Gepubliceerd op maandag 4 maart 2013
IEF 12398
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Verschillen tussen de logo's van kinderspeelparadijzen

Ktr. Bergen op Zoom Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 februari 2013, LJN BZ2695 (Ballorig BV tegen Kinderspeelparadijs Balleland Roosendaal BV)

Als randvermelding. Huur bedrijfsruimte; exploitatie kinderspeelparadijs; franchiseovereenkomst; kernbeding; exclusief afnamebeding; ontbinding en ontruiming; reflexwerking. Geen inbreuk op auteursrecht van het logo en onrechtmatige daad.

Gedaagde huurt een bedrijfsruimte van eiseres en exploiteert daar een kinderspeelparadijs. Tussen partijen is een franchiseovereenkomst gesloten. In de huurovereenkomst bedrijfsruimte is een exclusief afnamebeding overeengekomen ter zake horecaproducten die de franchisenemer moet afnemen bij een door de franchisegever aan te wijzen leverancier op straffe van een contractuele boete. Franchisegever is van leverancier gewijzigd, maar de franchisenemer blijft de horecaproducten bij de voormalige leverancier betrekken. Het exclusieve afnamebeding dient als een kernbeding te worden beschouwd en niet als een algemene voorwaarde. De grijze en zwarte lijst van (vermoedelijk) onredelijk bezwarende bedingen zijn derhalve niet van toepassing. Evenmin is sprake van reflexwerking nu gedaagde niet een met een consument vergelijkbare positie inneemt. Naleving van het exclusieve afnamebeding is niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Nu gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van dit beding heeft zij de contractuele boete verbeurd en wordt dit deel van de vordering toegewezen. (...)

Eiseres heeft voorts gevorderd dat gedaagde de auteursinbreuk op de door haar gehanteerde logo's dient te staken. De verschillen tussen de logo's van beide partijen zijn echter zodanig dat de totaalindrukken dermate verschillend zijn, dat niet kan worden gesproken van een inbreuk op het auteursrecht van eiseres. Deze vordering wordt derhalve afgewezen alsmede het op diezelfde grond gevorderde verbod tot staking van de auteursinbreuk wegens onrechtmatig handelen.

3.17. (...) De door Ballorig gebruikte logo’s kenmerken zich onder meer door een reeks verspringende gekleurde ballen in de kleuren rood, geel, groen, blauw, oranje, roze en paars. In deze ballen staan in het wit de letters vermeld van het woord “Ballorig”, te weten één letter per bal. Deze logo’s hebben door voornoemde elementen een eigen en oorspronkelijk karakter en dragen het persoonlijk stempel van de maker dat het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. De logo’s dienen derhalve te worden aangemerkt als auteursrechtelijk beschermd werk als bedoeld in artikel 10 Aw.
3.18. (...) Hoewel het door Speelparadijs Roosendaal gehanteerde logo overeenstemmende elementen vertoont met de logo’s van Ballorig (beide vertonen een reeks verspringende gekleurde ballen in de hiervoor onder punt 3.17 genoemde kleuren), is hiervan in het onderhavige geval geen sprake. Het logo van Speelparadijs Roosendaal vertoont naast de ballenreeks een clown die bij de logo’s van Ballorig ontbreekt. Tevens zijn bij het logo van Speelparadijs Roosendaal de letters van het woord “Balleland” in de kleur blauw afgebeeld (en niet in het wit) en staan deze letters niet in de ballen afgebeeld met één letter per bal, maar aaneengesloten weergegeven vóór de ballenreeks. Bovendien geldt, dat de woorden “Ballorig” en “Balleland” die in de te onderscheiden logo’s staan afgebeeld, van elkaar verschillen. Deze verschillen zijn zodanig dat de totaalindrukken van de betreffende logo’s dermate verschillend zijn, dat niet kan worden gesproken van een inbreuk op het auteursrecht van Ballorig. De vordering van Ballorig, dat Speelparadijs Roosendaal wordt geboden de auteursinbreuk op de Ballorig logo’s te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom, behoort dan ook te worden afgewezen.
Op andere blogs:
Dirkzwager (Oud-franchisenemer van Ballorig pleegt geen auteursrechtinbreuk)