18 apr 2023
Uitspraak ingezonden door: Bas Kist, Chiever
Super Simon-filmpje beschermd als merk
Achtergrond
In 2017 heeft de Europese wetgever de bescherming van merken uitgebreid naar multimediamerken, zoals reclame of geanimeerde video's. Steeds meer bedrijven maken gebruik van visuele en auditieve elementen als onderscheidende middelen in de communicatie richting hun klanten. Het Europees Bureau voor Intellectuele Eigendom (EUIPO) achtte het daarom nodig dat er een nieuwe categorie merken werd gecrëeerd: de multimediamerken.
Aan welke criteria de registratie voor dergelijke merken moet voldoen, was nog niet altijd even duidelijk. Om de criteria te verduidelijken heeft Chiever, een Nederlands merkenbureau, een testcase ingediend bij het EUIPO. Ze verzochten de Europese merkregistratie voor een geanimeerde video van hun vertrekkende directeur, de heer L. Simon, voor onder andere boeken, wijn en culturele activiteiten. In het filmpje is te zien hoe Simon afscheid neemt van zijn collega's en uitvliegt naar zijn vakantiebestemming als een soort Superman (ofwel Super Simon).
De video werd in eerste instantie afgewezen om als merk te worden geregistreerd. De video zou niet onderscheidend genoeg zijn en door de consument slechts gezien kunnen worden als "een leuk animatiefilmpje". Daarnaast ontbreken in de video de producten of diensten waarvoor het merk is ingeschreven. Het EUIPO concludeert dat de video aan het slot bovendien geen afzonderlijke vermelding bevat en daarom niet als merk kan functioneren. Tegen deze beslissing van het EUIPO ging Chiever in hoger beroep bij de Kamer van Beroep van EUIPO.
Kamer van Beroep EUIPO 7 maart 2023, IEF 21401; Zaaknr. R1490/2022-5 (BoA uitspraak) De Kamer van Beroep van het EUIPO is van oordeel dat het filmpje wel als merk beschermd kan worden. In het oordeel van de Kamer komen een aantal handvatten naar voren voor de registratie van multimediamerken. Allereerst is de lengte of complexiteit van het filmpje niet van belang. De consument moet het filmpje en de hoofdfiguren uit het filmpje als onderscheidingsteken kunnen beschouwen. Hieraan voldoet de Super Simon uit het filmpje. Daarnaast mogen er geen zwaardere eisen worden gesteld aan multimediamerken dan aan gewone merken. Het laten zien wie de afzender is in het slot van de video is dus niet vereist, zoals het EUIPO in eerste instantie oordeelde. Tot slot stelt de Kamer dat een multimediamerk niet kan worden vergeleken met een TV-reclame, nu beide een ander doel hebben. Een multimediamerkt hoeft daarom ook geen dienst- of productinformatie te bevatten.
Hoewel het indienen van animatievideo's als merktekens nog vrij nieuw is, bestaat de verwachting dat dit steeds vaker zal voorkomen. Zo zijn digitale verpakkingen al een feit, waarbij de klant een QR-code op een product kan scannen om vervolgens een korte video te bekijken. Deze ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden voor het inschrijven van multimediamerken. Het besproken oordeel van de Kamer verduidelijkt hoe aanvragers dit kunnen doen.
76. Hoewel het deponeren van filmpjes als merken vrij nieuw en nog uitzonderlijk is, betekent dit niet dat de inschrijving van zulke merken uitgesloten zou zijn, indien deze onmiddellijk kunnen worden opgevat als een aanduiding van de commerciële herkomst van de betrokken waren of diensten, zodat het relevante publiek de waren of diensten van de merkhouder zonder gevaar voor verwarring kan onderscheiden van die met een andere commerciële herkomst (05/12/2002, T-130/01, Real People, Real Solutions, EU:T:2002:301, § 19).
77. Inderdaad, hoewel bijzondere of originele kenmerken geen criteria zijn voor het onderscheidend vermogen van een merk, moet het merk in kwestie het publiek wel in staat stellen de betrokken waren en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen of personen (04/07/2017, T-81/16, a pair of curved strips on the side of a tire, EU:T:2017:463, § 49).
78. Het aangevraagde merk in kwestie heeft niet alleen originele kenmerken (hoewel deze niet noodzakelijk zijn), het filmpje stelt het publiek ook wel degelijk in staat de betrokken waren en diensten te onderscheiden van deze met een andere commerciële oorsprong.