Gepubliceerd op maandag 24 februari 2025
IEF 22554
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
12 feb 2025
Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22554; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL)), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-de-merken-caprizza-en-capizzi-gastropizza

Verwarringsgevaar tussen de merken CAPRIZZA en CAPIZZI gastropizza

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22554; IEFbe 3873; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL). Biif Srl heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van een beeldmerk dat betrekking heeft op diensten zoals het leveren van eten en drinken, het verhuren van meubilair en tafeldecoratie voor eetgelegenheden, het verstrekken van informatie, advies en reserveringen met betrekking tot eten en drinken, en catering- en barservices. Eddies Pizza, SL heeft oppositie ingediend tegen de inschrijving van dit merk voor de genoemde diensten, op basis van een eerder ingeschreven beeldmerk dat de term "capizzi GASTROPIZZA" bevat en betrekking heeft op diensten zoals het bereiden en leveren van eten en drinken, inclusief cateringdiensten en bezorging van voedsel. De oppositie was gebaseerd op het bestaan van verwarringsgevaar tussen de merken. De oppositieafdeling van het EUIPO heeft de oppositie gedeeltelijk toegewezen en geoordeeld dat de aangevraagde diensten grotendeels identiek of in zekere mate soortgelijk zijn aan de diensten waarvoor het oudere merk is ingeschreven, met uitzondering van dierenopvang. Biif Srl heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep van het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat er verwarringsgevaar bestaat voor het relevante Spaanstalige publiek in de Europese Unie. Biif Srl heeft daarop bij het Gerecht beroep ingesteld en verzoekt de nietigverklaring van de bestreden beslissing.

Bij de vergelijking van de merken oordeelt het Gerecht dat de visuele gelijkenis gemiddeld is. Beide merken delen de lettergroepen "cap" en "izz", die grotendeels overeenkomen in het dominante woordelement van het oudere merk en het aangevraagde merk. Hoewel er enkele verschillen bestaan, zoals de letters "r" en "a" in het nieuwe merk en de aanwezigheid van het woord "gastropizza" in het oudere merk, zijn deze volgens het Gerecht niet voldoende om een visuele overeenkomst uit te sluiten. Fonetisch concludeert het Gerecht dat de merken in hoge mate vergelijkbaar zijn, aangezien ze hetzelfde aantal lettergrepen hebben en een vergelijkbare klankstructuur vertonen. De verschillen in de eindletters en de aanwezigheid van het woord "gastropizza" in het oudere merk zijn volgens het Gerecht niet van doorslaggevend belang. Wat betreft de begripsmatige vergelijking stelt de Kamer van Beroep vast dat een deel van het relevante Spaanstalige publiek het aangevraagde merk zal begrijpen als een verwijzing naar "Capri’s pizza" of "Caprese pizza", omdat het eerste deel van het merk "Capri" aanduidt, wat een eiland in de Golf van Napels is, en het tweede deel "pizza" een bekende culinaire bereiding is. Voor dit deel van het publiek heeft het oudere merk ook enige begripsmatige gelijkenis, omdat de term "gastropizza" wordt opgevat als een verwijzing naar een gastronomisch restaurant dat pizza’s aanbiedt. Voor het overige deel van het relevante publiek, dat geen duidelijke betekenis toekent aan een van beide merken, blijft de begripsmatige vergelijking neutraal. Omdat volgens vaste rechtspraak het voldoende is dat er verwarringsgevaar bestaat voor een niet-verwaarloosbaar deel van het relevante publiek, bevestigt het Gerecht het oordeel van de Kamer van Beroep dat dit aspect volstaat om de oppositie te handhaven.

Tot slot verwerpt het Gerecht het argument van Biif Srl dat de Kamer van Beroep haar beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd. Het stelt vast dat uit de bestreden beslissing blijkt dat de Kamer voldoende redenen heeft gegeven ter onderbouwing van haar oordeel en dat er geen sprake is van schending van de motiveringsplicht. Op basis van deze overwegingen verwerpt het Gerecht het beroep in zijn geheel en bevestigt het de beslissing van de Kamer van Beroep. Aangezien EUIPO slechts om een kostenveroordeling heeft verzocht voor het geval er een zitting zou plaatsvinden en er geen zitting heeft plaatsgevonden, wordt bepaald dat beide partijen hun eigen kosten dragen.

34 As regards the earlier mark, the Board of Appeal noted, in paragraph 41 of the contested decision, that the Spanish-speaking average consumer in the European Union would generally understand the term ‘capizzi’ as a fanciful term. The Board of Appeal stated, in paragraphs 39 and 42 of that decision, that it would disregard the eventual minority of the relevant Spanish-speaking public which, like the relevant Italian-speaking public, might recognise in the term ‘capizzi’ either the municipality of the same name in the Metropolitan City of Messina (Italy) or an Italian surname. The Board of Appeal then found, in paragraphs 43 and 44 of the contested decision, that, in view of its size and position, the element ‘capizzi’ was the dominant element of the earlier mark and that it had a normal degree of distinctiveness, whereas the element ‘gastropizza’ would be perceived as a variation of the Spanish term ‘gastrobar’, that is to say, as designating, in essence, a gastronomic restaurant offering pizzas, and that it had a weak distinctive character. As regards the figurative elements of the earlier mark, according to the Board of Appeal, they would be perceived as merely decorative elements, with a weak distinctive character.

59 According to the applicant, the relevant public will break down the mark applied for into two terms, ‘capri’ and ‘pizza’, with the result that it will understand that mark as meaning ‘Capri’s pizza’ or ‘Caprese pizza’. By contrast, the earlier mark will be perceived either as a fanciful term, devoid of meaning, or as referring to the municipality of Capizzi (Italy) or to an Italian surname. It is, therefore, obvious that the earlier mark does not refer to the island of Capri (Italy). Consequently, according to the applicant, regardless of whether or not the earlier mark has a meaning, the signs at issue must be regarded as conceptually dissimilar.