22 jan 2025
Verwarringsgevaar tussen Novares en Novaresine vastgesteld

Gerecht van de Europese Unie 22 januari 2025, IEF 22509; IEfbe 3858; ECLI:EU:T:2025:49 (Rain Carbon Germany GmbH tegen EUIPO, Novaresine Srl) Novaresine Srl diende een aanvraag in voor de inschrijving van een beeldmerk, bestemd voor alkydharsen. Rain Carbon Germany GmbH diende oppositie in tegen deze aanvraag op basis van het eerder ingeschreven EU-woordmerk "Novares", geregistreerd voor kunstharsen. De oppositie was gebaseerd op verwarringsgevaar vanwege de overeenkomsten tussen de merken en de betrokken waren. De Oppositieafdeling van het EUIPO verklaarde de oppositie gegrond en weigerde de inschrijving van het aangevraagde merk. Zij stelde vast dat het niet nodig was om te beoordelen of het oudere merk door gebruik een verhoogde onderscheidingskracht had verkregen, omdat er al verwarringsgevaar bestond op basis van de gemiddelde intrinsieke onderscheidingskracht van "Novares". Novaresine Srl stelde beroep in bij de Kamer van Beroep van het EUIPO, die de beslissing van de Oppositieafdeling vernietigde en de zaak terugverwees. De Kamer van Beroep oordeelde dat er geen verwarringsgevaar bestond op basis van de intrinsieke onderscheidingskracht van het oudere merk en achtte een verdere beoordeling nodig om vast te stellen of het merk door gebruik een verhoogde onderscheidingskracht had verkregen.
Het Gerecht beoordeelt of de Kamer van Beroep correct heeft geoordeeld en stelt vast dat het relevante publiek bestaat uit professionals in de chemische sector, die een hoog aandachtsniveau hebben. De Kamer van Beroep had geconcludeerd dat de betrokken waren ten minste in geringe mate vergelijkbaar waren, maar had deze overeenstemming niet nauwkeurig genoeg beoordeeld. Bij de vergelijking van de tekens had de Kamer van Beroep geoordeeld dat er een geringe visuele overeenstemming, een gemiddelde fonetische overeenstemming en een neutrale conceptuele vergelijking was. Het gemeenschappelijke element "nova" werd in sommige talen geassocieerd met "nieuw" of "nieuwigheid", waardoor het volgens de Kamer van Beroep een zwak onderscheidend vermogen had. Daarnaast beschouwde zij het figuratieve element in het aangevraagde merk, een gestileerde lettergroep "nr", als co-dominant naast het woordelement "novaresine". Het Gerecht stelt echter vast dat de Kamer van Beroep beoordelingsfouten heeft gemaakt. Voor een deel van het relevante publiek heeft het gemeenschappelijke element "nova" geen betekenis, waardoor het een gemiddeld onderscheidend vermogen heeft. De visuele overeenstemming is onderschat, omdat het woordelement "Novaresine" volledig het oudere merk "Novares" bevat en een dominante rol speelt in de perceptie van het publiek. De fonetische overeenstemming had dan ook hoog in plaats van gemiddeld moeten worden beoordeeld, omdat het eerste deel van het aangevraagde merk identiek is aan het oudere merk.
Bij de algemene beoordeling van het verwarringsgevaar had de Kamer van Beroep geconcludeerd dat er geen gevaar bestond, vooral vanwege het hoge aandachtsniveau van het relevante publiek. Het Gerecht oordeelt echter dat, gezien de gemiddelde intrinsieke onderscheidingskracht van het oudere merk en de hoge mate van visuele en fonetische overeenstemming, zelfs een hoog aandachtsniveau verwarringsgevaar niet uitsluit. Het Gerecht vernietigt daarom de beslissing van de Kamer van Beroep en wijst het beroep van Novaresine Srl af. Het EUIPO wordt veroordeeld tot het dragen van zijn eigen kosten en de betaling van de kosten van Rain Carbon Germany GmbH, terwijl Novaresine Srl haar eigen kosten moet dragen.
59 It follows that the Board of Appeal was incorrect to find that the signs at issue displayed a low degree of visual similarity. For the part of the relevant public which will single out the common element ‘nova’ in the two marks and associate it with the meaning of ‘new’ and ‘novelty’, it is true that there is a low degree of visual similarity because, for that part of the relevant public, the common element ‘nova’ displays only weak distinctiveness. However, for the part of the relevant public for which ‘nova’ has no meaning and displays average distinctiveness, the visual similarity is average.