Gepubliceerd op woensdag 22 februari 2006
IEF 1672
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Verschuimend Dispenseren

Rechtbank ’S-Gravenhage, 22 februari 2006, HA ZA 05-1343. Deb IP LTD. tegen Airspray International B.V.

Deb IP is houdster van een EP voor een Liquid dispenser for dispensing foam, of in de (onbestreden) Nederlandse vertaling: Afgifteapparaat voor het afgeven van schuim. Deb IP stelt dat Airspray met het leveren van pompjes, die worden toegepast in (verschuimende) zeepdispensers, indirecte octrooiinbreuk maakt doordat deze pompjes als middelen betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding moeten worden gezien. Het is echter de vordering in reconventie van Airspray tot vernietiging van het octrooi  die wordt toegewezen.

Naar het oordeel van de rechtbank is het octrooi inderdaad nietig wegens gebrek aan inventiviteit en is de octrooiliteratuur waaruit dat blijkt, door de Europese Examiner niet onder ogen gezien. Voor beantwoording van de inventiviteitsvraag kan worden uitgegaan van hètzij een uit de stand van de techniek bekend samendrukbaar zeepreservoir (collapsible container), hètzij een uit de stand van de techniek bekend schuimpompje. In beide gevallen ligt de in het octrooi geclaimde uitvinding voor de gemiddelde vakman voor de hand.

De overige gesignaleerde (geringe) verschillen zijn naar het oordeel van de rechtbank hetzij ondergeschikt als technische kenmerken, danwel impliciet aanwezig te achten in het Daiwa pompje en aan deze trivialia kan geen inventiviteit worden ontleend. Lees het vonnis hier.