Gepubliceerd op donderdag 6 februari 2025
IEF 22522
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
29 jan 2025
Gerecht EU (voorheen GvEA) 29 jan 2025, IEF 22522; ECLI:EU:T:2025:107 (Doorinn GmbH tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/rood-label-op-matras-mist-onderscheidend-vermogen-kan-niet-als-positiemerk-worden-ingeschreven

Rood label op matras mist onderscheidend vermogen, kan niet als positiemerk worden ingeschreven

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22522; IEFbe 3861; ECLI:EU:T:2025:107 (Doorinn GmbH tegen EUIPO). Het Gerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Doorinn GmbH en het EUIPO over de weigering van de inschrijving van een positiemerk. Doorinn had een aanvraag ingediend voor een positiemerk, bestaande uit een rood label dat zich aan de onderkant van een matras bevindt, op de verticaal lopende rand in het onderste derde gedeelte. De aanvraag betrof matrassen en medische matrassen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag afgewezen wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. De Kamer van Beroep heeft dit besluit bevestigd en geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft, omdat het met het uiterlijk van de waren versmelt en niet aanzienlijk afwijkt van de norm of de gangbare praktijken in de sector. Het Gerecht onderzoekt of de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft. Het stelt vast dat het teken een positiemerk is, dat niet als losstaand element van het matras kan worden gezien, maar versmelt met de vorm van een deel van de waar. Daarom is terecht het criterium toegepast dat dergelijke tekens alleen onderscheidend vermogen hebben als zij aanzienlijk afwijken van wat gebruikelijk is in de sector. Het Gerecht stelt vast dat de relevante kringen bestaan uit alle consumenten van de Unie en dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen gebaseerd moet zijn op de algehele indruk, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het teken als geheel.

De Kamer van Beroep heeft terecht geconcludeerd dat de rode kleur en de positionering van het label de belangrijkste kenmerken zijn, maar geen bijzonderheden bevatten die afwijken van de norm. De overige kenmerken, zoals de rechthoekige vorm en de kleine afmetingen, blijven ondergeschikt. Het Gerecht bevestigt dat de Kamer van Beroep terecht rekening heeft gehouden met de gangbare praktijken in de sector en mag afgaan op algemeen toegankelijke bronnen en praktische ervaring binnen de industrie. Volgens de rechtspraak is het niet vereist om aan te tonen dat een vorm veelvuldig wordt gebruikt, maar volstaat het dat het teken niet voldoende afwijkt van de gebruikelijke vormen. Bovendien heeft de Kamer van Beroep rekening gehouden met marktanalyse en eerdere voorbeelden van etiketten, die bevestigen dat dergelijke labels gangbaar zijn en als decoratief worden waargenomen.

Het Gerecht verwerpt het argument dat de Kamer van Beroep haar eerdere praktijk had moeten volgen. Het oordeelt dat het EUIPO beslissingen moet nemen op basis van Verordening 2017/1001 en de rechtspraak van de Unierechter, en dat eerdere beslissingen geen bindend precedent vormen. De door verzoekster aangevoerde voorbeelden betreffen bovendien niet vergelijkbare inschrijvingen. Het Gerecht concludeert dat het teken niet als merk wordt waargenomen en niet in staat is de herkomst van de waren te onderscheiden. De inschrijving wordt daarom geweigerd en het beroep wordt volledig afgewezen. Aangezien het EUIPO alleen heeft verzocht om Doorinn in de proceskosten te veroordelen indien een zitting zou worden gehouden, en er geen zitting heeft plaatsgevonden, draagt iedere partij haar eigen kosten.

41 Zwar kann ein an einer Matratze angebrachtes Etikett auch als funktionaler Bestandteil wahrgenommen werden, wenn es technische Informationen wie Wasch- und Pflegeanleitungen oder Angaben über die für die Herstellung des betreffenden Produkts verwendeten Materialien enthält. Die Beschwerdekammer hat im vorliegenden Fall entgegen dem Vorbringen der Klägerin jedoch nicht die Auffassung vertreten, dass die Anmeldemarke von den maßgeblichen Verkehrskreisen in dieser Weise wahrgenommen werde. Zwar hat die Beschwerdekammer ausgeführt, dass das maßgebliche Publikum „[a]uch weiß…, dass Matratzen Etiketten aufweisen müssen, welche die technischen Angaben enthalten“, sie hat jedoch ausdrücklich festgestellt, dass es sich, wenn die Anmeldemarke überhaupt wahrgenommen werden sollte, „bloß um ein unauffälliges Dekor [handelt]“.

52  In Bezug auf den dritten Teil, mit dem geltend gemacht wird, die Beschwerdekammer habe gegen ihre bisherige Praxis verstoßen, ist darauf hinzuweisen, dass die vom EUIPO gemäß der Verordnung 2017/1001 über die Eintragung eines Zeichens als Unionsmarke zu treffenden Entscheidungen gebundene Entscheidungen und keine Ermessensentscheidungen sind. Die Rechtmäßigkeit der Entscheidungen der Beschwerdekammern ist daher allein auf der Grundlage dieser Verordnung in ihrer Auslegung durch die Unionsgerichte und nicht auf der Grundlage einer vorherigen Verwaltungspraxis der Beschwerdekammern zu beurteilen (Urteil vom 26. April 2007, Alcon/HABM, C‑412/05 P, EU:C:2007:252, Rn. 65).