Gepubliceerd op woensdag 22 maart 2006
IEF 1815
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Schrikkelbericht (5)

Kamervragen met antwoord, nr. 1091,  2e Kamer. Antwoord op vragen van het lid Örgü (VVD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van der Laan, over de vertoning van televisie-uitzendingen van het WK-voetbal in cafés. (Ingezonden 24 februari 2006); Antwoord, o.a:

“ Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen auteursrechten (Auteurswet) en naburige rechten (Wet op de naburige rechten). Het auteursrecht geeft de rechthebbende het exclusieve recht om vertoningen van zijn werk toe te staan of te verbieden. Dit recht is niet beperkt tot vertoningen waarvoor toegangsgelden worden gevraagd. De publieke omroep is auteursrechthebbende voor een deel  van zijn programmering en heeft Videma op die grond gemachtigd om mede namens de publieke omroep licenties te verlenen. Videma kan uiteraard alleen licenties verlenen namens de publieke omroep op programma’s ten aanzien waarvan de publieke omroep auteursrechthebbende is. Het eindoordeel over de vraag of er auteursrecht rust op een specifiek programma (bijvoorbeeld een sportuitzending) is voorbehouden aan de rechter.”

Lees alle vragen en antwoorden hier. Eerdere berichten hier.