Gepubliceerd op woensdag 28 november 2012
IEF 12062
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitleg van de tweede beweging die volgt op de eerste beweging

Rechtbank 's-Gravenhage 28 november 2012, LJN BY4482 (Apple Inc. tegen Samsung e.a.) - persbericht

Octrooirecht. Apple / Samsung. De rechtbank Den Haag concludeert dat Samsung-telefoons en tablets met Android-besturingssysteem met versie 2.2.1 of hoger in strijd zijn met het octrooi EP2059868 dat 'betrekking heeft op een gebruikersinterface voor het navigeren binnen en tussen digitale objecten, zoals foto’s of elektronische documenten, op een apparaat met een touchscreen.'.

De gemiddelde vakman zal de begrippen "eerste en tweede beweging" zo uitleggen dat het de stappen beschrijft waarin die eerste en tweede beweging worden gedetecteerd, onderdeel uitmaken van een werkwijze die in een bepaalde volgorde moet worden uitgevoerd. De vakman zal ook daaruit begrijpen dat het detecteren van de tweede beweging volgt op het detecteren van de eerste beweging.

Partijen zijn het er over eens dat telefoons en tablets die gebruik maken van Android-versie 3.0 en voorzien zijn van een blue flash update geen inbreuk op het octrooi maken.

Samsung moet per direct stoppen met het maken van inbreuk op het Nederlandse deel van het patent en is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan Apple betalen. De hoogte hiervan is afhankelijk van de winst die er gemaakt is. Samsung dient opgave te doen van de netto winsten gecertificeerd door een onafhankelijke accountant.

In citaten:

5.2. Apple heeft betoogd dat het begrip “tweede beweging” iedere beweging omvat die zich onderscheidt van de eerder in de conclusies genoemde “eerste beweging”, en dus mede betrekking heeft op een beweging die zich slechts onderscheidt door de lengte ervan. Dat betoog moet worden verworpen. Naar het oordeel van de rechtbank duidt dit begrippenpaar op bewegingen die elkaar in de tijd opvolgen. De gemiddelde vakman zal die begrippen zo uitleggen omdat de stappen waarin die eerste en tweede beweging worden gedetecteerd, onderdeel uitmaken van een werkwijze die in een bepaalde volgorde moet worden uitgevoerd. Die vereiste volgorde van de stappen blijkt duidelijk uit de bewoordingen van de conclusies en is door Apple bij pleidooi ook niet meer bestreden. De conclusies schrijven immers uitdrukkelijk voor dat een bepaalde stap “tijdens” de uitvoering van een eerdere stap moet plaatsvinden of “nadat” een in een eerdere stap beschreven detectie is geëindigd. Meer specifiek met betrekking tot het detecteren van de tweede beweging schrijft de conclusie voor dat die detectie plaatsvindt “terwijl de daarvóór verborgen rand van het eerste digitale object wordt weergegeven”. Die laatstgenoemde conditie maakt duidelijk dat het detecteren van de tweede beweging is voorafgegaan door een situatie waarin de rand van het eerste digitale object nog verborgen was. Zoals ook Apple heeft onderkend (pleitnota onder 26), is die situatie het uitgangspunt bij het detecteren van de eerste beweging. De vakman zal ook daaruit begrijpen dat het detecteren van de tweede beweging volgt op het detecteren van de eerste beweging. Daar komt bij dat de volgtijdelijkheid van de stappen wordt ondersteund door de in het octrooischrift beschreven en afgebeelde uitvoeringsvormen. Niet in geschil is dat het octrooischrift uitsluitend een uitvoeringsvorm beschrijft waarin de stappen in de bedoelde volgorde worden doorlopen.

5.5. Voorgaande uitleg is ook de meest zinvolle uitleg in het licht van het doel van de uitvinding. Partijen zijn het erover eens dat het octrooischrift leert dat met de geclaimde uitvinding een meer transparante en intuïtieve gebruikersinterface voor de verwerking van foto’s wordt beoogd (paragraaf [0007]) en meer specifiek dat het octrooi op zijn minst mede beoogt te voorkomen dat de gebruiker per ongeluk doorbladert naar een tweede digitaal object vanuit een ingezoomd eerste digitaal object. Het is duidelijk dat de geclaimde uitvinding dat doel bereikt als het begrip “tweede beweging” wordt uitgelegd als opvolgende beweging. Het effect van de geclaimde werkwijze is dan dat een beweging in eerste instantie niet leidt tot het doorbladeren naar een tweede digitaal object, maar tot het tonen van de rand van het eerste digitale object. Dat is een voor de gebruiker intuïtief begrijpelijke werkwijze van de computer, gegeven het feit dat bij aanvang van de werkwijze de rand van het digitale object waarheen wordt bewogen nog niet zichtbaar is (pas bij het verplaatsen van het eerste digitale object in de eerste richting verschijnt de daarvóór verborgen rand). Zoals ook Apple heeft uiteengezet, is het bij die ingezoomde weergave logisch en transparant om de gebruiker eerst de rand te tonen en pas door te bladeren naar een tweede digitaal object als de gebruiker vervolgens de beweging herhaalt terwijl de rand in beeld is. In de ingezoomde weergave kan de gebruiker namelijk gedesoriënteerd raken omdat hij niet meer weet naar welk gedeelte van een digitaal object hij kijkt en waar het digitaal object ophoudt. In die situatie dient de gebruiker eerst de begrenzing van het digitale object te worden getoond, door het weergeven van een gebied voorbij de rand (dagvaarding, paragraaf 54). Als die rand vervolgens in beeld is, is het waarschijnlijker geworden dat de gebruiker met een beweging in de richting van de rand wil doorbladeren naar een volgende foto (pleitnota van Apple, paragraaf 34).

5.6. Bij de uitleg van Apple is niet in te zien welk voordeel de geclaimde werkwijze heeft als het begrip " tweede beweging" ook bewegingen omvat die niet opvolgend zijn. In die uitleg zouden namelijk ook werkwijzen onder de beschermingsomvang vallen waarin direct met een eerste beweging kan worden doorgebladerd en waarin per ongeluk doorbladeren niet wordt voorkomen. Samsung heeft er ook terecht op gewezen dat in de uitleg van Apple de reactie van de computer op de eerste en tweede beweging functies worden die volledig los van elkaar staan. Dat is geen zinvolle uitleg van de conclusies omdat de functies onderdeel uitmaken van één werkwijze die in een specifieke volgorde moet worden doorlopen.

Android versie 2.2.1 en hoger

5.10. De Galaxy-producten met Android versie 2.2.1 en hoger vallen naar het oordeel van de rechtbank wel onder de beschermingsomvang van EP 868. Ook met betrekking tot deze producten gaat de discussie uitsluitend over het kenmerk dat de computer doorbladert “in reactie op het detecteren van de tweede beweging terwijl de daarvóór verborgen rand van het eerste digitale object wordt weergegeven”. Aan dat kenmerk is voldaan omdat tussen partijen vast staat dat in deze producten, anders dan in de hiervoor besproken producten met Android versie 3.0 en hoger, het doorbladeren wel afhankelijk is gemaakt van het detecteren van een tweede beweging in de zin van het octrooi. Bij deze producten leidt een eerste beweging nooit tot doorbladeren, ongeacht de lengte van de beweging. Een eerste beweging leidt tot een bounce back in de zin van EP 868, waarbij de foto zo ver terugveert dat de daarvoor verborgen rand nog net in beeld is. Met een daaropvolgende beweging kan wel worden doorgebladerd. Het doorbladeren geschiedt dan dus “in reactie op het detecteren van de tweede beweging terwijl de daarvóór verborgen rand van het eerste digitale object wordt weergegeven”.

5.11. Dat in de producten met Android versie 2.2.1 het doorbladeren ook afhankelijk is van de lengte van de beweging, kan niet leiden tot een ander oordeel. Anders dan Samsung heeft betoogd, vereist EP 868 niet dat de computer altijd doorbladert als er een tweede beweging wordt gedetecteerd. De tekst van de conclusie laat de mogelijkheid open dat het doorbladeren mede afhankelijk wordt gemaakt van een ander criterium. Dat dergelijke uitvoeringsvormen ook onder de conclusies vallen, wordt bevestigd door de beschrijving. In paragraaf [0154] wordt namelijk een uitvoeringsvorm beschreven waarin het doorbladeren mede afhankelijk is van een ander criterium, te weten van een bepaalde duur van de interval tussen de eerste en tweede beweging. Bovendien wordt ook met de door de betreffende Galaxy-producten uitgevoerde werkwijze het in paragraaf 5.5 beschreven voordeel van de geclaimde uitvinding gerealiseerd. Doordat in die producten pas een tweede beweging kan leiden tot het doorbladeren, wordt immers voorkomen dat de gebruiker met een beweging op een ingezoomde foto per ongeluk doorbladert naar een tweede foto.

5.16. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat het gevorderde verbod uitsluitend toewijsbaar is met betrekking tot de Galaxy-producten met Android versie 2.2.1 en hoger zonder de blue flash functionaliteit. Dat verbod zal alleen worden toegewezen ten aanzien van Samsung Benelux omdat Samsung onweersproken heeft aangevoerd dat de andere gedaagden geen voorbehouden handelingen verrichten.

5.17. De ter zitting naar voren gebrachte stelling van Samsung dat Samsung Benelux die inbreukmakende producten niet meer verhandelt, kan niet leiden tot afwijzing van het verbod. Aangezien Samsung Benelux geen met een boete versterkte onthoudingsverklaring heeft getekend, houdt Apple belang bij het gevorderde verbod, zeker nu Samsung Benelux de verhandeling van de producten pas heeft gestaakt naar aanleiding van het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod. De stelling brengt wel mee dat de rechtbank geen aanleiding ziet voor toestaan van de door Samsung gewenste “uitloopperiode” om haar producten te kunnen aanpassen.

5.18. De stelling van Samsung dat Samsung Benelux de betreffende producten niet meer verhandelt sinds het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod is ook van belang voor de gevorderde recall en publicatie van een “boodschap aan de markt”. Apple heeft de gestelde staking niet betwist. Apple heeft ook niet in reactie op het gestelde staken aangevoerd dat de inbreukmakende producten nog wel worden verhandeld door de afnemers van Samsung, laat staan dat zij die stelling voldoende heeft onderbouwd in het licht van het onweersproken feit dat de producten sinds eind augustus 2011 niet meer aan afnemers zijn geleverd. In het licht daarvan kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden aangenomen dat Apple nog voldoende belang heeft bij de recall en publicatie. Die zullen daarom worden afgewezen.

Afschrift beschikbaar HZ 12-220, LJN BY4482.

Op andere blogs:
Deterink-blog (Kort commentaar nederlandse octrooizaken november 2012 verbod voor Galaxy met Android versie 2.2.1 en hoger)
FOSS patents (Dutch ruling on Apple's photo gallery patent assertion against Samsung doesn't change anything)