Gepubliceerd op maandag 2 mei 2011
IEF 9605
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Rechtbank Almelo 6 april 2011, LJN BQ2955, (Cozzmoss B.V tegen Gedaagde)

Dezelfde nieuwsberichten

Dezelfde nieuwsberichten op twee verschillende sites. Auteursrecht? Geschriftenbescherming? Collectief beheersorganisatie Cozzmoss maakt namens auteursrechthebbende SDU / het tijdschrift Cobouw  bezwaar tegen de publicatie van ‘nieuwsflitsen’ uit Cobouw op de bedrijfswebsite van gedaagde. De rechtbank stelt dat de nieuwsflitsen “als zodanig best oorspronkelijke geschriften kunnen zijn (geweest)”, maar houdt de zaak aan nu de vorderingen slechts zien op auteursrechtinbreuk, ten aanzien waarvan moet worden geconcludeerd dat Cozzmoss er vooralsnog niet in is geslaagd  duidelijk te maken waarom Cozzmoss op de nieuwsflitsen auteursrecht kan doen gelden.

Cozzmoss zient te bewijzen dat de die nieuwsflitsen door een medewerker van SDU/Cobouw zijn gemaakt en dat deze hebben te gelden als “een werk” in de zin van de Auteurswet. Hierbij speelt naar het oordeel van de rechtbank mee dat artikel 4 AW in belangrijke mate is achterhaald door de technische ontwikkelingen waarbij “het maken” van “een werk” met de mogelijkheden die internet en tekstverwerking bieden, deels is verworden tot een eenvoudige bezigheid van “knippen en plakken”. Of anders gezegd: men is nu veel sneller “een maker” dan men was in de tijd dat artikel 4 van de Auteurswet in het leven is geroepen. Cozzmoss dient derhalve te bewijzen op basis waarvan zou kunnen worden aangenomen dat de steeds boven het artikel vermelde persoon (en daarmee SDU/Cobouw) ook de maker is geweest van het desbetreffende artikel en wat precies de bewerking is die steeds met de nieuwsfeiten is uitgevoerd door de persoon die boven het betreffende nieuwsartikel is aangeduid.

25.  Voor al de in bijlage 4 gevoegde artikelen geldt dat het bondige artikelen betreft met een zogenaamde zakelijke nieuwswaarde. Elk artikel verhaalt over vers voorgevallen nieuws, en wel ten behoeve van in hoofdzaak de bouwsector. Voor zo goed als alle artikelen geldt dat het zogenaamde “nieuwsflitsen” zijn. (…)

26.  De nieuwsflitsen beperken zich in hoofdzaak tot een “blote” weergave van het nieuws en de nieuwsfeiten, zonder dat daar van de zijde van SDU/Cobouw nog zichtbaar en kenbaar een relativering of een eigen kleuring aan wordt gegeven. (…)

27.  Uit de teksten als zodanig heeft de rechtbank niet af kunnen leiden of, en zo ja welke, bewerking door de met naam genoemde persoon is verricht. Door Cozzmoss is in dit geding ook nagelaten om adequaat feitelijk uiteen te zetten wat precies de bewerking is die steeds met de nieuwsfeiten is uitgevoerd door de persoon die boven het betreffende nieuwsartikel is aangeduid. Door Cozzmoss wordt zonder nadere feitelijke inkleuring gesteld dat al de in bijlage 4 bij de dagvaarding aangeduide artikelen zijn geschreven door medewerkers van SDU/Cobouw, maar zoals uit het hiervoor overwogene blijkt, moet die werkzaamheid naar het oordeel van de rechtbank in rechte mogelijk toch anders worden “gekleurd”.

28.  In dit geding is Cozzmoss door [gedaagde] verzocht duidelijk te maken waarom Cozzmoss op de nieuwsflitsen (toch) auteursrecht kan doen gelden. Cozzmoss heeft naar aanleiding van het desbetreffende bij antwoord gevoerde verweer echter nagelaten om (per nieuwsflits) uiteen te zetten welke specifieke scheppende handelingen door SDU/Cobouw zijn verricht. Cozzmoss blijft zich beperken tot het stellen dat de artikelen “gewoon” zijn geschreven en als nieuws zijn opgetekend door de medewerkers van SDU/Cobouw zonder daarbij nadere inhoudelijke informatie te geven hoe SDU/Cobouw aan haar nieuws komt en in hoeverre dat nieuws al dan niet een aanvullende tekstuele bewerking pleegt te ondergaan. Aldus lijkt moeilijk in te zien waarom de bewuste artikelen juist door toedoen van SDU/Cobouw een oorspronkelijk karakter hebben verkregen en zij juist daardoor het persoonlijke stempel van de maker zijn gaan dragen.

29.  In het licht van het hiervoor overwogene is voorhands – en dus behoudens heroverweging – niet in te zien dat [gedaagde] door het integraal overnemen van de meergenoemde artikelen op haar website, juist aan SDU/Cobouw toekomende auteursrechten moet hebben geschonden, dan wel anderszins onrechtmatig jegens SDU/Cobouw moet hebben gehandeld.

30.  Terzijde verdient hier overweging dat de nieuwsflitsen als zodanig best oorspronkelijke geschriften kunnen zijn (geweest). Het zijn immers naar de vorm geen niet-oorspronkelijke geschriften (zoals dienstregelingen, catalogi e.d.), waarvoor nu juist de geschriftenbescherming van artikel 10 lid 1 sub 1 Auteursrecht is geschreven.

31.  De conclusie uit het hiervoor overwogene moet naar het oordeel van de rechtbank zijn dat Cozzmoss hier niet de steun mag genieten van artikel 4 Auteursrecht. Dat artikel komt immers de maker tegemoet “die op of in het werk als zoodanig is aangeduid”. Nergens is in de in bijlage 4 bij de dagvaarding gebundelde nieuwsflitsen namelijk te lezen dat de per nieuwsflits daarboven bij naam vermelde persoon (en daarmee dan SDU/Cobouw) ook de maker is van het desbetreffende artikel. Ook uit de tekst van de artikelen zelf is niet af te leiden dat de maker de daarboven vermelde persoon (en dus SDU/Cobouw) is geweest.

32.  Ook de omstandigheid dat Cozzmoss geen enkele inhoudelijke informatie heeft gesteld op basis waarvan zou kunnen worden aangenomen dat de steeds boven het artikel vermelde persoon (en daarmee SDU/Cobouw) ook de maker is geweest van het desbetreffende artikel, maakt dat Cozzmoss geen bewijsbescherming kan ontlenen aan het eerder genoemde bewijsvermoeden. Hierbij speelt naar het oordeel van de rechtbank mee dat dit artikel 4 in belangrijke mate is achterhaald door de technische ontwikkelingen waarbij “het maken” van “een werk” met de mogelijkheden die internet en tekstverwerking bieden, deels is verworden tot een eenvoudige bezigheid van “knippen en plakken”. Of anders gezegd: men is nu veel sneller “een maker” dan men was in de tijd dat artikel 4 van de Auteurswet in het leven is geroepen.

33.  Indachtig voormelde magere stellingname van Cozzmoss wordt de tegenspraak van [gedaagde] door de rechtbank dan ook als gemotiveerd aangemerkt. Reden voor de rechtbank om Cozzmoss eerst te belasten met het leveren van bewijs dat de artikelen die op de website van [gedaagde] zijn aangetroffen (zie bijlage 5 bij de dagvaarding), door medewerkers van SDU/Cobouw zijn gemaakt in de betekenis die daaraan in de Auteurswet wordt gegeven, dat wil zeggen dat die nieuwsflitsen door een medewerker van SDU/Cobouw zijn gemaakt en deze hebben te gelden als “een werk” in de zin van de Auteurswet, te weten een geestelijke schepping van de maker, waarbij dus moet zijn voldaan aan het zogenaamde “oorspronkelijkheidvereiste”.

Lees het vonnis hier (link en pdf)