Gepubliceerd op dinsdag 22 december 2015
IEF 15564
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Succesvol beroep op citaatrecht voor gebruik foto Van der G.

Rechtbank Amsterdam 25 september 2015, IEF 155564 (eiser tegen Audax Publishing)
Auteursrecht. Citaatrecht. Eiser is auteursrechthebbende op een foto van Volkert van der G. welke in De Telegraaf en op de website van HP/De Tijd wordt geplaatst. Eiser stelt dat HP/De Tijd inbreuk maakt op haar auteursrecht. Niet is vast komen te staan dat eiser haar auteursrecht aan De Telegraaf heeft overgedragen. Er wordt een succesvol beroep gedaan op het citaatrecht uit art. 15a Aw. De foto op de website is zowel functioneel als proportioneel. De vorderingen worden afgewezen.

3.2. De kantonrechter komt dan toe aan de vraag of HP/De Tijd inbreukmaakt op het auteursrecht van eiser. HP/De Tijd stelt dat van een dergelijke inbreuk geen sprake is omdat de foto op de website moet worden beschouwd als een citaat in de zin van artikel 15a Aw. HP/De Tijd heeft bericht over de discussie die is ontstaan over het openbaar maken van de Van der G.-foto. Om de lezer in de gelegenheid te stellen zich een goed beeld te vormen over de plaatsing van deze foto is de geplaatste foto van de voorpagina van De Telegraaf functioneel. De omvang van deze foto moet beoordeeld worden in het licht van de wijze waarop De Telegraaf zelf de Van der G.-foto heeft gepubliceerd. In vergelijking daarmee is de door HP/De Tijd geplaatste foto kleiner en is de omvang in verhouding tot de tekst kleiner. De vraag of de Van der G.-foto te groot is weergegeven is arbitrair: de grootte is afhankelijk van de (browser)instellingen van iedere gebruiker afzonderlijk. De kleine afbeelding van de foto was enkel een link om bij het artikel te komen, aldus HP/De Tijd.

3.5. Ten aanzien van voorwaarde 2 kan uit vaste rechtspraak nog het volgende worden opgemaakt. Zowel de aard als de omvang van de opgenomen vereenvoudigingen dienen binnen de grenzen te blijven van hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is. Dit moet worden uitgelegd in samenhang met de strekking van het auteursrecht om aan de maker van en werk bescherming iet bieden: aan het exploitatierecht mag geen wezenlijk afbreuk worden gedaan. Indien het gaat om reproducties van gehele werken van beeldend kunst gaat het om de vraag of de reproductie een zodanig ondergeschikt onderdeel van die tekst vormen dat door de opneming in die tekst de reproductie niet meer als een vorm van exploitatie van die werken kan worden beschouwd (HR 22 juni NJ 1991, 268 Zienderogen kunst). In het geval van een illustratie uit een besproken boek wordt afgedrukt bij een boekbespreking moet worden aangenomen dat dit toelaatbaar is mits de afbeelding samen met de tekst van de bespreking redelijkerwijs kan worden beschouwd als een geheel dat ertoe strekt om aan de lezer een indruk van dat boek te geven Van belang hierbij kan zijn het verband tussen tekst en afbeelding. Van een toelaatbaar citaat zal geen sprake zijn als bijvoorbeeld door de omvang in vergelijking met de tekst of de wijze van opmaak een zodanige nadruk komt te liggen op de afbeelding dat zij in overwegende mate de functie van versiering van da dagblad of tijdschrift verkrijgt (HR 26 juni 1992, BIE 1993, 5 Damave/Trouw).

3.6. Aan eiser kan worden toegegeven dat het artikel kwantitatief en kwalitatief beperkt is en de foto een substantieel deel van dit artikel vormt. Verder blijkt uit de afdruk van de website dat de foto tweemaal zichtbaar is (eenmaal groot en eenmaal klein). De opmerking van HP/De Tijd dat de kleine foto enkel een hyperlink bevat naar het artikel maakt dit niet anders. Het citaatrecht is echter een zwaarwegend en diep geworteld recht dat een belangrijke bouwsteen is voor de vrijheid van meningsuiting. Voor de te maken afweging is het relevant dat HP/De Tijd een opinieblad is dat met het artikel verslag doet van een actuele en wezenlijke discussie over de spanning tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De wijze waarop de Van der G.-foto is afgedrukt op de voorpagina van De Telegraaf vormt hiervoor de basis. Goede kennisneming van e wijze waarop De Telegraaf de foto heeft afgedrukt, draagt bij aan het hierover te voeren debat. Door HP/De Tijd is de Van der G.-foto ook enkel afgebeeld als onderdeel van de voorpagina van De Telegraaf en niet als afzonderlijke afbeelding. Dat de omvang van de foto wellicht ook wat kleiner had kunnen zijn, en om onduidelijke redenen de foto ook tweemaal zichtbaar is, doet aan het voorgaande niet af. Door eiser is in algemene bewoordingen aangegeven dat zijn exploitatierecht is aangetast. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is echter niet in te zien dat de publicatie van Van der G.-foto als onderdeel van de voorpagina van De Telegraaf de exploitatie van de afzonderlijke afbeelding aantast. Uit het voorgaande volgt dat de foto op de website zowel functioneel als proportioneel is en dat daarmee ook aan voorwaarde 2 is voldaan.

Op andere blogs:
Kennedy Van der Laan, Mediareport