Gepubliceerd op donderdag 6 oktober 2011
IEF 10303
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Twee beslissingen Benelux-Gerechtshof

Benelux Gerechtshof 6 oktober 2011, A 2010/7/8 (Intres Belgium tegen Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom)

Met gelijktijdige dank aan Pieter Veeze, BOIP.

Overgenomen uit't persbericht en in navolging van conclusie A-G Dubrulle IEF 9627: In twee beslissingen van 6 oktober heeft het Benelux-Gerechtshof belangrijke vragen over de procedurele aspecten van de toetsing op absolute gronden beantwoord. In de zaak A LA CARTE stelde het BenGH vast dat voor de territoriale bevoegdheid van de beroepsinstantie het adres op het moment van depot de doorslag geeft. Een latere overdracht doet in dit opzicht niet ter zake.

Benelux Gerechtshof 6 oktober 2011, A 2010/8/10 (Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom tegen Vermeiren Francina)

In de zaak BODYSTYLING + stelde het BenGH enerzijds vast dat de door het BBIE gevoerde praktijk van motiveren van voorlopige weigeringsbeslissingen juist is en anderzijds dat er altijd beroep mogelijk is tegen een weigering, ook wanneer deposant geen bezwaar heeft gemaakt tegen de voorlopige beslissing. Hiermee zijn de stellingen van het BBIE in deze twee zaken op de belangrijkste punten bevestigd. [red. merkregistratie]

Lees het persbericht hier (link)