Gepubliceerd op dinsdag 23 januari 2024
IEF 21850
Rechtbank Midden-Nederland ||
22 jan 2024
Rechtbank Midden-Nederland 22 jan 2024, IEF 21850; ECLI:NL:RBMNE:2024:223 (Eisers tegen AVROTROS), https://ie-forum.nl/artikelen/uitzending-avrotros-over-bob-solar-niet-onrechtmatig

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam advocaten.

Uitzending AVROTROS over Bob Solar niet onrechtmatig

Vzr. Rb. Midden-Nederland 22 januari 2024, IEF 21850; ECLI:NL:RBMNE:2024:223 (Eisers tegen AVROTROS). Kort geding. Het tv-programma Radar heeft op 30 oktober 2023 aandacht besteed aan de klachten die zij heeft ontvangen over onder meer Bob Solar. In het item staat centraal dat consumenten zonnepanelen hebben besteld en aanbetaald, maar dat deze niet worden geleverd. Eisers vinden de publicatie onrechtmatig, omdat de aflevering een eenzijdig, vertekend en misleidend beeld zou geven ten koste van de eer en goede naam van eisers. Eisers vorderen dan ook verwijdering van de aflevering, alsmede een rectificatie, een verbod tot het doen van verdere uitlatingen en publicaties, en een inzagevordering.

De voorzieningenrechter oordeelt dat geen sprake is van een onrechtmatige publicatie en wijst de vorderingen ten aanzien van de aflevering af. Ook de gevorderde afgifte van stukken ex artikel 843a Rv wijst de voorzieningenrechter af, nu het aannemelijk is dat ook zonder die stukken een behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd. De toetsing vindt plaats aan de hand van artikel 10 lid 2 EVRM.

3.4. Anders dan [eiseres c.s.] heeft betoogd, komt de rechtbank niet toe aan een afweging van de belangen van [eiseres c.s.] op grond van artikel 8 EVRM (recht op eerbiediging van het privéleven) enerzijds en de belangen van Avrotros beschermd door artikel 10 EVRM anderzijds (recht op vrijheid van meningsuiting). Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de Mens (EHRM) volgt dat een beroep op bescherming van de bedrijfs- of beroepsmatige reputatie onder artikel 8 EVRM kan vallen, wanneer de aantasting van de reputatie dusdanig (ernstig) van aard is, dat daardoor een belemmering ontstaat van het genot op het recht op respect voor het privéleven.2 Uit voornoemde EHRM rechtspraak blijkt derhalve dat schending van de reputatie niet per definitie wordt aangemerkt als schending van de persoonlijke integriteit welke wordt beschermd door artikel 8 EVRM. [eiseres c.s.] heeft niet gesteld en feitelijk onderbouwd dat de aantasting van haar reputatie van dusdanige aard is dat sprake is van een aantasting van het genot op het recht op respect voor het privéleven, anders dan waar [eiseres c.s.] handelend als professional aan bloot gesteld wordt.

3.37. Voor alsnog is het aannemelijk dat de afgifte van de stukken door Avrotros niet nodig is voor een behoorlijke rechtsbedeling in de bodemprocedure. Het relevante standpunt van [eiseres c.s.] is dat zij niet meer verantwoordelijk is voor de nakoming van de contracten met klanten als mevrouw [A] , omdat zij de contracten met instemming van die klanten heeft overgedragen aan [bedrijf 2] . Zoals in dit vonnis is overwogen, is het aan [eiseres c.s.] om aan te tonen dat zij die toestemming van klanten zoals mevrouw [A] heeft gekregen. Bewijsstukken van deze stelling zal zij logischerwijs uit haar eigen administratie, al dan niet met hulp van [bedrijf 2] , moeten kunnen generen. Om die reden kan worden aangenomen dat [eiseres c.s.] in een bodemprocedure het relevante standpunt met bewijsstukken uit haar eigen administratie, moet kunnen onderbouwen. Dit brengt met zich dat de voorzieningenrechter de gevorderde afgifte van stukken met de daaraan gekoppelde dwangsom zal afwijzen.