Gepubliceerd op maandag 27 juni 2011
IEF 9840
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitwerking regeerakkoord onder media

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap informeert de Tweede Kamer over de uitwerking van het regeerakkoord op de onderdelen landelijke publieke omroep, Wereldomroep, regionale omroep en Muziekcentrum van de Omroep (hierna: MCO). Uitwerking regeerakkoord onder media, 17 juni 2011, referentie 309071.

Een realistische prijs ligt volgens het Commissariaat tussen 0,5 cent en 3,4 cent. De prijs van 14 cent die de NPO hanteerde in de recente onderhandelingen, vindt het Commissariaat niet realistisch.(...) Het Commissariaat stelt daarom voor uit te gaan van de gemiddelde waarde van 1,95 cent per papieren gids en deze waarde om de twee jaar te herberekenen.  (…) Het kabinet deelt de conclusies van het Commissariaat voor de Media. Het model dat uitgaat van de gemiddelde waarde biedt marktpartijen mogelijkheden om snel en tegen redelijke exploitatievoorwaarden aan de slag te gaan. (...) Bij de wettelijke uitwerking van het model zullen ook de voorstellen van het Commissariaat over elektronische en online programmagidsen betrokken worden. Ook voor die gidsen komen immers de programmagegevens beschikbaar. Het kabinet deelt de mening van het Commissariaat dat hiervoor andere (lagere) tarieven moeten gelden, die rekening houden met de aard van deze gidsen.

Auteursrecht makers, p. 7

Belang van de publieke omroep voor de audiovisuele productiesector De publieke omroep is in Nederland de belangrijkste producent van audiovisuele producties en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse audiovisuele creatieve industrie. Producties komen vaak tot stand in samenwerking met onafhankelijke producenten, maar zijn altijd vervaardigd door audiovisuele makers: zij zijn onmisbaar voor de taakuitoefening van de publieke omroep. Makers hebben naast hun honoraria recht op een redelijke auteursrechtelijke vergoeding bij verdere exploitatie van deze producties, maar de onderhandelingen over de vergoeding voor deze exploitatievormen verlopen moeizaam. Het zou goed zijn als beide partijen zich inzetten voor de totstandkoming van nieuwe exploitatiemodellen, al dan niet in samenwerking met derden, waarin makers op realistische wijze meedelen in de opbrengsten. Dit is in wederzijds belang, zeker gezien de komende bezuinigingen. Het kabinet roept beide partijen dan ook op om hiermee aan de slag te gaan. De overheid zal erop toezien dat deze exploitatiemodellen binnen de kaders van de Auteurswet blijven.

Programmagegevens, p. 25 
In het regeerakkoord is afgesproken dat de beschikbaarheid van programmagegevens zal worden verruimd. Ik heb tijdens het debat over de mediabegroting gezegd dat het kabinet een snelle, maar wel evenwichtige oplossing nastreeft, met als uitgangspunt de beschikbaarheid van programmagegevens tegen een marktconforme vergoeding. Daarvoor heb ik eerst de NPO de kans gegevens om in overleg met de uitgevers vóór 1 april 2011 tot een onderhandelingsresultaat te komen. Parallel hieraan heb ik het Commissariaat voor de Media verzocht te onderzoeken hoe de programmagegevens op een zorgvuldige en evenwichtige wijze beschikbaar gesteld kunnen worden. De NPO heeft inmiddels laten weten dat de onderhandelingen mislukt zijn. Het Commissariaat heeft op 17 mei 2011 zijn onderzoeksrapport aan mij uitgebracht, getiteld: Is er nog iets op de tv?, dat als bijlage bij deze brief is gevoegd. Het rapport bevat een gedegen analyse van de problematiek.

Een realistische prijs ligt volgens het Commissariaat tussen 0,5 cent en 3,4 cent. De prijs van 14 cent die de NPO hanteerde in de recente onderhandelingen, vindt het Commissariaat niet realistisch. Het Commissariaat vindt het niet verstandig de programmagegevens in één keer tegen de laagste prijs beschikbaar te stellen. Het Commissariaat stelt daarom voor uit te gaan van de gemiddelde waarde van 1,95 cent per papieren gids en deze waarde om de twee jaar te herberekenen. Overigens adviseert het Commissariaat niet de prijs tot nul te reduceren. In dat geval zullen namelijk de commerciële omroepen niet geneigd zijn hun prijzen te laten aansluiten bij die van de publieke omroep en is het niet mogelijk om alternatieve programmagidsen te exploiteren. Daarvoor zijn immers ook de gegevens van de commerciële omroepen noodzakelijk.

Het kabinet deelt de conclusies van het Commissariaat voor de Media. Het model dat uitgaat van de gemiddelde waarde biedt marktpartijen mogelijkheden om snel en tegen redelijke exploitatievoorwaarden aan de slag te gaan. Bovendien kan rekening gehouden worden met marktgedrag van partijen. Zo wordt op een evenwichtige manier ruimte gemaakt voor marktpartijen, kunnen de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de programmainformatie voor het publiek in stand blijven, en kan de schade voor de publieke omroep beperkt zijn. Bij de wettelijke uitwerking van het model zullen ook de voorstellen van het Commissariaat over elektronische en online programmagidsen betrokken worden. Ook voor die gidsen komen immers de programmagegevens beschikbaar. Het kabinet deelt de mening van het Commissariaat dat hiervoor andere (lagere) tarieven moeten gelden, die rekening houden met de aard van deze gidsen.

Meer lezen? Beleidsnota 'Is er nog iets op TV', Rapport 'Toekomstscenario's voor het Muziekcentrum van de omroep'