9 mei 2023
Scalpers tegen Bonesmen
BBIE 9 mei 2023, IEF 21407; Zaaknr. 2018192 (Scalpers tegen Bonesmen) Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) heeft geoordeeld over de oppositie tegen de inschrijving van een schedelmerk. Op 9 mei 2022 heeft Bonesmen de inschrijving van haar merk ingediend, waar Scalpers haar oppositie tegen heeft ingediend. Scalpers baseert de oppositie op haar oudere beeldmerken met een schedel, waarvan zij houder is.
Scalpers voert aan dat haar merk een bekend merk is sinds 2017 en sindsdien een reputatie heeft opgebouwd. Het merk zou daarom een bredere bescherming verdienen. Omdat beide bedrijven kleding verkopen, acht Scalpers dat er een risico op verwarring onder het relevante publiek bestaat. Tot slot acht Scalpers de tekens zowel visueel als conceptueel gelijk.
Bonesmen beweert dat schedels vaak worden gebruikt voor kleding en merken. Daarom kan de schedel van Scalpers niet als 'dominant' worden beschouwd op basis van de vermeende reputatie. Bonesmen ontkent ook dat er een gelijkenis tussen de tekens bestaat die mogelijk verwarringsgevaar met zich mee kan brengen.
Het BBIE volgt Scalpers in het standpunt dat de tekens visueel en conceptueel enigzins vergelijkbaar zijn, maar acht de tekens fonetisch verschillend. De lettertypen lijken op elkaar en beide tekens bevatten een schedel, maar de woordmerken worden anders uitgesproken. Toch acht het BBIE dat dit verschil niet zal worden opgemerkt door het relevante publiek dat kleding koopt. De totaalindruk van de merken is hetzelfde. Onder deze consumenten (met een gemiddeld aandachtsniveau) bestaat er daarom een risico op verwarring tussen de merken.
Het BBIE oordeelt dat de oppositie tegen de registratie van het Bonesmen-merk gegrond is en wijst de registratie ervan af.
55. The global assessment of the likelihood of confusion presupposes a certain coherence between the factors to be taken into account and, in particular, between the similarity of the conflicting signs and the goods or services to which they relate. Thus, a low degree of similarity between the goods or services in question may be offset by a high degree of similarity between the signs, and vice versa.14
56. In this case the signs are visually similar, phonetically dissimilar and conceptually similar to some degree. The identity of goods and services is in confesso. The near identity of the figurative elements is striking and cannot be ignored, causing the overall impression of the signs to be similar. On the basis of these and the other factors mentioned above, and considering their interdependence, the Office considers that there is indeed a likelihood of confusion in the sense that the public may believe that the goods and services designated by the trademark relied on and the goods and services to which the contested sign relates come from the same undertaking or, as the case may be, from undertakings which are economically link.