Gepubliceerd op dinsdag 10 december 2019
IEF 18877
Antilliaanse Gerechten ||
5 aug 2019
Antilliaanse Gerechten 5 aug 2019, IEF 18877; ECLI:NL:OGEAC:2019:272 (Jas Hennessy tegen Lunapark), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-tot-bewijsbeslag-en-beslag-tot-afgifte-wegens-merkinbreuk

Verzoek tot bewijsbeslag en beslag tot afgifte wegens merkinbreuk

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 5 augustus 2019, IEF 18877; ECLI:NL:OGEAC:2019:272 (Jas Hennessy tegen Lunapark) Jas Hennesy heeft een verzoek ingediend tot bewijsbeslag en beslag tot afgifte wegens merkinbreuk door verwijdering identificatiecodes van flessen drank. Zij verwijt Lunapark inbreuk te hebben gemaakt op haar merkrecht 'Hennessy' door de van Jan Hennessy afkomstige flessen sterke drank te verhandelen, waarvan de identificatiecodes van het etiket en de flessenhals zijn verwijderd. Bij dat laatste is volgens verzoekster een oplosmiddel gebruikt. Stellende dat niet ondenkbaar is dat de resten van dit middel zijn achtergebleven, hetgeen schadelijke gevolgen voor de gezondheid kan hebben, is volgens Jas Hennessy de integriteit van het product aangetast. Zij verlangt om deze redenen terugroeping en vernietiging van de inbreukmakende producten en beoogt verdere verhandeling van deze producten (en daarmee ook verdere schade) te voorkomen met het gevorderde conservatoir beslag en de gerechtelijke bewaring. Het bewijsbeslag dient er volgens haar toe het bewijs zeker te stellen en de omvang van de als gevolg van de schending geleden schade te bepalen en de herkomst en distributiekanalen van de inbreukmakende producten te achterhalen. Het gerecht verwijst naar jurisprudentie waaruit voortvloeit dat het belang van het ongemoeid laten van identificatiecodes niet opweegt tegen het belang bij een door de wetgever vrije parallelhandel met gedecodeerde producten. Daarnaast wordt gesteld dat een dergelijk verzoek pas kan worden toegewezen, nadat ook de wederpartij is gehoord. Er is om deze reden een hoorzitting gelast, waarin verder op het onderhavige verzoek zal worden beslist. 

1.2. Verzoekster verwijt gerequestreerde inbreuk op haar merkrecht ‘Hennesy’ door van verzoekster afkomstige flessen sterke drank te verhandelen waarvan de identificatiecodes van het etiket en de flessenhals zijn verwijderd. Bij dat laatste is volgens verzoekster een oplosmiddel gebruikt. Zij stelt dat niet ondenkbaar is dat resten van het oplosmiddel zijn achtergebleven, hetgeen zeer schadelijke gevolgen kan hebben voor de gezondheid. Daarmee is de integriteit van het product volgens verzoekster aangetast. Op grond van de artikelen 23 en 24 Merkenlandsverordening verzet verzoekster zich tegen wat zij aanmerkt als een inbreuk op haar exclusieve merkrecht en verlangt zij terugroeping en vernietiging van de inbreukmakende producten. Met het conservatoir beslag tot afgifte met gerechtelijke bewaring beoogt verzoekster verdere verhandeling van de inbreukmakende producten en daarmee verdere schade te voorkomen. Met het bewijsbeslag wil verzoekster het bewijs zeker stellen om de omvang en schade als gevolg van de schending van haar merkrecht te bepalen en om de herkomst en distributiekanalen van de inbreukmakende producten te achterhalen.

1.3. Deze zaak vertoont overeenkomst met de door verzoekster in haar verzoekschrift genoemde Sint Maartense zaak waarin het Hof op 30 september 2011 uitspraak heeft gedaan (Diageo/Sriram, ECLI:NL:OGHACMB:2011:BW4835 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:OGHACMB:2011:BW4835); cassatieberoep verworpen ECLI:NL:HR:2012:BX5797 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2012:BX5797)). In die zaak is geoordeeld dat het belang van het ongemoeid laten van identificatiecodes niet opweegt tegen het belang bij een door de wetgever voorgestane vrije parallelhandel met gedecodeerde producten.

1.4. De vraag is in hoeverre de onderhavige zaak zich wezenlijk onderscheidt van de Diageo-zaak.

1.5. Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op de bepaling van artikel 709 lid 3 Rv dat, behoudens bijzondere omstandigheden, een verzoek tot gerechtelijke bewaring niet wordt toegewezen dan nadat de beslagene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord, zal een hoorzitting worden gelast. Nadat verzoekster haar verhinderdata heeft opgegeven, zal een datum worden bepaald en zal de griffier gerequestreerde bij dienstbrief oproepen en haar een afschrift van het verzoekschrift doen toekomen.