Gepubliceerd op dinsdag 2 november 2021
IEF 20292
Rechtbank Noord-Holland ||
1 nov 2021
Rechtbank Noord-Holland 1 nov 2021, IEF 20292; ECLI:NL:RBNHO:2021:9643 (Jiskefet tegen Noblesse), https://ie-forum.nl/artikelen/uitgever-moet-sticker-op-jiskefet-encyclopedie-aanbrengen

Uitspraak ingezonden door Willem Timmers, AMS Advocaten.

Uitgever moet sticker op Jiskefet Encyclopedie aanbrengen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 1 november 2021, IEF 20292; ECLI:NL:RBNHO:2021:9643 (Jiskefet tegen Noblesse) Kort geding. Eisers zijn samen de bedenkers en makers van het televisieprogramma ‘Jiskefet’ en houder van eigendomsrechten die verband houden met de tv-serie. Gedaagde is Noblesse Uitgevers die voornemens is het boek ‘Jiskefet Encyclopedie’ in de handel te brengen. De vorderingen van Jiskefet richten zich in dit kort geding niet tegen de inhoud van het boek. Ze hebben er bezwaar tegen dat op het boek niet duidelijk zichtbaar is aangegeven dat dit niet van Jiskefet afkomstig is. Zij stellen dat Noblesse afbreuk doet aan, dan wel ongerechtvaardigd voordeel trekt uit de reputatie en het onderscheidend vermogen van het merk, dat staat voor humor. De vordering van Jiskefet wordt grotendeels toegewezen. Noblesse moet door middel van een sticker op de voorkant van het boek een nadere omschrijving geven waardoor blijkt dat dit boek niet van Jiskefet zelf afkomstig is.

4.4. Bij de beantwoording van die vraag moet ervan worden uitgegaan dat de aanduiding Jiskefet, ook al is die pas recentelijk als merkaanduiding gedeponeerd, door een aanzienlijk deel van het (oudere) Nederlandse publiek zal worden geassocieerd met het gelijknamige TV-programma dat gedurende 15 jaar op de Nederlandse televisie is uitgezonden.
De voorzieningenrechter acht voorshands aannemelijk dat Jiskefet ook heden ten dage nog een bekend cabarettrio is. Indien dat niet het geval zou zijn, had Noblesse geen tijd, geld en moeite gestoken in de vervaardiging van de onderhavige encyclopedie. Ook zou SBS6 niet op de zaak zijn afgekomen om filmopnamen te maken. Daar komt bij dat veel van het Jiskefet beeldmateriaal met enkele muisklikken op het internet te vinden is. De leden van het Jiskefet-trio moeten dan ook als publieke figuren worden beschouwd.


4.5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Jiskefet c.s. met een beroep op hun merkrechten kunnen opkomen tegen het onderhavige gebruik van het teken ‘Jiskefet’.
Aan Noblesse kan worden toegegeven dat Jiskefet c.s. niet tegen ieder gebruik van dat teken in de aanduiding van een boek kunnen opkomen, omdat ze daarmee te zeer zouden treden in de vrijheid van de auteur om een boek te schrijven over een bekend cabarettrio en in de titel van het boek tot uitdrukking te brengen dat het boek over Jiskefet gaat. Jiskefet c.s. kunnen er echter wel aanspraak op maken dat op het Boek duidelijk zichtbaar tot uitdrukking wordt gebracht dat dit niet van haar afkomstig is en niet met haar betrokkenheid of instemming tot stand is gebracht.
Zolang die duidelijkheid niet wordt gecreëerd is er sprake van een gebruik waarmee ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit de bekendheid van de naam en daarmee ook van het merk ‘Jiskefet’ en voldoet het refererend merkgebruik niet aan de in art. 2:23 BVIE neergelegde eis dat dit gebruik moet plaatsvinden volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

(...)
4.7. Zoals Jiskefet c.s. blijkens de inrichting van haar petitum lijkt te begrijpen zou het te ver gaan om de reeds gedrukte exemplaren van het Boek uit de handel te halen c.q. verkoop daarvan geheel te doen verbieden. Met het treffen van relatief beperkte aanpassingen van de bestaande oplage kan voldoende aan de belangen van Jiskefet c.s. tegemoet worden gekomen. Daarbij verdient -voor de duidelijkheid- wel opmerking dat de wijze waarop Noblesse de opstelling van Jiskefet c.s. in de aanloop naar dit kort geding in haar verweer heeft beschreven volkomen buiten beeld laat dat zíj degene is geweest die categorisch heeft geweigerd om Jiskefet inzage in de inhoud het boek te geven, terwijl de vrees dat die inhoud niet door de beugel kon werd gestaafd door een, naar nu blijkt, gegrond bezwaar tegen de uitvoering van de omslag. Enige matiging van toon zou haar dan ook sieren.

De voorzieningenrechter ziet aanleiding om, met afweging van alle betrokken belangen, de hierna in het dictum opgenomen voorzieningen te treffen, waarbij de gevorderde dwangsom zal worden gematigd.