26 feb 2025
Uitspraak ingezonden door Jacqueline Schaap en Bram Bogaerts advocaat, Visser Schaap & Kreijger.
Uitlatingen over diefstal geld in uitzending Oplichters Aangepakt zijn niet onrechtmatig
Rb. Amsterdam 26 februari 2025, IEF 22585, IT 4803; ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2025:1222 (Albemarle tegen Van der Spek c.s.). Deze zaak gaat over een aflevering van Oplichters Aangepakt, waarin Van der Spek een zaak onderzoekt tussen mevrouw Ponzoni en [naam 1]. [naam 1] is de (indirect) bestuurder van eiser, een bedrijf dat evenementenlocaties exploiteert. [naam 1] heeft aangeboden Ponzoni te helpen met het kopen van een huis in Spanje. Hiervoor moest Ponzoni haar geld vanuit Uruguay overmaken naar zijn Amerikaanse trust. Ze heeft dit geld nooit terug gekregen. In de uitzending van Oplichters Aangepakt is de confrontatie tussen Van der Spek, Ponzoni en [naam 1] te zien. Hierbij impliceert Van der Spek dat [naam 1] het geld gestolen heeft. eiser heeft Van der Spek gesommeerd de uitzending te verwijderen en de uitlatingen te rectificeren. eiser meent dat haar bestuurder, [naam 1], in de uitzending onterecht wordt afgeschilderd als dief en oplichter. Ook zou Van der Spek c.s. voldoende informatie hebben om de uitzending zoals deze is te maken en uit te zenden. Nadat de zaak bij de Spaanse rechter geseponeerd werd en het beroep werd verworpen, probeert eiser nu bij de Nederlandse rechtbank zijn gelijk te halen.
Eiser vordert, samengevat, een verklaring voor recht dat er jegens haar onrechtmatig is gehandeld door het bedrijf te betrekken in de uitzending. Ook vordert zij een verklaring voor recht over de onrechtmatigheid van de uitingen waarin wordt gesuggereerd dat [naam 1] een dief en oplichter is, alsmede de verwijdering van de uitzending, teasers en previews van de aflevering en de publicatie van een rectificatie. Van der Spek c.s. beroept zich op de vrijheid van meningsuiting en voert aan dat een eventuele onrechtmatige uitlating jegens [naam 1] niet onrechtmatig is jegens eiser. De beoordeling is als volgt.
Eiser wordt in de uitzending niet genoemd; de aandacht gaat uitsluitend uit naar [naam 1]. Wel is er een duidelijk verband met het bedrijf, dat ook in de aflevering naar voren komt, bijvoorbeeld doordat [naam 1] herhaaldelijk wordt aangeduid als ‘kasteelheer’. Negatieve publiciteit over [naam 1] kan daarom ook onrechtmatig zijn jegens eiser. De rechtbank oordeelt echter dat de uitzending niet onrechtmatig is. Uit de stukken waarover Van der Spek c.s. beschikte, bleek voldoende dat [naam 1] een aanzienlijk geldbedrag aan Ponzoni verschuldigd was. Dat Van der Spek tijdens de confrontatie zegt dat [naam 1] geld heeft gestolen, moet worden gezien in de context van de aflevering: Van der Spek probeerde een reactie uit te lokken. Het argument van eiser dat geen voorafgaand wederhoor is toegepast, wordt verworpen. De rechtbank begrijpt dat eiser liever vooraf was geïnformeerd over de mogelijke confrontatie, maar deze niet-agressieve en niet-disproportionele confrontatie is op zichzelf al een vorm van wederhoor. Gezien het voorgaande worden de vorderingen van eiser afgewezen.
4.12. De rechtbank acht de manier waarop de confrontatie in de uitzending heeft plaatsgevonden in de gegeven omstandigheden niet disproportioneel. In tegenstelling tot wat [eiser] heeft gesteld, was er (helemaal in het begin) geen sprake van een agressieve wijze van confronteren. De draaiende camera stond buiten het hek van [naam landgoed] , zo heeft [gedaagde 1] ter zitting verklaard en dit komt overeen met het ingezoomde beeld in de uitzending. Daarbij komt dat een onaangekondigde confrontatie ook een poging tot wederhoor betreft. De rechtbank begrijpt dat [eiser] of [naam 1] liever van te voren was ingelicht, maar het is aan [gedaagden] om te bepalen hoe zij haar programma vorm geeft. Het feit dat zij de mogelijkheid had om [eiser] of [naam 1] van te voren te vragen om een reactie maakt niet dat zij onrechtmatig heeft gehandeld nu zij heeft besloten op een andere manier wederhoor te verkrijgen.