Gepubliceerd op dinsdag 17 april 2012
IEF 11199
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitkijken over het naastgelegen natuurgebied De Peel

Vzr. Rechtbank 's-Hertogenbosch 16 april 2012, KG ZA 12-171 (Van Hoof vof tegen Heidebloemranch)

Uitspraak ingezonden door Frederick Leentfaar, Deterink.

Beschrijvende handelsnaam voor gebouwen die "veelal uitkijken over het naastgelegen natuurgebied De Peel". Van Hoof exploiteert een melkveebedrijf en een vakantieboerderij en heeft voor deze laatste de handelsnaam Vakantieboerderij Peelzicht ingeschreven. De nabij gelegen Heidebloemranch heeft een accommodatie/gebouw met de naam Peelzicht [red. in het vonnis is er sprake van een kennelijke verschrijving: "Peelven"]. Na onderling contact wenst eiser dat Heidebloemranch de naam Peelzicht niet gebruikt.

De naam Peelzicht is in de regio, zo is door Heidebloemranch onweersproken gesteld, een veel gebruikte naam om gebouwen (woonhuizen, boerderijen, een brasserie) mee aan te duiden. Dat is ook niet zo vreemd omdat die gebouwen veelal uitkijken over het naastgelegen natuurgebied De Peel. Het is daarmee een zuiver beschrijvende aanduiding. Ook Heidebloemranch gebruikt de naam Peelzicht om duidelijk te maken dat de accommodatie zicht heeft op De Peel, hetgeen Heidebloemranch met foto’s aannemelijk heeft gemaakt.

Voorts bestaan er grote verschillen tussen het publiek waar beide ondernemingen zich op richten. Waaronder de grootte van de groepen. De vakantieboederij kunnen maximaal 10 personen huisvesten, terwijl bij de Heidebloemranch een minimum van 16 personen wordt gehanteerd. Het is onvoldoende aannemelijk dat de Heidebloemranch onrechtmatig handelt jegens Van Hoof.

 

 4.2.    Van een onrechtmatige daad is sprake indien wordt voldaan aan de vereisten die worden genoemd in artikel 6:162 van het burgerlijk Wetboek (BW). Niet aannemelijk is geworden dat daarvan in dit geval sprake is, ook niet als daarbij als uitgangspunt wordt genomen dat Van Hoof daadwerkelijk sinds 2008 de handelsnaam Peelzicht gebruikt, zoals Van Hoof stelt en Heidebloemranch betwist. Heidebloemranch gebruikt de naam Peelzicht namelijk niet als handelsnaam, maar uitsluitend om er één van de binnen de onderneming aangeboden accommodaties mee aan te duiden. De naam Peelzicht is in de regio, zo is door Heidebloemranch onweersproken gesteld, een veel gebruikte naam om gebouwen (woonhuizen, boerderijen, een brasserie) mee aan te duiden. Dat is ook niet zo vreemd omdat die gebouwen veelal uitkijken over het naastgelegen natuurgebied De Peel. Het is daarmee een zuiver beschrijvende aanduiding. Ook Heidebloemranch gebruikt de naam Peelzicht om duidelijk te maken dat de accommodatie zicht heeft op De Peel, hetgeen Heidebloemranch met foto’s aannemelijk heeft gemaakt. Dat zij daarbij op onrechtmatige wijze zou meeliften op de goede naam en reputatie van Van Hoof, nog daargelaten de vraag waaruit die goede naam en reputatie nu precies bestaan en in hoeverre daaraan bijzondere bescherming toekomt, is niet aannemelijk geworden. Het door Heidebloemranch enkel (en naar waarheid) voeren van de naam Peelzicht voor één van haar accommodaties op zichzelf is daarvoor in elk geval onvoldoende.

4.3.    Voorts bestaan er grote verschillen tussen de ondernemingen van partijen. Zij zijn weliswaar beide gevestigd in dezelfde regio en op (voormalig) agrarische grond, zij richten zich, zo is wel duidelijk geworden, tot een ander publiek. De vakantieboerderij van Van Hoof is bedoeld voor mensen die het boerenleven van dichtbij willen ervaren en die ter plaatse onder meer een kijkje kunnen nemen in het agrarische bedrijf van (de zoon van) familie Van Hoof. Heidebloemranch daarentegen heeft luxe ingerichte groepsaccommodaties beschikbaar met onder andere daarbij een luxe manege en de mogelijkheid activiteiten op het gebied van paardenliefhebberij te verrichten. Het belangrijkste verschil is echter wel de grootte van de groepen die Van Hoof en Heidebloemranch kunnen huisvesten: op de vakantieboerderij van Van Hoof kunnen groepen terecht tot maximaal 10 personen. Dergelijke groepen kunnen bij Heidebloemranch nu juist weer niet terecht. Heidebloemranch richt zich op grotere groepen en hanteert daarbij een minimum van 16 personen en een maximum van 45. Van Hoof en Heidebloemranch hebben wat dat betreft dus geen overlap. Voor zover er al sprake zou zijn van verwarring bij het publiek, dan rijst de vraag in hoeverre Van Hoof daardoor schade zou lijden: zij kan immers geen groepen huisvesten die eigenlijk bij Heidebloemranch hadden willen boeken en andersom bestaat die mogelijkheid evenmin. Dat Van Hoof klanten zal mislopen als gevolg van door Heidebloemranch veroorzaakt verwarringsgevaar is daarmee niet aannemelijk geworden, althans dat gevaar moet niet zo groot worden geoordeeld dat rechterlijk ingrijpen thans geboden is.

4.4.    Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat onvoldoende aannemelijk is dat Heidebloemranch onrechtmatig handelt jegens Van Hoof en dat evenmin aannemelijk is geworden dat Van Hoof door het handelen van Heidebloemranch schade lijdt of dreigt te leiden. Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 6:162 BW. De vordering zal daarom worden afgewezen.