Gepubliceerd op woensdag 22 juni 2011
IEF 9818
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Stoom-pelleteerinrichting

Rechtbank 's-Gravenhage 22 juni 2011, HA ZA 10-2627 (Danisco A/S tegen Novozymes)

Eerst voor jezelf lezen. Octrooirecht. Nederlands vonnis in internationaal conflict. Diervoedingsmiddelen. Bio-innovatiesector, samenwerking met DSM. Octrooi: 1 804 592 en  1 804 592 B1. Stoom-pelleteerinrichting. Vordering handhavingsmaatregelen en vernietiging octrooi. Nietig: niet nieuw en inventief. Reconventie: veroordeling indirect octrooi-inbreuk. Zeer uitvoerige uitspraak.

Reconventionele vorderingen worden toegewezen. Nietigheidsargumenten van Dansico stranden: gebruik van de zoutcoating bij stoom-pelleteerprocessen ligt voor de vakman niet voor de hand. Granules vallen onder de bescherminsgomvang van het octrooi, waardoor indirecte inbreuk.

4.58. Aldus zou de vakman op basis van de beschrijving, maar ook bijvoorbeeld op basis van volgconclusies 6 en 7, begrijpen dat natriumsulfaat, hetzij in hydraat-, hetzij in anhydraat-vorm, voor de toepassing van de uitvinding als een geschikt zout kan worden aangemerkt. Hij zou immers op grond van zijn algemene vakkennis inzien dat het natriumsulfaat anhydraat in een waterige oplossing hydrateert, zodat niet de constante vochtigheid van het anhydraat maar die van het decahydraat relevant is, dat wel in strikte zin voldoet aan het in conclusie 1 genoemde kenmerk. De enkele omstandigheid dat het anhydraat zelf niet aan de kenmerken maatregel voldoet, betekent in casu niet dat van inbreuk geen sprake is.

4.60. Uit het vorenstaande volgt dat de TPT-granules van Danisco onder de beschermingsomvang van conclusie 1 van EP 592 vallen. Nu zulks niet separaat is bestreden, vallen de granules evenzeer onder de beschermingsomvang van de conclusies 2 t/m 4, 6 t/m 8, 13 en 15 t/m 20 van EP 592.

4.61. Daarmee staat voorts vast dat de TPT-granules van Danisco moeten worden aangemerkt als wezenlijk bestanddelen in de zin van artikel 73 lid 1 ROW 1995. Niet bestreden is dat Danisco weet dat de granules voor toepassing van geoctrooieerde werkwijze volgens de uitvinding geschikt zijn.

4.62. Ten slotte heeft Danisco – in de marge – nog betwist dat zij in Nederland voorbehouden handelingen zou verrichten met als argument dat het haar Nederlandse distributeur is die die handelingen verricht, doch daaraan wordt voorbijgegaan nu Novozymes gemotiveerd heeft gesteld dat Danisco blijkens de als productie 11 door Novozymes overgelegde printscreens van haar Engelstalige website de TPT-granules in Nederland aanbiedt.

nevenvorderingen
4.63. Het sub b) van het petitum gevorderde verbod indirecte inbreuk te maken zal worden toegewezen als na te melden. Dat geldt niet voor het tevens gevorderde verbod op basis van directe inbreuk, nu Novozymes ten aanzien daarvan niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De rechtbank ziet aanleiding te bepalen dat het verbod eerst werking heeft na betekening van dit vonnis.

4.64. De sub c) gevorderde opgave van de door Danisco met de verkoop van de TPTproducten in Nederland gerealiseerde winst ligt eveneens voor toewijzing gereed. Dat Danisco eerst bij het instellen van de eis in reconventie desbewust zou zijn geraakt, heeft Novozymes onder verwijzing naar paragraaf 5 van de dagvaarding
van Danisco doeltreffend weerlegd, zodat de opgave zich dient uit te strekken over een periode die aanvangt op 28 juni 2010, zijnde de datum waarop Danisco wist of redelijke gronden had om te weten dat zij met de verhandeling van de TPTgranules indirect inbreuk maakte op EP 592. Voor de door Novozymes gevorderde eerdere datum is onvoldoende grondslag aanwezig. De opgave wordt beperkt tot handelingen die met betrekking tot Nederland zijn verricht. Omwille van de praktische uitvoerbaarheid wordt de termijn bepaald op 2 maanden.

4.65. Naast opgave van de behaalde winst, is eveneens gerechtvaardigd een bevel tot verzending van een recall-brief aan de afnemers, een en ander op de wijze als in het dictum is verwoord.

4.69. Nu uitspraak wordt gedaan in de hoofdzaak, behoeft de voorlopige voorziening, die is ingesteld voor het geval de hoofdzaak vertraging zou oplopen, geen verdere behandeling.

Lees de uitspraak hier (pdf)