Gepubliceerd op vrijdag 25 november 2011
IEF 10572
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Sterk neerwaarts bijgestelde minimumomzet

Rechtbank Utrecht 23 november 2011, LJN BU5842 (Kweekel tegen eiser)

Voor de liefhebben, rechtspraak.nl: Vernietiging franchiseovereenkomst op grond van dwaling ten aanzien van de juistheid van de door franchisegever verstrekte omzetprognose; afwijzing positief contractsbelang.

Op 1 oktober 2009 hebben partijen een franchiseovereenkomst gesloten, met daarin toestemming voor gebruik van het (niet-ingeschreven) merk KWEEKEL en het succesvolle systeem "dat zich toelegt op het verzorgen van training en advies voor particulieren, bedrijven en instellingen inclusief aanverwante diensten zoals coaching, begeleiding, interim management.".

In de reconventionele vordering wordt uitgebreid besproken dat het gaat om een omzetprognose die bij een juiste voorstelling van zaken een sterk neerwaarts bijgestelde minimumomzet. Dwaling ten aanzien van toekomstige omstandigheid is mogelijk in franchiseverhouding. De omzetprognose is in dit geval op ondeugdelijke wijze tot standgekomen en gedaagde had niet, of niet onder dezelfde voorwaarden de overeenkomst aangegaan..

4.5. Naar het oordeel van de rechtbank is van een dwaling ten aanzien van een uitsluitend toekomstige omstandigheid geen sprake voor zover de dwaling ziet op de door Kweekel aan [gedaagde] verstrekte omzetprognose. [gedaagde] beroept zich immers - ter onderbouwing van zijn beroep op dwaling - niet (uitsluitend) op het feit dat hij de verwachte omzet tijdens de contractsperiode niet heeft gehaald, maar op een bij het aangaan van de overeenkomst bestaande omstandigheid, namelijk dat de door Kweekel voorafgaande aan het sluiten verstrekte omzetprognose onjuist zou zijn. Daarmee is geen sprake van een dwaling ten aanzien van een uitsluitend toekomstige omstandigheid.

4.7. In het arrest van 25 januari 2002, NJ 2003,31 heeft de Hoge Raad expliciet bevestigd dat vernietiging op grond van dwaling ook mogelijk is bij een franchiseovereenkomst, indien de franchisenemer in dwaling is komen te verkeren als gevolg van fouten in een omzet- of winstprognose die door de franchisegever is verstrekt.

4.8. Een franchisegever is (volgens voormeld arrest) in zijn algemeenheid niet verplicht een omzet- of winstprognose aan de franchisenemer te verstrekken. Maar indien de franchisegever dat wel doet, dient deze prognose - volgens vaste jurisprudentie - te berusten op een deugdelijk (markt- en vestigingsplaats-)onderzoek.

4.20. Gelet op het voorgaande moet er - als onvoldoende gemotiveerd betwist - van worden uitgegaan dat de door Kweekel aan [gedaagde] verstrekte omzetprognose op een ondeugdelijke wijze tot stand gekomen is.

4.22. De rechtbank acht aannemelijk dat [gedaagde] bij een juiste voorstelling van zaken, een sterk neerwaarts bijgestelde minimumomzet, de franchiseovereenkomst niet, of in ieder geval niet onder dezelfde voorwaarden (waaronder de hoge entreefee) zou hebben gesloten.

4.23. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de franchiseovereenkomst vernietigbaar is wegens dwaling. De reconventionele vordering tot vernietiging van de franchiseovereenkomst is dan ook toewijsbaar.