Gepubliceerd op dinsdag 7 oktober 2025
IEF 22970
Rechtbank Den Haag ||
24 sep 2025
Rechtbank Den Haag 24 sep 2025, IEF 22970; ECLI:NL:RBDHA:2025:17161 ([partij] tegen Bacardi c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/rb-den-haag-geen-dwangsommen-voor-vermeende-merkinbreuk-bacardi-wel-beperkt-voor-te-late-en-onvolledige-opgave

Rb. Den Haag: geen dwangsommen voor vermeende merkinbreuk Bacardi, wél (beperkt) voor te late en onvolledige opgave

Rb. Den Haag 24 september 2025, IEF 22970; ECLI:NL:RBDHA:2025:17161 ([partij] tegen Bacardi c.s.). Tussen Bacardi c.s. en [partij] B.V., logistiek dienstverlener voor alcoholhoudende dranken, loopt sinds 2017 een geschil over merkinbreuk en het faciliteren daarvan. In een tussenvonnis van 17 maart 2021 krijgt [partij] een stakingsbevel opgelegd: zij mag geen inbreuk plegen op Bacardi-merken (o.a. Grey Goose) en geen logistieke diensten verlenen rond gedecodeerde Bacardi-producten. In het eindvonnis van 27 juli 2022 volgt een uitgebreid opgavebevel: [partij] moet gedetailleerd opgave doen van alle zendingen waarbij zij zelf merkinbreuk pleegt of die zij voor derden faciliteert. Aan beide bevelen zijn forse dwangsommen verbonden. Bacardi stelt dat [partij] deze bevelen schendt door in 2021–2022 als indirect vertegenwoordiger 86.104 namaakflessen Grey Goose in te voeren en dat zij de opgaveplicht te laat en onvolledig nakomt, waardoor ruim € 2,5 miljoen aan dwangsommen verschuldigd zou zijn. Daarnaast eist Bacardi schadevergoeding op grond van een gestelde ongeschreven zorgvuldigheidsnorm.

De rechtbank verwerpt het grootste deel van Bacardi’s vorderingen. Het stakingsbevel uit 2021 wordt niet zo ruim uitgelegd dat het ook indirecte vertegenwoordiging dekt: in het oorspronkelijke tussenvonnis staat juist dat er toen geen bewijs was voor merkinbreuk door [partij] in die rol. Nieuwe feiten over later ingevoerde namaakflessen veranderen die uitleg niet. [partij] overtreedt het stakingsbevel dus niet en verbeurt daarvoor geen dwangsommen. Anders ligt het bij het opgavebevel: [partij] levert wel een omvangrijk overzicht, maar laat circa 11 % van de relevante zendingen weg. Dat komt mede door fouten in het administratiesysteem en bedrijfsvoering, maar blijft voor haar risico. Daardoor verbeurt zij vanaf 29 oktober 2022 € 10.000 per dag tot het maximum van € 2,5 miljoen; een deel van deze dwangsommen kan echter zijn verjaard (art. 611g Rv). De rechtbank wijst verder de schadevordering af: een expediteur heeft geen algemene plicht om ingevoerde goederen op namaakkenmerken te controleren en Bacardi definieert geen duidelijke zorgvuldigheidsnorm.

4.6.   De rechtbank volgt Bacardi c.s. niet. In het omvangrijke Tussenvonnis bespreekt de rechtbank de verschillende manieren waarop [partij] als douane-expediteur douaneformaliteiten, zoals invoer, voor haar opdrachtgevers kan verrichten, één en ander in het kader van de vraag of [partij] – in het geval dat sprake is van gedecodeerde dan wel niet uitgeputte niet-Unie-producten – zelf ook (naast haar opdrachtgever) inbreuk maakt op de merkrechten van Bacardi c.s. [partij] kan douane-formaliteiten verrichten (1) in eigen naam en voor eigen rekening, (2) in naam en voor rekening van de opdrachtgever (directe vertegenwoordiging) en (3) in eigen naam en voor rekening van de opdrachtgever (indirecte vertegenwoordiging).15 Hoewel de rechtbank in het Tussenvonnis heeft overwogen dat [partij] merkinbreuk maakt als zij optreedt als indirect vertegenwoordiger, stelt zij in dezelfde rechtsoverweging (rov. 4.72 van het Tussenvonnis) vast dat geen van de door Bacardi c.s. overgelegde stukken betrekking heeft op invoer van Bacardi-producten door [partij] als indirect vertegenwoordiger. Om vervolgens te oordelen dat het gestelde “onvoldoende [is] om thans concrete (dreiging van) merkinbreuk vast te stellen”. Nu de rechtbank op basis van de stellingen van Bacardi c.s. en de onderbouwing daarvan geen (dreigende) merkinbreuk kon vaststellen, had Bacardi c.s. op die grond geen belang bij het Stakingsbevel. Mutatis mutandis betekent dit dat het Stakingsbevel niet zo mag worden uitgelegd dat het toch zou zien op indirecte vertegenwoordiging. Zelfs als de ingevoerde GREY GOOSE producten inbreuk maken op de merkrechten van Bacardi c.s., hetgeen door [partij] wordt betwist, heeft [partij] door het invoeren van deze producten als indirect vertegenwoordiger, het Stakingsbevel niet overtreden en dus geen dwangsommen verbeurd. Gelet hierop zal de door [partij] onder V in conventie gevorderde verklaring voor recht, dat zij geen dwangsommen heeft verbeurd, worden toegewezen en de spiegelbeeldige onder I in reconventie gevorderde verklaring voor recht worden afgewezen.