Gepubliceerd op donderdag 26 april 2012
IEF 11235
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Schreeuwerige en aandacht trekkende afbeeldingen

Rechtbank Groningen 25 april 2012, HA ZA 10-691 (VDW c.s. tegen KMG Asia)

Uitspraak ingezonden door Ernst-Jan Louwers, 
Louwers IP |Technology Advocaten.
Bodemprocedure in navolging van Rechtbank Groningen IEF 7020,
IEF 7744, en Hof Leeuwarden  IEF 8362.

Geen auteursrecht op kermismachine (hexagonale coin pusher), wel slaafs nagebootst.

VDW c.s. hebben gesteld dat aan het eigen karakter van de 'Fun city' talloze creatieve keuzes ten grondslag liggen, dat zit hem onder meer in de vormgeving van het koetswerk, de hoed en de verlichting.

Alle apparaten zijn met (schreeuwerige en aandacht trekkende) afbeeldingen en teksten versierd en hebben glasplaten openingen om penningen in te werpen en onder om uit te keren. Er is geen eigen en oorspronkelijk karakter van de 'Fun City'. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een auteursrechtelijke bescherming, en daarom kan KMG daarop geen inbreuk maken.

Slaafse nabootsing wordt wel aangenomen. De totale uiterlijke verschijningsvorm van de  'Treasur Island' verschilt slechts op zeer marginale wijze van die van de 'Fun City'. KMG wordt verboden de 'Treasure Island' coin pusher te verhandelen en wordt bevolen de reeds geleverde modellen terug te halen.

5.4. De apparaten zijn allen op de platte vlakken versierd met (schreeuwerige en aandacht trekkende) afbeeldingen en teksten, en hebben boven de glasplaten openingen om penningen in te werpen en onder de glasplaten openingen waarin itgekeerde penningen en coupons vallen. Bij alle apparaten wordt de hoed gedragen door een aantal pijlers die staan op het onderste gedeelte van het apparaat, waarbij in de open ruimte tussen het apparaat en de hoed verlichting is geplaatst. Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van een eigen oorspronkelijk karakter van de 'Fun City' dan wel dat deze de persoonlijke stempel van de maker draagt. Nu aan dit vereiste voor het doen ontstaan van een auteursrecht niet is voldaan, is de rechtbank van 09rdeel dat de 'Fun City' geen auteursrechtelijke bescherming geniet. Nu van een dergelijke bescherming geen sprake is, heeft KMG, zoals VdW c.s. aan haar vorderingen (primair) ten grondslag hebben gelegd, daarop geen inbreuk kunnen maken.

Slaafse nabootsing
5.6. De rechtbank is van oordeel dat de 'Treasure Island' wat betreft de totale uiterlijke verschijningsvorm op slechts zeer marginale wijze verschilt van die van de 'Fun City'. In die zin kan de rechtbank VdW c.s. volgen in hun stelling dat de 'Treasure Island' qua uiterlijke verschijningsvorm, dat wil zeggen op de gebruikte afbeeldingen en teksten op de platen na, vrijwel een een-op-een kopie is van de 'Fun City'. De rechtbank heeft hierbij betrokken de afbeeldingen die partijen van de beide coin pushers in het geding hebben gebracht, alsook de modellen die partijen in het kader van het pleidooi hebben getoond. Voorts heeft de rechtbank meegewogen dat KMG in bet kader van de door haar gestelde verschillen tussen de 'Fun City' en de 'Treasure Island' niet verder is gekomen dan het benoemen van een aantal binnen in het apparaat aanwezige technische verschillen, zoals onder andere gebruikmaking van LED-verlichting en een andere wijze van aandrijving, welke marginale verschillen naar het oordeel van de rechtbank in het niet vallen bij de vrijwel identieke uiterlijke verchijningsvorm van de 'Treasure Island' en de 'Fun City'.

5.7. Voorgaande brengt met zich dat de rechtbank van oordeel is dat KMG niet heeft voldaan aan de op haar rustende verplichting om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig was om gelijkheid van de 'Treasure Island' met de 'Fun City' te voorkomen. Dat hierdoor de kans op verwarring tussen de 'Treasure Island' en de 'Fun City' is ontstaan, is naar het oordeel van de rechtbank gezien de zeer geringe onderlinge verschillen evident. Dat van verwarringgevaar geen sprake zou zijn, omdat, aldus KMG, de 'Fun City' geen eigen plaats op de markt zou hebben, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt, temeer daar, zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen, er ten aanzien van de 'Fun City' ten tijde van bet verschijnen op de kermisattractiepark in 1996 ten opzichte van de op dat moment op die markt aanwezige coin pushers sprake van een voldoende onderscheidend vermogen was, hetgeen maakt dat de 'Fun City' een eigen plaats op de markt bezat.

5.8. De rechtbank is op grond van het voorgaande dan ook van oordeel dat KMG jegens VdW c.s .. onrechtmatig heeft gehandeld door de op haar rustende verplichting om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is ter voorkoming van verwarringgevaar tussen de 'Treasure Island' met de 'Fun City' te schenden.