UPC overzicht: 4 t/m 10 februari 2025
![](/img/custom/upload/scherm-afbeelding-2024-07-23-om-14-28-54-3fd49120-c576-4403-a797-a45f52c7aedb.png)
UPC CFI LD Mannheim 4 februari 2025, IEF 22529, IEFbe 3863; UPC_CFI_218/2023 (Panasonic tegen Xiaomi). Partijen zijn overeengekomen de vordering wegens inbreuk en de vordering tot nietigverklaring in te trekken. Omdat dit verzoek tot intrekking is ingediend voor de afronding van de tussenprocedure, moet in beginsel 40% van de gerechtskosten worden vergoed aan partijen. Gezien de uiterst complexe aard van de procedure inzake octrooi-inbreuk, die wordt gekenmerkt door een vrijwel onoverzichtelijk aantal wederzijdse verzoeken tot geheimhoudingsbescherming en overlegging van stukken, wordt vergoeding van meer dan 40% niet passend geacht. Het verzoek om terugbetaling van 60% in plaats van 40% op grond van Rule 370.9 (e) RoP wordt dus afgewezen.
UPC CFI LD München 5 februari 2025, IEF 22529, IEFbe 3863; UPC_CFI_740/2024 (Ericsson tegen Motorola). Volgens gedaagde heeft de rechtbank geen rechtsmacht voor de tweede tegenvordering, omdat dezelfde materie, namelijk de geldigheid van het octrooi, al onderwerp is van een eerdere procedure tussen deze partijen bij dezelfde rechtbank. Om deze reden verzoekt de gedaagde bij preliminair bezwaar de tegenvordering tot nietigverklaring niet-ontvankelijk te verklaren. Eisers verzoeken het preliminaire bezwaar af te wijzen, want volgens eisers bieden de UPCA en RoP geen mogelijkheid voor een preliminair bezwaar tegen een tegenvordering tot nietigverklaring, maar uitsluitend tegen een inbreukvordering, Rule 19 RoP. De Local Division oordeelt dat er geen inhoudelijke reden is om een verweerder in een tegenvordering tot nietigverklaring de mogelijkheid van een preliminair bezwaar op grond van R. 19 RoP te ontzeggen. Daarnaast oordeelt de Local Division dat het Gerecht van Eerste Aanleg, en dus de Local Division München, op grond van artikel 33.2 UPCA en Rule 19 RoP geen rechtsmacht heeft voor de tweede tegenvordering tot nietigverklaring. De Local Division staat het preliminaire bezwaar toe: de tegenvordering tot nietigverklaring wordt niet-ontvankelijk verklaard.
UPC CFI LD Parijs 5 februari 2025, IEF 22529, IEFbe 3863; UPC_CFI_163/2024 (Hurom tegen NUC en Warmcook). De rechter-rapporteur was voornemens de schriftelijke procedure in deze zaak te sluiten. Hurom heeft vervolgens gevraagd aan de rechtbank om te verklaren dat de door de gedaagden betwiste delen van de repliek van de eiser toelaatbaar zijn, en subsidiair om beide partijen toe te staan aanvullende stukken in te dienen. De rechter-rapporteur verklaart dat de argumenten van Hurom ontoelaatbaar zijn, maar dat aanvullende schriftelijke stukken wel zijn toegestaan, met een maximum van acht pagina’s per partij. Hurom heeft tot 10 februari 2025 om dit te doen en NUC en Warmcook tot 15 februari 2025. De schriftelijke procedure worden gesloten na deze laatste uitwisseling.