de teksten naar de gefotografeerde gebouwen, zijn de teksten dicht in de buurt van de bladzijden met de foto’s afgedrukt en beschrijven de teksten de gebouwen zeer uitvoerig, zodat er geen sprake is van een wanverhouding in grootte of opmaak.

De foto’s maken de bespreking van de gebouwen beeldend. De plaatsing van de foto’s is gezien de context gerechtvaardigd om de lezer van de tekst een indruk te geven van de beschreven architectuur, omdat zij de tekst ondersteunen. Mogelijk zou in een aantal gevallen ook een nieuwe foto hebben kunnen worden geplaatst, maar het tijdsbeeld, zoals dat tot uitdrukking komt in de gebruikte foto’s, vormt een wezenlijk onderdeel van het proefschrift, wat expliciet blijkt uit de tekst. De foto’s zijn dan ook ondergeschikt aan de tekst en vormen daarmee een geheel. Daaraan doet niet af dat de teksten gaan over de gefotografeerde onderwerpen en niet over de foto’s zelf. Dat de foto’s een eigen artistieke kwaliteit hebben staat niet in de weg aan een geslaagd beroep op het citaatrecht. Dat van het proefschrift mogelijk een meer dan gebruikelijk aantal exemplaren is gedrukt doet hieraan niet af en brengt niet mee dat er daardoor sprake is van exploitatie van de foto’s.

2) NFM heeft niet gemotiveerd gereageerd op de stelling van Uitgeverij 010 dat zij de foto's heeft betrokken van de Stichting Rotterdam Maaskant. Het niet vermelden van de naam van NFM staat er in de gegeven omstandigheden , met name de omstandigheid dat de namen van de fotografen wel zijn vermeld, niet aan in de weg dat aan de vereiste bronvermelding is voldaan.

Lees het vonnis hier.