Gepubliceerd op donderdag 20 maart 2025
IEF 22610
Rechtbank Amsterdam ||
23 dec 2024
Rechtbank Amsterdam 23 dec 2024, IEF 22610; ECLI:NL:RBAMS:2024:8763 (Ølåf tegen Tøte), https://ie-forum.nl/artikelen/totebags-van-olaf-hebben-geen-eigen-gezicht-op-de-markt

Totebags van Ølåf hebben geen eigen gezicht op de markt

Vzr. Rb. Amsterdam 23 december 2024, IEF 22610; ECLI:NL:RBAMS:2024:8763 (Ølåf tegen Tøte). Ølåf is een kledingmerk en een van haar producten is een draagtas, ook wel een totebag genoemd. Tøte verkoopt uitsluitend dit soort draagtassen. Doordat de tassen op elkaar lijken heeft Ølåf Tøte gesommeerd om elke inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Ølåf, dan wel ieder ander onrechtmatig handelen jegens Ølåf te staken. Tøte betwist de stelling van Ølåf, die gebaseerd is op het auteursrecht, slaafse nabootsing en merkinbreuk. Voor de voorzieningenrechter vordert Ølåf nu dat Tøte oplegging van een bevel tot staking van haar handelspraktijken. Ølåf legt aan de vordering ten grondslag dat de draagtas van Tøte te veel lijkt op haar draagtas. Tøte heeft volgens Ølåf een groot aantal elementen overgenomen. Dit maakt dat de draagtas van Tøte een look-a-like is. Omdat de draagtassen te veel op elkaar lijken is sprake van een misleidende handelspraktijk (artikel 6:193c lid 2 onder a BW) en slaafse nabootsing (onrechtmatige daad 6:162 BW), aldus Ølåf. Tøte betwist dat de elementen die Ølåf aandraagt overeenkomen. Van verwarring en misleiding is geen sprake. Daarom is het geen oneerlijke handelspraktijk en ook geen slaafse nabootsing. Bovendien heeft de draagtas van Ølåf volgens Tøte geen eigen gezicht op de markt. 

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Hoewel Tøte zich mogelijk heeft laten inspireren door de draagtassen van Ølåf, of door andere al op de markt aanwezige draagtassen, is het onvoldoende aannemelijk dat verwarring bij het publiek is te verwachten tussen deze draagtassen. Er bestaat een uitgebreide markt van draagtassen. De wezenlijke kenmerken hiervan zijn niet te monopoliseren. Ook de totebags van Ølåf en Tøte hebben deze wezenlijke kenmerken, waardoor er overeenkomsten bestaan. Uitgangspunt is echter dat het nabootsen van elkaars producten in beginsel is toegestaan, als de ander maar zoveel mogelijk doet om te voorkomen dat er verwarring ontstaat bij het publiek. Dat heeft Tøte hier gedaan. Tøte had niet nóg meer kunnen en moeten afwijken, naar oordeel van de voorzieningenrechter. De draagtas van Tøte verschilt namelijk voldoende van de draagtas van Ølåf op een groot aantal punten, waaronder de hengels, het logo en het binnenvakje. De stelling van Ølåf dat deze kleine verschillen online niet zichtbaar zijn door de manier waarop de tassen worden gepresenteerd, slaagt niet. Naast dat de consument deze verschillen nog steeds kan zien, zal hij ook niet snel in de war raken. Het is op de websites voldoende duidelijk welke tas er verkocht wordt. Naast dat er geen verwarringsgevaar bestaat, is ook onvoldoende aannemelijk dat de draagtassen van Ølåf een eigen gezicht op de markt hebben. Uit het vormgevingserfgoed blijkt dat er heel veel soorten draagtassen op de markt zijn. Dit betekent dat alle vorderingen van Ølåf worden afgewezen. 

4.6. Ook de draagtassen van Ølåf en Tøte hebben (meerdere van) deze wezenlijke kenmerken. Daardoor hebben de draagtassen in ieder geval enkele overeenkomsten. Uitgangspunt is echter dat het nabootsen van elkaars producten in beginsel is toegestaan, als de ander maar zoveel mogelijk doet om te voorkomen dat er verwarring ontstaat bij het publiek. Dat heeft Tøte hier gedaan. Ølåf stelt alleen dat Tøte nóg meer anders had moeten doen, oftewel, dat Tøte nog meer andere keuzes had kunnen en moeten maken. Daar gaat de voorzieningenrechter niet in mee.