Gepubliceerd op woensdag 30 april 2025
IEF 22673
Hof Den Haag ||
29 apr 2025
Hof Den Haag 29 apr 2025, IEF 22673; ECLI:NL:GHDHA:2025:726 (Blauwe Tijger tegen de Staat), https://ie-forum.nl/artikelen/vermelding-blauwe-tijger-in-dtn-rapport-niet-onrechtmatig-oordeelt-het-hof

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Vermelding Blauwe Tijger in DTN-rapport niet onrechtmatig, oordeelt het Hof

Hof Den Haag 29 april 2025, IEF 22673; ECLI:NL:GHDHA:2025:726 (Blauwe Tijger tegen de Staat). De uitgeverij Blauwe Tijger, bekend van publicaties, lezingen en video’s over politiek en samenleving, is door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (hierna: NCTV) genoemd in het 53e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN). In een paragraaf over polarisatie omschrijft de NCTV Blauwe Tijger als een ultraconservatieve uitgeverij en als doorgeefluik van anti-overheidspropaganda, nepnieuws en complottheorieën. Ook werd vermeld dat Blauwe Tijger geld heeft gedoneerd aan de boerenactiegroep Farmer Defence Force. Blauwe Tijger vordert een verklaring dat deze passage onrechtmatig is, een rectificatie en een schadevergoeding. Volgens haar wordt haar eer en goede naam aangetast en is sprake van een schending van haar uitingsvrijheid. Blauwe Tijger stelt dat de NCTV een onschuldige, bescheiden donatie ten onrechte heeft opgeblazen tot bewijs van samenzwering, en dat de kwalificatie 'ultraconservatief' onjuist is omdat zij een breed scala aan boeken uitgeeft, waaronder ook linkse en progressieve werken. In eerste aanleg zijn de vorderingen van de Blauwe Tijger afgewezen. De taak van het NCTV om het publiek en het parlement te informeren over ontwikkelingen die de nationale veiligheid raken, waaronder maatschappelijke polarisatie, is van groot publiek belang. Voor publicaties als het DTN gelden hoge eisen van zorgvuldigheid. In dit geval moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen: enerzijds het recht van burgers om niet lichtvaardig verdacht te worden gemaakt, en anderzijds het belang van tijdige, transparante overheidscommunicatie over maatschappelijke risico’s. Deze afwegiging leidt ertoe dat ook het hof de vorderingen afwijst. 

Het hof stelt vast dat de opname van Blauwe Tijger in het DTN slechts één zin beslaat in een bredere paragraaf over polarisatie. De passage over Blauwe Tijger is in dit verband bedoeld als illustratief voorbeeld van deze trend. Nergens wordt gesteld dat Blauwe Tijger een terroristische of extremistische organisatie zou zijn. De formulering en plaatsing van de passage toont duidelijk dat de passage een voorbeeld is van een bredere gesignaleerde trend. Wel vindt het hof het ongelukkig dat de NCTV niet expliciet in een inleiding van het rapport heeft toegelicht dat het DTN breder ziet op polarisatie en verharding, naast terrorisme zoals de titel suggereert.  Desondanks maakt de context van de tekst duidelijk dat geen link met terrorisme wordt gelegd, waardoor het hof de vermelding niet als onrechtmatig afweegt. De klacht over feitelijke onjuistheid en ontbrekende onderbouwing van de passage, treft geen doel. De DTN-rapporten zijn deels gebaseerd op waardeoordelen en risicoanalyses, waarvoor geen absoluut bewijs vereist is. De kwalificaties ‘ultraconservatief’ en ‘doorgeefluik van anti-overheidspropaganda, nepnieuws en complottheorieën’ zijn waardeoordelen die voldoende steun in de feiten vinden. Het volstaat hierbij dat de onderbouwing kan worden gegeven wanneer die ter discussie staat. Verder stond Blauwe Tijger voorafgaand aan de publicatie al bekend als uitgever van conservatief gedachtengoed. Blauwe Tijger heeft onvoldoende overtuigend weersproken dat dit een belangrijk deel van haar profiel vormt. De donatie aan Farmer Defence Force, die overigens niet betwist wordt, mocht gebruikt worden ter illustratie van de verbinding tussen verschillende groepen die zich keren tegen het overheidsbeleid. Dat het om een relatief klein bedrag ging, doet aan de relevantie van het voorbeeld niet af. 

Toetsing aan het EVRM niet tot een ander oordeel. Het hof erkent dat de vermelding van Blauwe Tijger in het DTN een inmenging vormt in zowel het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer als het recht op vrijheid van meningsuiting. Zulke inmengingen kunnen schadelijk zijn haar eer en goede naam en een ‘chilling effect’ veroorzaken, door afschrikking van publieke uiting. Toch acht het hof de inmenging gerechtvaardigd. De publicatie is voorzien bij wet, gelet op de taakstelling van de NCTV, en dient een legitiem doel, de bescherming van nationale veiligheid. De NCTV heeft zorgvuldig gehandeld door Blauwe Tijger slechts beperkt en illustratief te noemen in een bredere maatschappelijke duiding, en de inmenging is daarmee proportioneel en subsidiair. Ten slotte verwerpt het hof ook het beroep op de onschuldpresumptie, omdat Blauwe Tijger niet is vervolgd of strafrechtelijk verdacht is gemaakt. Alles afwegend oordeelt het hof dat de NCTV voldoende zorgvuldig heeft gehandeld en wijst daarmee de vorderingen af. De vermelding van Blauwe Tijger in het DTN is ingebed in een duidelijke context, vormt een gerechtvaardigde illustratie binnen de analyse van maatschappelijke polarisatie en vindt voldoende steun in de feiten. Wel adviseert het hof om de naam van het DTN te veranderen zodat duidelijk wordt dat het rapport niet alleen over terrorisme gaat, maar ook over polarisatie en andere maatschappij-ontwrichtende ontwikkelingen.

6.11. Zoals hierboven al overwogen is discussie mogelijk over de juistheid van een kwalificatie als ‘ultraconservatief’. Niet in geschil is dat Blauwe Tijger ook niet-conservatieve denkbeelden heeft verspreid en ook niet-conservatieve boeken heeft uitgegeven. Zij heeft echter niet weersproken dat zij vooral boeken heeft uitgegeven en denkbeelden heeft verspreid die wèl als uiterst conservatief kunnen worden aangemerkt, en dat zij daar in elk geval hoofdzakelijk om bekend staat. De Staat heeft in dat verband ook een opsomming van boeken/uitgaven gegeven die niet is bestreden. Daarbij komt dat evenmin is betwist dat Blauwe Tijger, althans haar bestuurder [bestuurder] , vóór de publicatie van DTN53 door anderen al in verband werd gebracht met (ultra)conservatief gedachtengoed (vergelijk gezichtspunt f) en dat zij omringd werd(en) door personen die zichzelf als zodanig omschrijven. Ook grieven 2 tot en met 4 slagen dus niet.